De noodzaak tot het opstellen van een dergelijk plan wordt echter wel degelijk onderkend, ook door archiefdiensten die nog niet vanwege (toe komstige) capaciteitsproblemen gedwongen zijn zich hierop te bezinnen; men realiseert zich ter dege, dat acquisitie-planning niet alleen vanuit het oogpunt van beheersbaarheid en betaalbaar heid, maar ook in het licht van beschikbaarstel ling - representatief aanbod aan onderzoekers - nodig is. Een werkgroep, waarin verschillende geledin gen uit het openbaar archiefwezen zijn vertegen woordigd, heeft zich met deze problematiek bezig gehouden en het hierna volgende als rapport ge produceerd. Inleiding Is men het eens over het nut van een planmatige aanpak van de acquisitie van particuliere archie ven, over de vraag naar de taak en verantwoorde lijkheid, die de verschillende archiefbeherende in stellingen in dezen hebben, wordt verschillend ge dacht. Binnen het openbaar archiefwezen zijn sommigen voorstander van een zeer beperkte taakstelling ten aanzien van de acquisitie. Zij stel len vanuit een sterk administratief-juridisch ge richte opvatting, dat het openbaar archiefwezen primair en uitsluitend een taak heeft ten aanzien van het beheer van overheidsarchieven. Deze prio riteitenstelling heeft bij enkele beleidsfunctiona rissen binnen de Rijksarchiefdienst zelfs geleid tot de ongerijmde conclusie dat de acquisitie van par ticuliere archieven wellicht beter overgelaten kan worden aan gemeente- en streekarchiefdiensten en aan categoriale, archiefbeherende instellingen zoals het Internationaal Instituut voor Sociale Ge schiedenis (iisg), het Katholiek Documentatie Centrum (kdc) en het Historisch Documentatie centrum voor de Geschiedenis van het Protestan tisme (hdc). Anderen vinden daarentegen, dat de acquisitie van particuliere archieven uitsluitend verzorgd dient te worden door openbare archiefbewaar plaatsen in de zin van de Archiefwet. Zij zien het als een versnippering van middelen, dat van over heidswege deze infrastructuur niet ten volle wordt benut voor de acquisitie van particuliere archie ven. Gezien deze stand van zaken heeft het crpa medio 1989 een werkgroep ingesteld, bestaande uit functionarissen, afkomstig uit verschillende geledingen van het openbaar archiefwezen. De werkgroep bestaat uit drs G.M.W. Ruitenberg (hoofdcRPA), drsJ.A.M.Y. Bos-Rops (hoofd ex terne dienstverlening van het Rijksarchief in Zuid-Holland, sinds 1 september 1990 gemeente archivaris van s-Hertogenbosch) en drs J.E.A. Boomgaard (hoofd inspectie en acquisitie van het het Gemeentearchief Amsterdam). Zij heeft zich tot taak gesteld de uitgangspunten voor de acqui sitie nader uit te werken en op basis hiervan prak tische aanwijzingen te formuleren voor het opstel len en uitvoeren van een acquisitieplan. In het aan de uitgangspunten voor de acquisitie gewijde hoofdstuk zal nader worden ingegaan op het formele kader en de reeds geformuleerde crite ria voor de acquisitie van particuliere archieven. Deze zullen vervolgens worden afgezet tegen de acquisitiepraktijk binnen het archiefwezen, waar uit - zoals zal blijken - aanzetten tot beleid zijn te destilleren. Specifieke aandacht zal daarna worden geschonken aan de organisatorische, personele en financiële aspecten van de acquisitie. Waar is de acquisitie ondergebracht in de organisatie van de archiefdiensten? Kan onder bepaalde omstandig heden geld worden gevraagd voor de ontsluiting van particuliere archieven? Na behandeling van de theoretische, organi satorische, personele en financiële aspecten van de acquisitie worden aanwijzingen geformuleerd voor het opzetten en uitvoeren van een acquisitie plan. Om het praktisch nut van deze aanwijzingen te toetsen zijn op basis hiervan proeven van be standsanalyses gemaakt voor twee archiefdien sten, te weten het Gemeentearchief Amsterdam en het Rijksarchief in Zuid-Holland. Voor de eerst genoemde proeve van een bestandsanalyse is de werkgroep veel dank verschuldigd aan drs J. Blom, werkzaam bij het Gemeentearchief Amsterdam. De werkgroep heeft in september 1990 haar eindrapport uitgebracht. Het rapport is vervol gens besproken in de vergaderingen van het Con vent van rijksarchivarissen (16 januari en 7 maart [124] Tekeningen van het ontwerp van een bomschip en haar zeilvoering, z.j. Uit: archief van Meer- burg's Noordzeevisserij en Haringexport, inv.nr. 237 (Rijksarchiefin Zuid-Holland) 1991), de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen (7 maart 1991) en het Lande lijke Overleg van Provinciale Archiefinspecteurs (5 februari 1991). De in deze vergaderingen ge maakte opmerkingen zijn - voor zover mogelijk - in deze versie van het rapport verwerkt. Voor alle duidelijkheid wijst de werkgroep er nog op dat dit rapport bedoeld is als instrument voor het formuleren en uitvoeren van het acquisi tiebeleid ten aanzien van particuliere archieven. Het maken van beleidskeuzes op dit gebied is uit drukkelijk een verantwoordelijkheid van de ar chiefdiensten zelf. De werkgroep heeft hierin ui teraard niet willen treden, al beoogt zij wel met dit rapport binnen het archiefwezen van de overheid meer consensus te bereiken over de taak en verant woordelijkheid met betrekking tot de acquisitie van particuliere archieven in het algemeen. Uitgangspunten voor de acquisitie van particuliere archieven 2 1 Formeel kader Nota Archief beleid De Nota Archiefbeleid (1985) vormt het formele kader voor de acquisi tie van particuliere archieven. Archieven van overheidsadministraties alleen geven een te ge fragmenteerd en wellicht te eenzijdig beeld van de historisch-maatschappelijke ontwikkelingen'. In de nota wordt erkend, dat particuliere archie ven (archieven van personen, families, kerkge nootschappen, bedrijven en verenigingen) waar- [125]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 33