cords' (1956)5. In ons land is het in 1962 overgeno
men door De Vey Mestdagh6, op wiens beschou
wingen veel van de latere bewust of onbewust
voortbouwen.7 Bij de secundaire waarde onder
scheidde Schellenberg verder de evidential value
en de informational value 1 an archieven. Schellen-
bergs werk is nog steeds invloedrijk. Een recente
beschrijving van de selectiepraktijk door het Pu
blic Record Office8 volgt bijna letterlijk Schellen-
bergs artikel, waarvan kort geleden de Archiv-
schule Marburg een vertaling publiceerde met als
argument 'Eine Intensivierung der Bewertungs-
diskussion steht im vereinten Deutschland auf der
Tagesordnung und Schellenbergs Schrift ist in der
Lage, dazu Anregungen vermitteln.'s
De evidential valuers niet de bewijskracht in ju
ridische zin, maar betreft de waarde van archieven
ter vaststelling van de oorsprong, structuur, func
ties, beleid, procedures en werkwijze van het ar
chiefvormende orgaan. Dat is dus ruimer dan het
belang voor de historie van de betrokken adminis
tratie. Voor evidential value stel ik voor: institutio-
neel-historische waarde. In het algemeen bewaren
we
a stukken die het beleid, de doelstelling en de
werkwijze van een organisatie weergeven
b stukken die inzicht geven in de uitvoering van
de taken.10
Ook bij het bepalen van de institutioneel-histori-
sche waarde zijn, overeenkomstig de 'Algemene
richtlijnen', de taak van het overheidsorgaan en de
relatie tot andere overheidsorganen het uitgangs
punt. Dat betekent dat bij de macroselectie van
archiefvormers" mede gelet wordt op de institu-
tioneel-historische waarde die de archieven heb
ben ter vaststelling van de oorsprong, structuur,
functies, beleid, procedures en werkwijze van ar
chiefvormers op hiërarchisch lagere niveaus. Het
archief van het hoofdkantoor zal vaak voldoende
gegevens bevatten voor de reconstructie op hoofd
lijnen van wat de filialen uitvoerden.
Uitvoeringszaken
Archiefbescheiden die geen institutioneel-histo-
rische waarde hebben, kunnen nog wel 'infor-
matiewaarde' bezitten. Het gaat daarbij vooral om
de uitvoeringszaken, wat in de Engelse termino
logie heet de case papers of particular instance pa
pers of transactionalfiles'11 Wij hebben het meestal
over 'routinestukken'1} of, zoals de gemeentelijke
vernietigingslijst het uitdrukt, 'uitvoeringsbeslui
ten'. De informatiewaarde van dergelijke stukken
wordt volgens onze 'algemene richtlijnen' getoetst
aan het belang voor de recht- of bewijszoekenden
en het historisch onderzoek.
Informatiewaarde voor de recht-
of bewijszoekende burger
De overheid registreert rechten en plichten van
burgers - denk aan de notariële archieven, het ka
daster. De burger moet erop kunnen vertrouwen
dat de door hem aan deze basisregistraties toever
trouwde gegevens bewaard blijven. Maar deze
aanspraak geldt mijns inziens niet voor registraties
die als ondersteuning van primaire werkprocessen
door de overheid zijn aangelegd: vreemdelingen
dossiers, belastingdossiers, rechtbankdossiers enz.
Integendeel: de burger moet er vanuit kunnen
gaan (Wet persoonsregistraties) dat de door de
overheid over hem verzamelde gegevens vernie
tigd worden wanneer ze hun primaire belang ver
loren hebben.
Informatiewaarde
voor het historisch onderzoek
De door de VAN-commissie in 1969 voorgestelde
formulering bedoelde het veilig stellen van de be
langen van 'historici van velerlei kaliber'. Maar te
vens werd gesteld dat ieder archiefonderzoek per
definitieve 'historisch' is, omdat archieven altijd
uit het verleden zijn.'4 Het criterium van het be
lang voor historisch onderzoek overlapt dan ook
ten dele de voorgaande maatstaven (institutio-
neel-historische waarde en belang voor de recht
en bewijszoekenden); het is daarom mijns inziens
een 'restcategorie' die aan de orde komt nadat de
institutioneel-historische waarde en de informa
tiewaarde voor de recht- en bewijszoekenden zijn
getoetst.1' Immers, het historisch onderzoek zal
primair gebruik maken van gegevens die bewaard
blijven in verband met hun institutioneel-histori-
[120]
sche waarde of omdat ze van belang zijn voor de
recht- of bewijszoekende. Denk aan het gebruik
van notariële en kadastrale archieven, of aan het
gebruik van archieven ter vaststelling van de oor
sprong, structuur, functies, beleid, procedures en
werkwijze van overheidsorganen.
Niet de inhoud, maar de functie
Dit betekent voor de selectie dat deze, naar het
woord van sir Hilary Jenkinson, 'be based, not on
the alleged importance of any single document for
historical purposes, but on its importance in the ad
ministrative action or proceedings of which it for
med a part'.16 'The point that he was trying to make,
I believe, was that appraisal should be impartial,
that the historical record should reflect the tendencies
and spirit of the administration of the day and not
those of the academic researchers of the time'P Of,
zoals Angelika Menne-Haritz het tijdens het Gro
ninger van-congres zei: archiefbescheiden zijn
niet interessant door hun inhoud, maar door hun
functie.
Niet dus een inhoudelijk-subjectieve selectie
van bescheiden die betrekking hebben op 'zaken
of gebeurtenissen met uniek of bijzonder karak
ter', of'objecten, die door vorm of (vroegere) be
stemming karakteristiek of van bijzondere aard
zijn' of 'personen, die op enig gebied van bijzon
dere betekenis (geweest) zijn', zoals in de gemeen
telijke vernietigingslijst wordt aanbevolen. Dan
bewaren we 'interessante' gevallen, curiosa zonder
meer, wat tot een misvorming van de 'afbeelding'
van de werkelijkheid leidt.18 Interessante gevallen
zijn slechts het bewaren waard als ze interessant
waren of zijn in de administratieve context waarin
de stukken zijn ontstaan. Vandaar dat bewaard
worden stukken over affaires, causes cél'ebres, stuk
ken over gevallen met precedent-werking of die
hebben 'geleid tot wijziging, bijstelling of nadere
interpretatie van regelingen van algemene aard'1'.
Steekproef
Voor het overige kan alleen een betrouwbare
steekproef (dat wil zeggen dat alle leden van de
verzameling dezelfde kans hebben in de steekproef
te worden vertegenwoordigd) uit de routinestuk
ken leiden tot een representatieve weergave van de
uitvoeringspraktijk van de archiefvormer.20 Het
gaat bij sampling niet om het selecteren van be
paalde stukken van een 'onbenaderbaar Historisch
Belang als lichtelijk verbijsterend ideaal'21, maar
om het behoud van een objectieve en authentieke
weergave van de werkwijze van de archiefvormer.
Dit betekent, als het bijvoorbeeld om persoons
dossiers gaat, dat alle personen dezelfde kans heb
ben dat hun dossier in de steekproef bewaard
blijft. Bij het nemen van de steekproef krijgt het
dossier-x niet meer kans dan dossier-Y.
Nadat zo n steekproef genomen is, kan overwo
gen worden om uit de voor vernietiging geselec
teerde dossiers alsnog de dossiers van 'historisch
belang' te lichten. Daartegen heb ik geen bezwaar,
mits duidelijk is dat men in dat stadium niet meer
doende is met de reductie van een archief volgens
objectieve maatstaven. Iedere keuze - ook 'met ge
zond verstand'22 - zal subjectief zijn. Van welke
'historische figuren' moet het dossier bewaard
blijven? Alle kunstenaars, of enkele? Alle politici,
of alleen Kamerleden en ministers, of een keuze?
Alle journalisten, of alleen de hoofdredacteuren,
of alleen de hoofdredacteuren van landelijke kran
ten? Alle voetballers, vakbondsbestuurders, hoog
leraren? Het lijkt op Trivial Pursuit in alle beteke
nissen: Abendanon, Aler, Algra, Amelink, Andre-
ae, Andriessen, Ansingh, Antonini, Arntzenius,
Asma, Aten - wat hebben ze gemeen? Dat ze allen
in het nieuwste deel van het Biografisch woorden
boek van Nederland staan*. Dus hun dossiers bewa
ren en alle andere weggooien?
Zoals er voor elk belang wel een actiegroep
bestaat of opgericht kan worden, is er voor elke
'historische figuur' wel iemand te vinden die aan
dringt op bewaring van het dossier. En wat van
daag een onbekende lijkt, wordt door een volgen
de generatie misschien als 'historische figuur' er
kend: een vergelijking tussen twee drukken van
een encyclopedie bewijst het.
Als men subjectiviteit wil vermijden, is er slechts
één mogelijkheid: alle personen een gelijke kans
geven, ofwel door alles te bewaren of door de
steekproef met gelijke kansen. Als het dossier-x in
de steekproef bewaard blijft en het dossier-Y niet,
dan zal de toekomstige biograaf van y moeten vol
staan met de selectie aan feiten uit andere bron-
[121]