Gevangenen van de ideologie centra werden stukken verzameld, bestudeerd en gepubliceerd. Er verschenen series bronnenpubli- katies en nieuwe tijdschriften die gespecialiseerd waren in de wetenschappelijke publikatie van tek sten. Ofschoon de druk van de ideologische con trole van jaar tot jaar toenam, slaagde men er toch in een massa tot dusver onbekende stukken in omloop te brengen en nieuwe uitgaven naar het origineel te bezorgen wanneer bestaande publika- ties door de vóórrevolutionaire censuur waren verminkt. Toch was ook al in deze jaren een zekere ver schuiving merkbaar. Het normale culturele be wustzijn, dat uitdrukking had gevonden in de op roep Spaart de archieven! moest plaats maken voor een nihilistische en incompetente 'opschoning'* van de archieven, waarbij honderdduizenden 'nutteloze stukken' zonder enige serieuze criteria worden vernietigd. Bouw van het socialisme Tegen het einde van de jaren twintig zetten ingrij pende politieke veranderingen in die zich in de ja ren dertig volledig ontvouwden. De censuur wordt rigoureuzer, de min of meer onafhankelijke uitgeverijen en drukkerijen moeten de een na de ander sluiten. Daarna komen de verenigingen aan de beurt: elke club wordt beschouwd als een vijan delijk of potentieel vijandelijk element. De boe ren werden met genadeloze wreedheid opnieuw lijfeigen gemaakt en arbeiders en employés wer den staatsslaven. De overheid omhulde dit alles echter met een mythologische vermomming van de 'bouw van het socialisme' en van het naderende tijdperk van algemene welstand. Voor een dergelijke overheid zijn archiefstuk ken een gevaar. Stuk voor stuk stonden zij immers in tegenspraak, hoe gering dan ook, met de dage lijks verkondigde leugen. Daarom werden de ar chieven meer dan ooit een belangrijke kaart in het politieke spel. Zolang de archieven onder het Volkscommissa riaat van Onderwijs vielen maakten zij deel uit van de culturele sector. Maar reeds in 1922 was de ze organisatorische band verbroken toen het ar chiefwezen rechtstreeks onder het hoogste staats orgaan, het Al-Russische Centraal Uitvoerend Comité, werd geplaatst. Maar daarmee is niet alles gezegd: de archieven werden gewoon een structu reel onderdeel van de organen van staatsveilig heid. In 1936 werd het hele archiefwezen overge dragen aan het Volkscommissariaat van Binnen landse Zaken, dat gekenmerkt werd door militaire discipline en uiterste geheimhouding. 'Het regi me van de epauletten' deed zijn intrede, zoals ar chivarissen en onderzoekers destijds zeiden. Zo zag het archiefwezen er uit, toen ik als studente in de tweede helft van de jaren dertig voor het eerst een archief binnenstapte. De instructies volgens welke de archieven func tioneerden waren geheim. Dat paste bij het regi me dat het Volkscommissariaat voor Binnenland se Zaken eigen was. Het was de buitenwacht dan ook volstrekt onmogelijk zich op een of andere manier met het archiefbeleid te bemoeien. Ook de gespecialiseerde tijdschriften hielden op te be staan, zoals het blad Het Archiefwezen of het tijd schrift voor wetenschappelijke edities Rood Ar chief. Reddingsacties Ondertussen was die andere stroming in de maat schappij nog niet vernietigd. De lotgevallen van de archieven in deze jaren lijken op het eerste ge zicht niet meer dan losse, toevallige verschijnse len. Maar in werkelijkheid kun je spreken over een dramatische episode uit de strijd die de intelli gentsia voerde om de cultuur te redden. Weten schappers, archivarissen, bibliothecarissen en mu seumconservatoren probeerden documentaire centra uit de handen van de Tsjekisten6 te hou den. Tot die centra behoorden handschriftenafde lingen van de bibliotheken, musea en instituten van de Academie van Wetenschappen. Het was de bedoeling archiefmateriaal van opgeheven vereni gingen, uitgeverijen en andere culturele centra juist daarheen over te brengen en niet naar de staatsarchieven. Menigmaal lukte dat ook. Zo kreeg de afdeling handschriften van de Leninbi- bliotheek het beheer over alle documentaire mate riaal dat bijeen was gebracht in de Staatsacademie voor Kunstwetenschappen. Deze door de regering [106] gesloten instelling was een van de bolwerken van de oude Russische intelligentsia geweest. Andere reddingspogingen mislukten echter. De belangrijke verzameling die bijeengebracht was door de Vereniging van politieke dwangarbeiders, die net als haar blad Dwangarbeid en verbanning om begrijpelijke redenen opgeheven was, kwam in beheer van een van de Staatsarchieven en werd daar vele tientallen jaren geheim gehouden. Het was ook nodig omtrekkende bewegingen te maken. Toen de Vereniging van Vrienden van het Boek werd opgeheven hield haar leider, N. N. Or- lov, het verenigingsarchief gewoon bij zich. Later is het als onderdeel van zijn persoonlijk archief alsnog in beheer overgedragen aan de afdeling handschriften van de Leninbibliotheek. Juist in het jaar 1935 stichtte V. D. Bontsj-Broe- jevitsj, een van de weinige bolsjewistische leden van de intelligentsia die gespaard waren gebleven, het Literair Museum. Dat was natuurlijk niet toe vallig. Enkele jaren lang stroomde er een vloed van archieven van schrijvers en geestesweten schappers naar deze instelling, zowel uit de perio de van vóór de revolutie als uit de Sovjettijd. Maar deze 'wetteloze kometen in de kring van vas te hemellichamen', zoals de dichter' ze noemde, was geen lang leven beschoren. Het Volkscommis sariaat van Binnenlandse Zaken strekte er al zijn begerige hand naar uit. In maart 1941 vaardigde de Raad van Volkscommissarissen een beschikking uit volgens welke alle documentaire materiaal, van welke aard ook en waar het ook bewaard werd, moest worden overgedragen aan de Staatsarchie ven. Dat was een dag van rouw. De laatste toe gangswegen tot de bronnen werden afgesloten. De wetenschap en openbare meningsvorming werden de gevangenen van de heersende ideolo gie, van het ijzeren keurslijf van de Korte cursus van de Geschiedenis van de Al-Russische Communis tische Partij (bolsjewieken).8 Voortaan werd de dienst uitgemaakt door de willekeur van functio narissen met epauletten, die alle wegen tot de bronnen voor de geschiedenis van het Vaderland versperden. Interessant is het echter, dat ook hier de opzet van de overheid niet volledig gerealiseerd werd. De ambtelijke molens maalden langzaam en de beheerders in de musea en bibliotheken talmden met de overdracht zo lang ze maar konden. Alleen Bontsj-Broejevitsj, die zich een toonbeeld van partij- en staatsdiscipline betoonde, haastte zich het bevel uit te voeren, en op de puinhopen van zijn museum verrees het nieuwe Staatsarchief voor Literatuur en Kunst. (Ik moet er meteen bij zeg gen dat dit later ons beste archief was, dat lange tijd en in vele opzichten stand wist te houden te gen het 'regime'.) Maar daarna mengden zich ho gere machten in de zaak: de oorlog met het fascis tische Duitsland begon en men dacht niet meer aan de overdracht van archiefmateriaal. Redden wat er te redden was, daar ging het nu om. Ik kan hier niet stilstaan bij het tragische lot van de Sovjetarchieven ten tijde van de oorlog. Ik zal niet spreken over de heldendom van de intelli gentsia, die onder de bombardementen probeerde culturele schatten te redden, noch over de vernie tiging of het wegvoeren van materiaal door specia le Duitse commando's in de bezette delen van ons land, noch over de vernietiging van historisch ma teriaal door onze eigen mensen bij hun terug tocht. Dat is een thema apart, al te omvangrijk en nog lang niet voldoende opgehelderd. Andere geest Hoe vreemd het ook was, in de zeven duistere ja ren die op de oorlog volgden werd het idee van de fysieke concentratie van de archieffondsen onder het gezag van Glavarchiv niet weer opgepakt. Dat was in wezen ook niet meer nodig. In de eerste plaats was overal waar dat nodig was officieel vast gelegd, dat elk archiefFonds, ook al werd het be waard in een bibliotheek of in een museum, deel uitmaakte van het Staatsarchieffonds van de us s R en dat het slechts 'tijdelijk' daar berustte. In de tweede plaats voltrok het hele doen en laten van elke archiefbewaarplaats zich nu volgens de regels van het Archiefdepartement en niemand waagde het die te overtreden. Ter controle organiseerde Glavarchivvan tijd tot tijd inspecties, tijdens wel- [107]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 24