Geschiedvervalsing
en de rol van de archivaris
Sarra Vladimirovna Zjitomirskaja
Mevrouw S. V. Zjitomirskaja vertelt haar verhaal. Naast haar dr M. Jan
sen en drs J.F. J. van den Broek
Mevrouw S.V. Zjitomirskaja's verhaal tijdens het congres ging over de ar-
chiefzorg in de Sovjetunie en zij laat op indrukwekkende wijze zien met
welke keuzeproblemen onze Russische collega's te maken hadden en
hebben.
[102]
De organisatoren van het congres wilden de Ne
derlandse archivarissen kennis laten maken met
een collega, die niet de vrijheid had te kiezen tus
sen bewaren of vernietigen, en wel om politieke
redenen. Daarvoor was mevrouw S.V. Zjitomirs
kaja uit Moskou uitgenodigd. Zij was van 1945 tot
1978 werkzaam bij de afdeling Manuscripten van
de Leninbibliotheek in Moskou, waarvan 25 jaar
lang als hoofd. Deze afdeling is een van de grootste
archiefinstellingen in de Sovjetunie en bewaart
een unieke verzameling kostbare middeleeuwse
Slavische, Westeuropese en Oosterse manuscrip
ten. Zij werkte onder andere mee aan de samen
stelling van de inventaris van memoires, dagboe
ken en reisnotities uit de achttiende en negen
tiende eeuw in de Leninbibliotheek (1951), een
overzicht van de particuliere archieven in de
Staatsarchieven van de us SR (1963), bezorgde we
tenschappelijke edities en schreef artikelen over
bronnen in haar afdeling handschriften. Ook na
haar pensionering, nu dertien jaar geleden, zette
zij haar werk als tekstbezorger en historisch onder
zoeker voort. Zij leidt de Moskause redaktie van
de serie Poljarnaja Zvezda, waarin sinds 1979
bronnen over de Dekabristen worden uitgegeven.
In 1989 verscheen van haar hand een wetenschap
pelijke editie van het dagboek en de memoires van
A. O. Smirnova-Rosset, die licht werpen op de po
litieke toestand en het maatschappelijk leven in
het Rusland van de eerste helft van de vorige eeuw.
Laat ons niet bijgelovig zijn, noch eenzijdig zo
als de Franse tragici
we zullen de tragedie bezien met de ogen van
Shakespeare.
Poesjkin
Dit zei de grote Russische dichter 165 jaar geleden,
nadat zijn vrienden een mislukte poging hadden
gedaan Ruslands lot te veranderen. Hun actie is de
geschiedenis ingegaan als de opstand van de De
kabristen van 14 december 1825.1 Hoeveel meer
komen deze woorden ons van pas wanneer wij
proberen de geschiedenis van de nu ten einde lo
pende tragische twintigste eeuw te interpreteren.
Hoe men ook over onze tijd denkt, het belangrijk
ste feit uit de jongste geschiedenis is ongetwijfeld
het wrede experiment, dat is uitgevoerd op de vol
keren van het Russische imperium. Tegelijkertijd
is het een blijvende les voor de hele mensheid. Die
volkeren hadden de eerste burgers moeten worden
van een rechtvaardige socialistische maatschappij.
Een oude droom van de mensheid zou werkelijk
heid worden. We weten nu waarop dit experiment
is uitgedraaid: een ongehoord totalitarisme.
De proef ging niet uit van een 'utopie' maar van
de 'wetenschap', beweerden de initiatoren arro
gant. We weten allemaal dat een wetenschappelijk
experiment slechts tot gefundeerde conclusies
leidt wanneer het bij elke herhaling identieke re
sultaten oplevert. Het experiment waar wij over
praten heeft deze controle inderdaad doorstaan.
Na de Tweede Wereldoorlog hebben we gezien
hoe de uitzaaiingen van het Sovjetsysteem zich
hebben verbreid van Centraal-Europa tot aan de
kust van de Stille Oceaan. Het resultaat was steeds
hetzelfde, in de enorme Sovjetunie en op het klei
ne eiland Cuba, in Duitsland en in Vietnam, in
China en in Albanië. Kleine plaatselijke afwijkin
gen doen aan het principe niets af.
Er valt dan ook niet te spotten met de Sovjetge
meenplaats die spreekt over de 'mondiale histori
sche betekenis van de Grote Socialistische Okto
berrevolutie'. Het is de pure waarheid. De revolu
tie was groot, omdat zij niet alleen Rusland, maar
de hele wereld veranderde. Groot was ze ook om
dat het experiment van de bouw van het socialis
me de mensheid voor eens en voorgoed heeft laten
zien waarnaar ze niet moet streven. Dat mogen we
althans hopen.
Wij die geleefd hebben en nog steeds leven bin
nen dit proefveld waren niet alleen proefkonijnen,
maar deden er ook zelf aan mee. Niemand, zelfs
niet de meest scherpzinnige, edele en standvastige
onder ons, kan zich onttrekken aan zijn verant
woordelijkheid ervoor.
Onder de nieuwe omstandigheden die zich de
laatste zes jaar bij ons hebben ontwikkeld kunnen
we de dingen bij hun naam noemen. Naar mijn
mening gaat het er nu niet in de eerste plaats om
schuldigen te zoeken of gevallen afgoden door
nieuwe te vervangen. Het gaat erom lering te trek
ken uit het verleden. Hierin zie ik de belangrijkste
opgave voor het denkende deel van de samenle-
[103]