Verliezen door kiezen?
100 jaar principes en criteria voor archiefselectie
H. Bordewijk
[79]
Drs H. Bordewijk spreekt zijn rede uit
Een congres over '100 jaar kiezen voor later' heeft een belangrijk histo
risch aspect: hoe hebben de archivarissen de afgelopen honderd jaar ge
kozen? Drs H. Bordewijk, rijksarchivaris in Overijssel en docent aan de
Rijksarchiefschool, geeft een helder overzicht van deze ontwikkeling,
maar trekt de lijn ook door naar de toekomst.
[78]
Enige jaren geleden stond een Amerikaan op de
stoep van het Haagse Gemeentemuseum met in
zijn hand het testament van zijn grootmoeder.
Hierin was aan hem op zijn 21 ste verjaardag een
koffieservies van Haags achttiende-eeuws porse
lein gelegateerd. Hij kwam het serviesje, dat in
1913 door zijn grootmoeder in bruikleen aan het
museum gegeven was, opeisen. Het museum wist
niet beter dan dat het serviesje naderhand in 1931
van de curator van de inmiddels onder curatele ge
stelde grootmoeder was gekocht en weigerde af
gifte. In de daarop volgende rechtzaak werd het
museum in het ongelijk gesteld, omdat het met
wel erg schamele bewijzen kwam. Uit het archief
kon alleen een vermelding van aankoop in het
jaarverslag over 1931 geproduceerd worden; geen
bijlagen bij de jaarrekening van 1931 waaronder
zich het bewijs van aankoop zou moeten bevin
den. Deze waren allang vernietigd. Vanwege het
belang van het behoud van het unieke serviesje zag
het museum van verdere procedures af en kwam
met de Amerikaanse kleinzoon tot een schikking
voor een bedrag van 65.000,-.1
Een tweede voorbeeld van verliezen door kie
zen brengt ons naar Zwolle. In het jaarverslag van
de Stichting voor Historisch Onderzoek over 1989
staat onder het lopend onderzoek vermeld het
project: 'Woonwagenbewoners in Nederland tus
sen 1880 en 1945: het ontstaan van een minder
heid'. De uitvoerder van het project geeft hierbij
onder andere de volgende toelichting: 'Met het ar
chiefonderzoek werd in januari 1989 begonnen.
De aandacht werd het eerst gericht op het provin
ciehuis in Zwolle, waar zich voor dit onderzoek
bijzonder waardevol materiaal bevindt: dossiers
met persoons- en andere gegevens van woonwa
genbewoners over de periode 1921-1945, die in alle
andere rijksarchieven zijn vernietigd'.2
Deze twee voorbeelden uit mijn eigen praktijk
zult U ongetwijfeld kunnen aanvullen met vele
andere voorbeelden van recente en oudere datum;
gevallen waarin de betrokken archivarissen in
stemden met vernietiging, maar waarbij later
bleek dat of het belang van het betrokken over
heidsorgaan of het belang van de recht- en bewijs-
zoekende burger of het belang van het historisch
onderzoek in meer of minder ernstige mate werd
geschaad.
Kiezen doet verliezen!
Dames en herenik ben mijn betoog niet met deze
voorbeelden uit de praktijk begonnen om de staf
te breken over archivarissen die even niet opgelet
hebben en stukken hebben laten vernietigen die
niet vernietigd mochten worden of om nu over te
gaan tot een pleidooi voor minder of zorgvuldiger
vernietigen. Neen, mijn bedoeling met deze op
maat is uitdrukkelijk te onderstrepen hoe gewich
tig de verantwoordelijkheid van de archivaris op
het terrein van de selectie en vernietiging is. Kie
zen doet verliezen!
Die verantwoordelijkheid heeft de archivaris
altijd gevoeld; met het groeien van de papierberg
is deze echter zwaarder gaan drukken. Op papier,
dat wil zeggen via regelgeving is procedureel alles
prima in orde. Geworsteld heeft de archivaris
vanaf het begin echter met de principes en crite
ria op grond waarvan hij moet beoordelen of het
ene archiefstuk wel, het andere niet vernietigd
moet worden. Er is de afgelopen honderd jaar
veel, zeer veel met onze instemming vernietigd,
maar er zijn ook stuwmeren ontstaan, keurig af
gedekt door regelingen en afspraken op papier
die eerdaags letterlijk uit hun bewaarplaatsen zul
len barsten. Vluchtgedrag in nieuwe regelgeving
of het opentrekken van een paar extra blikken
archivarissen blijft dweilen met de kraan open,
indien tegelijkertijd niet fundamenteel de princi
pes en criteria op grond waarvan bepaald wordt
wat wel en wat niet weg kan, ter discussie staan.
Het is mijn taak U vanmiddag een overzicht te ge
ven van de ontwikkeling in het denken in onze
kring, de kring van archivarissen, over de proble
matiek van het kiezen voor later, de selectieve ver
nietiging.
Het gezond verstand
Onze Handleiding spreekt slechts en passant over
vernietiging. In 1898 was de archivaris ingesteld
op het behouden, het bewaren van de archieven
van voor 1813 en daarbij was vernietiging hoge
uitzondering. In hun toelichting op paragraaf 33
die voorschrijft dat originele oorkonden nim
mer mogen worden vernietigd, zeggen Muller,