cas inventaris nr. 54
ƒ11,95 isbn 90-5164-154-0
cas inventaris nr. 55
ƒ18,60 isbn 90-5164-155-9
cas inventaris nr. 56
ƒ11,95 ISBN 90-5164-156-7
cas inventaris nr. 57
ƒ10,90 isbn 90-5164-157-5
cas inventaris nr. 58
ƒ11,25 ISBN 90-5164-158-3
cas inventaris nr. 59
ƒ13,70 isbn 90-5164-159-1
cas inventaris nr. 60
ƒ12,65 isbn 90-5164-160-5
De dienst der Domeinen (ontstaan in 1812) is belast met het financieel en ma
terieel beheer van goederen waarvan de eigendom bij de staat berust. Voor
een deel bestonden deze goederen uit oude grafelijke en stadhouderlijke bezit
tingen, deels uit aankoop en inpolderingen en ten slotte uit onbeheerde nala
tenschappen die aan de staat vervielen.
De dienst is vele malen gereorganiseerd. In de inleiding zijn organisatiesche
ma's opgenomen over de periode 1936-1969. Tussen 1930 en 1946 werden 17
inspecties gevormd, die de taken van de ontvangerskantoren overnamen. De
inspecteurs voerden in principe het financieel beheer over de goederen die in
materieel opzicht onder de verschillende ministeries vielen. Deze taak werd met
name van belang als eigendom van de staat tijdelijk aan derden in gebruik werd
gegeven middels verpachting, verhuur of toewijzing van vergunningen. Ook
hielden de inspecteurs zich bezig met de aan- en verkoop van goederen.
Op grond van een in 1969 doorgevoerde reorganisatie werden de 17 inspec
ties vervangen door 6 nieuwe.
In de inventarissen zijn 14 van de 17 inspectie-archieven beschreven. De al
gemene inleiding is voor iedere inventaris gelijkluidend. Aan de domeininven
taris, waarin krachtens een uit 1862 daterende instructie de leggers, memoria
len, registers, akten kaarten en brieven en andere bescheiden moesten worden
beschreven, en aan de verschillende soorten leggers wordt aandacht geschon
ken in de rubriek 'aanwijzingen voor de gebruiker': daarin is ook een voor
beeld van een uitgaande brief met toelichting opgenomen. Twee bijlagen be
vatten respectievelijk overzichten van inspecteurs in de betreffende provincies
en een lijst van gemeenten die onder de beschreven inspecties ressorteerden.
FVA
J. vriens, Inventaris van het archief van prof. dr. Jan Eduard de Quay (1901-
1985) en van het archief van de familie de Quay (1656-1985). 's-Hertogenbosch
1988, Rijksarchief in Noord-Brabant, inventarisreeks nr 37. 27,15 isbn
90-5164-138-9
In 1974 droeg De Quay zijn papieren over. Negen jaar later stelde hij zijn ar
chief onder beperkende bepalingen open voor wetenschappelijk onderzoek,
nadat in het weekblad Vrij Nederland een artikel was verschenen over zijn lid
maatschap van de Nederlandse Unie. Hiermee werd een rijke bron voor de
geschiedenis van Nederland in het algemeen en de provincie Brabant in het
bijzonder toegankelijk.
Jan Eduard de Quay ontplooide op politiek gebied veel activiteiten. Zo was
296
hij voorzitter van de Vereniging voor Nationale Veiligheid, die in de jaren voor
de Tweede Wereldoorlog ijverde voor een betere defensie, regeringscommis
saris voor de arbeid (mei 1940), minister van Oorlog in het 3e kabinet-Gerbrandy
(1945), Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant (1946-1959) en
minister-president (1959-1963). Ook op economisch en kerkelijk gebied was
hij actief. Hij werd, aldus Vriens in zijn inleiding, 'graag gevraagd omdat hij
naast de kennis van allerlei zaken, ook gezien werd als een uitstekend teamlei
der en een beminnelijk mens'.
Het gedetailleerd beschreven archief (meer dan 3.000 nummers), waarvan
het familiegedeelte een klein onderdeel vormt, bevat onder andere ook 26 dag
boeken van De Quay (die uit privacy-overwegingen zijn bewerkt) alsmede een
aantal geluidsbanden met teksten van vraaggesprekken over de Nederlandse
Unie, de na-oorlogse periode september 1944-november 1946, het kabinet-De
Quay en zijn activiteiten in het bedrijfsleven. De persoonsnamen zijn opgeno
men in een index.
Hopelijk zal dit belangwekkende archief bij een steeds groeiende belang
stelling voor contemporaine geschiedenis de aandacht krijgen die het verdient.
FVA
r. BIJLSMA en t. van der lee, Inventaris van het oud archief Curagao, Bonai
re en Aruba tot 1828. 's-Gravenhage, 1989, Algemeen Rijksarchief Eerste Af
deling. 17,ISBN 90-71238-26-1
In opdracht van de minister van Koloniën bereidde Th. Morren, oud-commies
van het Algemeen Rijksarchief, in 1916 het transport van dit bestand naar Ne
derland voor. Stukken over de periode tot 1846 werden in fasen opgezonden
gedurende 1917-1931. Het oud archief behelst onder andere stukken van de
gouverneur(-generaal), van de raden van politie en van civiele en criminele justi
tie, de administratie van financiën, de militaire commandant, de wees-, onbe
heerde en desolate boedelkamer, alsmede secretariële en notariële protocollen
en de burgerlijke stand.
Het besluit van de regeringen van Nederland en de Antillen om de Antilli
aanse archieven te microficheren (1978) was aanleiding de inventaris van Bijlsma
(1920-1924) te bewerken. Beschrijvingen werden gecorrigeerd, aangevuld en
waar nodig nader toegelicht, inleidingen werden toegevoegd aan de afdelin
gen van het archief, persoonsindices werden gemaakt op de series boedelreke
ningen van de weeskamer en de processtukken van de raad van civiele en cri
minele politie. Integratie van archiefonderdelen die in fasen naar Nederland
waren verscheept, vond niet plaats. Wel werd zo goed mogelijk aangegeven
welke stukken destijds niet waren getransporteerd en nog op het Centraal Histo
risch Archief van Curacao berusten. Indices op persoonsnamen, aardrijks
kundige- en scheepsnamen completeren het geheel.
In het kader van samenwerking tussen twee landen met een gemeenschap
pelijk verleden is een project als het onderhavige van grote betekenis: toekomstig
onderzoek zal ermee gebaat zijn, zeker als het plan om de in Nederland en op
297