Archieven
in de Europese gemeenschap
Spanje
A uke Pieter Jacobs
van de bijbehorende raadscommissie die zich met dezelfde taak hebben bezig
gehouden. Behalve bij de reeds geïnventariseerde Plaatselijke Werken werden
de verschillende diensten hier verder buiten gehouden.
Overeenkomsten
Hoewel de drie behandelde inventarisatieprojecten niet geheel met elkaar ver
geleken kunnen worden, valt daarin toch een aantal hoofdlijnen te onderkennen.
In Den Haag werd vooral de grondig gewijzigde positie van de verschillende
geledingen van het gemeentebestuur in 1851 als einddatum voor het archief
gehanteerd. Daarnaast speelde de verandering van registratuurstelsel een rol.
n Amsterdam en Rotterdam werd voornamelijk naar de registratuur geke
ken; daar was de invoering van de code vng het eindpunt.
Een probleem dat zich bij de inventarisatie van dergelijke archieven voor
doet is, afgezien van de omvang, de grote hoeveelheid losse stukken. Door
gaans zal men met een indeling naar organisatie en taken het merendeel daar
van kunnen plaatsen. Om dit te vergemakkelijken is een organisatieonderzoek
onontbeerlijk. Wanneer men eenmaal weet wie zich waarmee op welk moment
bezighield, is bovendien de indeling zelf doelmatiger in te richten.
Tenslotte is duidelijk dat, willen dergelijke projecten binnen een redelijke
termijn kunnen worden afgerond, inzet van meer dan één inventarisator drin
gend gewenst is.
Summary
The third conference of archivists working in the North and South Holland
provinces of the Netherlands was held in May 1989. Three lectures were being
given on recent inventories of the 19th and im century municipal archives
of Amsterdam, Rotterdam and The Hague. Attention was paid to the pro
blems the lecturers had encountered and the ways in which they had dealt with
these problems. Although the three projects are different in many ways there
are a number of similarities too.
278
In onze serie Archieven in de Europese Gemeenschap volgt hier de derde afle
vering, waarin de beurt is aan Spanje. Drs. A. P. Jacobs bericht over zijn be
zoeken aan een aantal Spaanse archiefdiensten welke collecties beheren op het
terrein van de koloniale geschiedenis. De auteur is 38 jaar en hoopt in 1991
aan de Katholieke Universiteit Nijmegen te promoveren op een onderzoek naar
migratiebewegingen van Spanje naar Amerika tussen 1598 en 1621. In dit ka
der verrichtte hij onderzoek in Spanje in 1982, 1985 en 1987.
Archieven in Spanje
Het Spaanse archiefwezen kent reeds een lange historie. Van het Archivo de
la Corona de Aragón (Archief van de Kroon van Aragon) wordt al in de der
tiende eeuw melding gemaakt. De eerste aanzet werd in Castilië gegeven toen
Karei v rond 1540 opdracht gaf om het kasteel van Simancas tot archief te
bestemmen. Alle documenten met betrekking tot het Casa Real waren inge
volge een koninklijk decreet van 1509 reeds bij elkaar gezocht. Zijn voorgan
gers, Hendrik iv en Jan n, hadden hun persoonlijke archief ondergebracht in
diverse kastelen in Castilië. Al dat materiaal werd nu in het kasteel van Siman
cas, dichtbij Valladolid, waar het hof toen zetelde, bijeengebracht. In augus
tus 1588 gaf Filips n definitief vorm aan het archief door het uitvaardigen van
officiële voorschriften. Ondanks dat hij het hof reeds in 1561 naar Madrid had
verplaatst, bleef het staatsarchief gevestigd in Simancas. Tot op de dag van
vandaag zetelt in het prachtige kasteel van Simancas het Archivo General de
Simancas (Algemeen Archief van Simancas).1
De Spaanse staatsarchieven bestaan uit de zogenaamde Archivos Generales
(Algemene Archieven) die documenten bewaren van nationaal belang, en daar
naast uit de regionale en provinciale archieven. Het oudste algemene archief
is dat van Simancas, gevolgd door het Archivo General de Indias (Algemeen
279