'Spoken bestaan niet. Of toch?' Het beeld van de archivaris M. R. Hermans Summary In the wake of a report on the conservation of cultural objects (Tilburg 1980) there has been a growing concern among archivists both in the Netherlands and abroad with regard to the material conservation of archivalia. In particu lar the problem of acidity in paper - causing its gradual deterioration - is be coming increasingly pressing. Broadly speaking, acidity is caused by two fac tors: environmental pollution (acid rain) and chemical processes in paper manufactured after 1830. This latter, so-called 'autonomous' form of decay, is the author's main focus. He discusses the various policy plans and activities that have been undertaken on a national level since 1980, and gives a detailed description of the 'Deltaplan for cultural conservation', drawn up by the Mi nistry of Welfare, Health and Cultural Affairs. This plan is to be presented to the Second Chamber in the autumn of 1990. 258 De klantvriendelijkheid van een archiefdienst was het onderwerp van een arti kel door de Zwolse gemeentearchivaris Berkenvelder in de vorige aflevering van het Nederlands Archievenblad. Zijn Roosendaalse collega Hermans werd zowel door zijn artikel als door een bijdrage in het Amerikaanse vaktijdschrift geïnspireerd tot een poging het beeld van de archivaris en de archiefdienst in Nederland aan het wankelen te brengen. Is de archivaris nog steeds het cliché van dufheid of zijn er mogelijkheden hem tot informatie-manager te maken? 'De geest van de Archieven van de Toekomst verscheen aan mij op een vrij dagmiddag. Terwijl ik bezig was de dossiers van de gezamenlijke Telefoon dienst op te bergen, keek ik op en zag de in een zwart doodskleed gehulde ver schijning. De Geest verzocht mij hem te volgen en al spoedig bevonden we ons in een blinkende, met airconditioning uitgeruste kamer, die vol stond met com putereenheden en beeldschermen. Een fel gekleurd bord op de deur vermeld de: DATA ARCHIEF. Een digitale kalender gaf 12 september 2001 aan. Effi ciënt werkende informatiebeheerders waren druk bezig om antwoord te geven op gestelde vragen over beleidszaken van de universiteit en over procedures, over dossiers van studenten zowel wat hun academisch als sociaal leven be treft, over studenten-profielen en publicaties van de faculteiten. Elk eindstati on in het onderzoeksvertrek was in gebruik door studenten of leden van de faculteiten, maar de meeste onderzoeksvragen werden met behulp van elec- tronische post en faxen afgehandeld. "Het is ons streven direct antwoord te kunnen geven op alle soorten van informatiebehoefte die betrekking hebben op de universiteit'legde de mana ger van het computercentrum uit. "Ons succes-percentage ten aanzien van het tevreden stellen van cliënten bedraagt 99%". De Geest leidde me van vertrek tot vertrek. Plotseling daalden we een donkere trap af, die voerde tot de bibli otheekkelder. Nadat we een smalle gang doorgelopen hadden, kwamen we bij een stalen deur waarop, in nog net leesbare letters, stond geschreven: Univer siteitsarchief. Behoedzaam opende ik de deur. Het vertrek stond stampvol met stapels oude archiefdozen. Bergen ongeordend papier bedekten diverse grote tafels. "Aha, U bent natuurlijk een onderzoeker", hoorde ik een stem zeggen. 259

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 28