joen, die tot en met 1992 (verder is nog niet gespecificeerd) voor incidentele
subsidies aan niet-rijksinstellingen ter beschikking is, zal toch een deel aan het
niet-rijksarchiefwezen ten goede moeten kunnen komen.
Ik heb tot nu toe vooral aandacht geschonken aan allerlei externe factoren,
die ons archivarissen raken. Er is echter aanleiding genoeg om ook het oog
eens te richten op het reilen en zeilen van onze vereniging. Per slot van reke
ning zijn we ons honderdste levensjaar ingegaan en staat het lustrum als het
ware voor de deur.
De meest in het oogspringende gebeurtenis was natuurlijk de definitieve start
van het eigen bureau, met Corrie-Christine van der Woude als eerste bureau
medewerkster. Sinds zij op 1 september met haar werkzaamheden is begon
nen, is ondubbelzinnig gebleken hoe ontzettend nodig die professionele
verenigings- en bestuursondersteuning was. Als we nu, na nog geen half jaar
ervaring met het bureau opgedaan te hebben en een tussenbalans opmakend,
nagaan hoe het takenpakket van de medewerkster eruit ziet, dan is het ons als
bestuur bijna een raadsel hoe zij erin slaagt die veelheid van taken binnen de
haar toegemeten werktijd uit te voeren. Naar buiten toe is de facelift van het
Nieuws van Archieven het duidelijkste teken van een nieuwe eindredacteur,
maar ik kan u verzekeren dat er intern nog zeer veel meer werk verzet wordt.
Nu ik het toch over het Nieuws heb, wil ik vanaf deze plaats Roelof Hol dank
zeggen voor de wijze waarop hij erin is geslaagd, ondanks zijn andere, zeer
drukke werkzaamheden, vijfjaar lang, iedere maand weer een Nieuws te pro-
duceren.
Al voordat het bureau van start ging, was ons als bestuur duidelijk dat et
geen tijd zou hebben om ook voor andere verenigingsactiviteiten zoals com
missies en werkgroepen werktijd ter beschikking te stellen, hoe zeer sommige
commissievoorzitters daarop ook hadden gehoopt. Bij de eerste plannen voor
een bureau is het uitgangspunt geweest dat het naast een uitvoerende taak ook
op beleidsniveau voorbereidend ten behoeve van bestuur en vereniging zou moe
ten werken. Het departement heeft dat ook onderschreven. Aangezien de hootd-
taak op dit moment in het administratieve vlak ligt en er met of nauwelijks
tijd overblijft voor beleidszaken, is het bestuur met het departement in over
leg getreden om tot uitbreiding van de subidie te komen, om zo een volwaar
dig bureau te kunnen bewerkstelligen. Het departement heeft echter zijn
oorspronkelijk stellingname dat de van, net als de Nederlandse Museumvere
niging, over een goed geoutilleerd en bemand eigen bureau zou moeten be
schikken, verlaten en verschuilt zich nu plotseling achter notities, die aan moeten
tonen dat zo'n uitgebreid bureau echt nodig is. Als doekje voor het bloeden
moge gelden dat het departement aangekondigd heeft de subsidie voor 1991
mogelijk zodanig te verhogen, dat we als vereniging in financiële zin niet meer
op het bureau behoeven toe te leggen. Duidelijk is echter dat het streven van
het bestuur er op gericht blijft een bureau met een behoorlijke omvang te ver
krijgen, en dan het liefst als lustrumcadeau.
Nu ik het toch over het lustrum heb, kan ik U mededelen dat de voorberei
dingen voor beide congressen in volle gang zijn. Het nationale congres in Gro
ningen, dat van 24 tot 26 april 1991 gehouden zal worden, wordt opgebouwd
rond het thema'100 jaar kiezen voor later'. Begin oktober 1991 zal het mter-
110
nationale gebeuren in Maastricht gewijd zijn aan 'Archieven en Europa zon
der grenzen'Toen die titel ruim twee jaar geleden gekozen werd, kon niemand
bevroeden welke betekenis het 'Europa zonder grenzen' zou krijgen door de
politieke ontwikkelingen in het laatste halfjaar. Nadere informatie over alle
lustrumactiviteiten zal in de komende tijd ruim verspreid worden. Op de laat
ste ledenvergadering in november '89 in Utrecht heb ik al een tipje van de slui
er opgelicht over een nieuw en opmerkelijk onderdeel van de lustrumviering,
een Nationale Manifestatie, te houden in de Nieuwe Kerk in Amsterdam ge
durende de maand oktober 1991. Als er voldoende externe financiers gevon
den worden, wordt in die kerk in een spectaculaire setting aan het gehele ar-
chiefbedrijf aandacht geschonken, van de mooiste, gekste, opvallendste stukken
uit onze depots tot de modernste datacommunicatie-technieken. Het beheer
en behoud van informatiedragers zal een belangrijk aspect van de manifesta
tie vormen en wij zijn de Vereniging van Archiefrestauratoren erkentelijk voor
het feit dat zij hun eigen lustrum ter wille van deze manifestatie een jaar heb
ben uitgesteld. Niet alleen dat, maar ook de reeds verkregen subsidies brengen
ze mee. Alle collega's/diensthoofden is bovendien gevraagd hun medewerking
te verlenen aan een open dag, die op 12 oktober 1991 in het gehele land gehou
den zal worden. Ik hoop op een grote deelname, zodat het Nederlandse ar
chiefwezen zich in al zijn geledingen in oktober 1991 aan het publiek kan pre
senteren.
Het laatste punt van mijn aandacht vormt de Archiefschool. Na een interim
periode na het vertrek van de vorige directeur is Theo Thomassen met mgang
van 1 februari tot opvolger van Peter Sigmond benoemd. Ik wens hem veel
succes en voorspoed in zijn nieuwe functie toe. Tijdens de vorige directie was
al een begin gemaakt met een vernieuwingsproces binnen de school, mede in
gang gezet door diezelfde Theo Thomassen. De belangstelling die er voor dit
vernieuwingsproces in al zijn facetten (opleidingenplan, intern en extern orga
nisatieplan) is, geeft aan dat het wel en wee van de Archiefschool velen van
ons ter harte gaat. Het bestuur van de van is, na beraadslagingen hieromtrent
in het Topoverleg, overgegaan tot de instelling van een commissie Opleidin
gen en Selectie, waarin alle geledingen uit ons vakgebied zijn vertegenwoor
digd. De commissie is vooral ingesteld om te rapporteren over de gevolgen voor
de opleiding van de archivarissen op middellange termijn, waarbij met ont
wikkelingen op het gebied van wetgeving, onderwijs en het eigen vakgebied
rekening gehouden zou moeten worden, en om te letten op de consequenties
welke die ontwikkelingen hebben voor het type archivaris, dat in de toekomst
opgeleid moet worden, welke vooropleiding die minstens moet hebben en bin
nen welke structuren zich die opleiding af zou moeten spelen. Een tussenrap
portage is voor het najaar voorzien. Het navrante bij al deze interne belang
stelling voor de opleiding tot archivaris is, dat bijna alleen baanloze historici
ons vak nog interessant schijnen te vinden. De spoeling voor academici en
dus ook de opleidingscapaciteit - blijft echter onveranderd dun, zodat slechts
weinigen uitverkoren zijn. Geheel anders ligt dat bij de middelbaren, in mijn
jaarrede van het vorige jaar heb ik de aandacht gevestigd op de teruglopende
belangstelling voor de opleiding tot middelbaar archiefambtenaar. De zorg
voor de toekomst die ik toen uitgeproken heb, is door de aanmelding voor het
komende cursusjaar niet verminderd. Het aantal belangstellenden voor een
111