Kroniek ■fa**"'. Een dekkend net van professioneel archiefbeheer in Noord-Brabant Op 14 februari 1990 vond op instignatie van de provinciale archiefinspectie een feestelijke bijeenkomst plaats in de raadszaal van de Middenbrabantse gemeente Oisterwijk om te vieren dat de 131 Brabantse gemeenten alle voorzien zijn van een gediplomeerde archivaris. Oisterwijk is de centrumgemeente van het streek- archivariaat 'In het kwartier van Oisterwijk' en de gemeente Oost-, West- en Middelbeers is per 1 januari als laatste 'witte vlek' in Brabant toegetreden tot dit streekarchivariaat. Dit betekent dat er in deze provincie elf gemeentearchie ven (waarvan twee met een archiefambtenaar ter secretarie) en negen streekar chieven of -archivariaten (van in totaal 120 gemeenten) bestaan. Ter inleiding van de bijeenkomst memoreerde de archiefinspecteur, drs P. J. Margry, de ontwikkeling van het fenomeen streekarchief. De eerste ge dachten daarover leefden reeds bij de Middelburgse archivaris Unger die als stelling 11 in zijn proefschrift uit 1916 schreef: 'Ten einde verdere verwaarlo zing der archieven van kleinere gemeenten te voorkomen, is oprichting van zgn. Kreits-archive wenschelijk.' Pas veertig jaar later zou hiervan in Brabant een concrete invulling plaatsvinden. Weliswaar was er gedurende de oorlog al uit noodzaak soms tot gemeenschappelijke archiefdepots overgegaan, het was pas in 1948 dat in de gemeente Oosterhout archiefambtenaren voor meer gemeen ten werkzaam waren. Met name de burgemeester gaf aan dit idee vorm. Pas na het tot stand komen van de eerste Wet gemeenschappelijke regelingen in 1949 waren er concrete mogelijkheden voor gemeenschappelijk archiefbeheer via een rechtspersoon. Ook bij de provincie werd daarop ingehaakt. Een commissie van het pro vinciaal bestuur stelde bij een begrotingspost voor 1951 betreffende de archief inspectie dat bevordering gemeenschappelijke regelingen tussen gemeenten zou moeten leiden tot het aanstellen van wetenschappelijke archiefambtenaren, ten einde de archieven van de gemeenten te ordenen en in stand te houden. Uitein delijk kwamen eind 1955 en begin 1956 de streekarchivariaten in de kring Ooster hout en Nassau-Brabant tot stand, mede omdat er een subsidieregeling was voor 10% van de aanloopkosten in de eerste vijfjaarDaarna kwamen er meer streek archivariaten. Na het overlijden van archiefinspecteur Bernsen en de aanstelling van zijn opvolger Caminada volgde een periode van uitbouw en consolidatie. Een tweede subsidieregeling stimuleerde de oprichting van weer nieuwe streekarchieven als 194 Folder over de aanwezigheid en raadpleegbaarheid van overheids- en particuliere archieven in gemeente-/streekarchieven, bij waterschappen en in het rijksarchief in de provincie Noord-Brabant Niet alleen de bestuursarchieven van de gemeenten treft men bij genoemde archiefdiensten aan, meestal worden er ook de archieven van parochies, verenigingen, stichtingen, bedrijven, personen of families en soms die van polders en water schappen bewaard. op weg helpen. Bijvoorbeeld door ze wegwijs te maken in de manier van werken of door suggesties te doen over welke informatie in welke archieven gevonden kan worden. Deze folder is bedoeld om de (beginnende) archiefbezoeker enigszins wegwijs te maken in de Noorbrabantse archiefsitua tie. Noord-Brabant kent namelijk een uitgebreid systeem van archiefinstellingen. Het is een zogenaamd 'dekkend net' van gemeente- en streekarchieven. Dit betekent dat de oudere archieven van alle Brabantse gemeenten onder beheer staan van een gekwalificeerde archivaris en vrij toegankelijk zijn. Aan de binnenzijde van deze folder staan de adressen, tele foonnummers en openingstijden van de archiefdiensten ver meld waar de oude archieven kunnen worden geraadpleegd. Niet van alle archieven in Brabant kunnen de bewaarplaatsen worden opgenomen: diverse particuliere archieven zijn niet openbaar en worden daarom niet vermeld. GEMEENTE-, STREEKARCHIEVEN EN STREEKARCHIVARIATEN Grotere gemeenten bezitten over het algemeen een omvang rijk oud archief en beschikken over de mogelijkheden om er een eigen archiefdienst op na te houden. Voor kleinere gemeenten is dat meestal financieel niet haalbaar. Mede om die reden hebben zij in Noord-Brabant besloten om per regio een gemeenschappelijke archiefdienst op te zetten: een streek archief of streekarchivariaat. Dit onderscheid in benaming is niet onbelangrijk omdat u daaruit kan afleiden hoe die archiefdienst is georganiseerd en hoe vervolgens u bij uw archiefonderzoek te werk moet gaan. Een streekarchief heeft namelijk de oude archieven van de deelnemende gemeenten in een centrale bewaarplaats opgeborgen: daar vindt u dus in principe alle voor die regio belangrijke archieven bij elkaar. Een ruime studiezaal met een historische bibliotheek en foto's, kaarten en prenten vullen de archieven aan. In de regel kan men er 4 dagen per week tijdens kantooruren (en soms 's avonds en zaterdags) terecht. Bij een streekarchivariaat worden de archieven daarentegen decentraal bewaard: het betekent dat de archieven van de deelnemende gemeenten in de depots van de eigen gemeente huizen zijn gebleven. Omdat de streekarchivaris niet overal tegelijk kan zijn, is het archief van elke gemeente meestal slechts een (mid-)dag per week toegankelijk. Meestal zal men voor onderzoek tevoren een telefonische afspraak moeten maken. Soms zijn er gemengde archiefdiensten: dan worden archieven deels centraal en deels decentraal bewaard. Titelblad van het klad-manuaal (register van inkomsten en uilgaven) vi Heilige-Geeslarmen van Tilburg over de jaren 1773 en 1774. FotoGemeentearchief Tilburg Er bestaat een uitgebreide gids waarin alle individuele archiefbestanden staan opgesomd die bij de Brabantse archiefdiensten kunnen worden ingezien: De Archieven in Noord-Brabant (Alphen aan den Rijn: Samson, 1980). Deze gids is bij iedere archiefdienst en in bibliotheken aanwezig. Aan de hand van deze gids krijgt men een goed idee van de verschillende archieven en (foto-)collecties. Een nadeel is dat de gids alweer is verouderd doordat er in de afgelopen tien jaar veel nieuwe archiefbestanden door de archivarissen zijn verworven. Ter plaatse zijn echter meestal bijgewerkte archie venoverzichten aanwezig. In Nederland zijn de oudere archieven (ouder dan ca. 50 jaar) van Rijk, provinciebesturen, gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen in principe voor iedere burger openbaar. Dit betekent dat een ieder deze archieven mag raadplegen voor historisch, genealogisch of andersoortig onderzoek. Onderzoek en raadpleging zijn bovendien koste loos (uitgezonderd soms het gebruik van speciale lees- en afdrukapparatuur). Omdat in een democratisch land goed geordende en bewaar de overheidsarchieven essentieel zijn voor de recht- of bewijs- zoekende burger, is de zorg voor deze archieven in de Archiefwet precies vastgelegd. In deze wet staat ook' dat de oudere archieven vrij en kosteloos toegankelijk zijn. Voor jongere archieven bestaat er de Wet Openbaarheid van Bestuur, maar met minder mogelijkheden voor daadwerkelijk onderzoek: wel recht op bepaalde informatie uit de archief stukken, maar lang niet altijd op inzage in de stukken. Om archiefbezoek mogelijk te maken en de openbaarheid van de archieven te bevorderen, zijn de oudere archieven onder gebracht bij archiefdiensten: gemeentearchieven, streek archieven, streekarchivariaten of rijksarchieven. Deze dien sten worden geleid door archivarissen die er voor zorgen dat de diverse archiefbestanden onder hun beheer worden geïn ventariseerd en voor bezoekers toegankelijk gemaakt. Boven dien kunnen zij door hun kennis bezoekers bij hun onderzoek Voorzijde van de folder Archieven in Noord-Brabcmt 195

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 46