Op donderdagochtend stond het staatsarchief van Rome op het programma.
Aangekomen in Corso Rinascimento werden we overweldigd door het fraaie
zestiende-eeuwse Palazzo delta Sapienza, de vroegere huisvesting van de uni
versiteit van Rome, en gelijk viel ons een hartelijk welkom ten deel van direc
teur dott. Lucio Lume. Vervolgens, na een kort bezoek aan de studiezaal, wer
den we ontvangen in de reusachtige Alessandria-bibliotheek van Borrommi.
Aldaar hield prof dott. Donato Tamblé een exposé over de inhoud en de werk
zaamheden van het staatsarchief. In dezelfde ruimte bezichtigden we onder
zijn leiding de permanente tentoonstelling.
Lume vertelde nog over de toepassing van automatisering binnen het staats
archief. Hij ziet automatisering louter als een hulpmiddel dat het vak van ar
chivaris niet wezenlijk verandert. Hoewel hij zegt hierover bekritiseerd te wor
den, meent hij dat hij in dit land met een zeer rijke historische en een beproefde
archivistische traditie zich deze houding kan veroorloven.
Tamblé kwam vervolgens te spreken over zijn initiatieven om - naar analo
gie van de Europese monumenten (Europa Nostra, Amsterdam 1975) - te ko
men tot een Europese structuur voor het archiefpatrimonium in de Europese
gemeenschap.11 Hij heeft daartoe een charter opgesteld dat in 1983 door de
Italiaanse vereniging van archivarissen is goedgekeurd (zie bijlage). Het gaat
er om de gemeenschappelijke karateristieken te onderstrepen teneinde het be
houd en het omgaan met archieven te verbeteren. Het zou goed zijn wanneer
andere nationale archiefverenigingen - ook de van - dit idee ondersteunen, zo
dat een en ander wellicht ook bij het Europees parlement of de Europese Com
missie onder de aandacht kan worden gebracht. Samenwerking en grensover
schrijdende projecten zullen in de toekomst zeker niet uit (kunnen) blijven.
Tijdens de reis blijkt elke keer weer hoe groot in het algemeen het gevoel voor
archieven en historie in Italië is. In weerwil van wat men vaak denkt, wordt
het cultuurpatrimonium er als een groot goed beschouwd. Het blijkt bijvoor
beeld uit het feit dat de archiefwet er ook geldt voor particuliere archieven.
Wie ziet dat hier in Nederland gebeuren? Maar ook uit kleine zaken, zou er
in Nederland, zoals in Italië, een Plein of Straat der Archieven bestaan? Vast
niet.
In het algemeen valt ook op hoe de (veelal historisch geschoolde) archiva-
rissen en de historici er aan hechten hun beider disciplines in relatie te zien.
Het bedrijven van historisch(-archivistisch) onderzoek en het daarmee rich
ting geven aan onderzoek in bepaalde archiefbronnen wordt,als een belang
rijk onderdeel van het werk gezien. Iets wat in Nederland door sommige ar
chivarissen als abject hobbyisme wordt afgedaan.
Enkele collega's van Tamblé vertellen over hun specifieke archivistische werk
zaamheden. De Italianen willen ook graag van onze kant worden geïnformeerd.
Over de archiefschool, de van, archivalia in bibliotheken en inspectie wordt
een en ander uit de doeken gedaan.
Interessant was ook de voordracht over de Camera Apostolica, de belang
rijkste bestuursinstelling van de pauselijke staat. Dit grootste en belangrijkste
archief is de kern van de archieven van de kerkelijke staat. Voor de bewerking
van dit archief heeft men goede contacten met het Vaticaans archief, waar even
eens een groot deel van het archief wordt bewaard. In principe berusten de
160
'wereldlijke' stukken van de paus in het staatsarchief en de 'kerkelijke' in het
Vaticaan. De scheiding is niet altijd even duidelijk. In voorkomende gevallen
worden archivalia uit archieffondsen overgebracht. Het staatsarchief is reeds
geruime tijd bezig dit grote archief te inventariseren, waarbij getracht wordt
de oude orde te herstellen. Opmerkelijk is dat men niet gaat hernummeren,
de oude nummers blijven bestaan, maar in de inventaris wordt alles gehergroe
peerd. Daarvoor is het archief te veel geciteerd.
Voor ons Nederlanders is het aardig dat de 'archivarissenbijbel' in Italië nog
steeds een grote faam geniet. Mede dankzij een vroege Italiaanse vertaling van
de Handleiding, heeft deze overal school gemaakt. 'Müller, Fiet en Fruu-ien
kwamen regelmatig ter sprake.
Onze gastheer van de ochtend, prof. Tamblé, bleek ook verbonden te zijn aan
de archiefschool van het Romeinse staatsarchief. Hij vertelde iets meer over
de archiefopleidingen in Italië.
De eerste archiefopleidingen ontstonden in de eerste helft van de twintigste
eeuw. De Archiefwet van 1963 bepaalde uiteindelijk dat er zeventien Scuola
di Archivistica, Paleografica e Diplomatica, alle verbonden aan een staatsar
chief in de provincie, zouden zijn.12 Het onderwijs - gegeven op universitair
niveau-is openbaar en gratis. Wel is kennis van Latijn vereist.
De opleiding neemt twee jaar (november-mei) in beslag, gedurende twee da
gen per week. De hoofdvakken zijn: algemene archivistiek, geschiedenis van
de instellingen van de pauselijke en van de Italiaanse staat, geschiedenis van
archieven, paleografie en diplomatiek.13 Gelijkwaardig zijn de diploma s van
de archiefscholen van het Archivio Segreto Vaticano en die van de universiteit
La Sapienza in Rome.
De opleiding is verplicht voor een groot aantal posten binnen het archiefwe
zen, zowel bij de overheid als bij particuliere instellingen. In het algemeen kan
men zeggen dat de archivisti van de staatsarchieven universitair geschoold zijn
met de archiefopleiding. Een middelbaar kader zoals in Nederland kent men
niet. Wel zijn er documentaiisti, een soort assistenten van de archivarissen die
een praktijkopleiding krijgen.
Archiefinspectie
Als derde archiefonderdeel onder het ministerie van Cultuur ressorteren smds
1963 de soprintendenze archivistiche, de archiefinspecties. Het zijn organen
met als werkgebied de regioni, de zich over enkele provincies uitstrekkende
Italiaanse 'landschappen'. De inspecties dienen te waken voor en hebben het
toezicht op de archieven van niet-overheidsorganen (privé-instellingen en be
drijven). Daarnaast moeten ze de archieven van de lagere overheidsarchieven
en die van de openbare lichamen en bedrijven (semi-overheid) beschermen en
onder toezicht houden.
De achttien inspecties hebben een brede bevoegdheid. Alle archieven van
gemeenten, families, verenigingen, politieke en culturele partijen en privé-
instellingen vallen onder het wettelijk toezicht. Ten aanzien van de particulie
re instellingen is hun bevoegdheid interessant: ze kunnen een verklaring afge-
161