'Si' ',%t% 'Vr ro -
/«it ,v
1 X t 3ut vr f
TJi/ Va»
V,
4r
<r
Edelherten in het wild. Foto's: E. Pelzers.
ge eeuw noopten de Van Pallandts van Rosendael ertoe om de jacht op deze
dieren in hun jachtterrein op de Zuidelijke Veluwe vrijwel geheel te stoppen.6
Ook dit was een argument om een afschotadministratie bij te houden. Voorts
kregen jachtopzichters van hun broodheren meer dan eens opdracht een af
schotoverzicht bij te houden. Uiteraard kunnen de hier genoemde motieven
in combinatie voorkomen.
Historische afschotgegevens zijn om verschillende redenen relevant voor de
zoölogie, in het bijzonder voor de faunistiek. Ze kunnen inzicht verschaffen
in veranderingen van verspreiding van soorten en aantalsontwikkelingen van
dieren. Met behulp van jachtrecht- en cultuurhistorisch onderzoek kan dan
weer gezocht worden naar de oorzaken voor eventuele veranderingen in ver
spreiding of aantallen. Eén van de beweegredenen van de Directie Natuur, Mi
lieu en Faunabeheer om jachtstatistieken samen te stellen, is om het verloop
in de aantallen van verschillende soorten te bepalen. Op grond van deze sta
tistieken kan onder meer het natuurbeschermingsbeleid van de overheid wor
den bijgesteld.
In het archief van de familie De Beaufort zijn afschotregisters bewaard ge
bleven, die onder meer betrekking hebben op het landgoed Den Treek bij Leus
den.7 W. H. de Beaufort kocht in 1807 de buitenplaats Den Treek en breidde
daarna zijn bezit door landaankoop uit.8 De afschotregisters bestrijken, be
ginnend in 1821, een periode van bijna 150 jaar. Aan de hand van de hierin
vermelde jachtgegevens is het mogelijk een goed beeld te reconstrueren van
de wildstand op het landgoed en de veranderingen daarin. Het meest gescho
ten wild betreft onder meer hazen, konijnen, houtsnippen, watersnippen, fa
zanten en patrijzen. Afbeelding 2 toont het aantal bemachtigde hazen en hout
snippen tussen 1828-1863. De schommelingen in het aantal geschoten dieren
hebben verschillende oorzaken. Enerzijds spelen jachttechnische zaken, als om
vang van het jachtveld, jachtdruk en -beheer een rol, anderzijds zijn popula-
tiebiologische factoren, als nataliteit, mortaliteit en migratie, niet uitgesloten.
180
yjz !<PSZ T<er rf >>r
/d>tl 33 '*d jt» -
Jfi3T to, 3
/<P37 '3i
/<P3<P too $6
/iP3a too rz
/<ppc> tor tft
/tfV/ iy oj.
,<py-Z ut
/<ptti tty tt
tjf M
/tfiilC'oz to
itPyd^titT o sr
,t//y
f-o
a a
>3
3
3
/O
3f
/O
MS
JL7
/<2
<10
f3
6~
/r
3 f
3
O
3
y
JS6.3
December.
September.
HAZEN
October November.
Voor een goed inzicht in deze problematiek is verder historisch onderzoek no
dig. Vaak zitten er allerhande beperkingen aan het gebruik van historische
jachtstatistieken. Hiervoor verwijs ik naar een eerder verschenen artikel in een
tijdschrift over zoogdieren.9
Het is duidelijk dat historische afschotgegevens voor faunistisch onderzoek
belangrijk zijn en bewaard dienen te worden.
Noten
1 a. h. verster van wulverhorst, 'Bijzonderhe
den omtrent Mr. Gerardt Boot, Luitenant
Houtvester in het Noorder-kwartier van Hol
land', in: Nederlandsch Tijdschrift voor Jagt-
kunde, 2 (1853/1854), 1-12.
g.a. brouwer, 'Enige bijzonderheden over het
edelhert in Nederland en een beschouwing over
de Veluwse herten als natuurbeschermingsob
ject', in: a.f.h.besemer et. al., In het
voetspoor van Thijsse (Wageningen 1949),
215-247.
j.g.g. jelles, Geschiedenis van beheer en ge
bruik van het Noordhollands Duinreservaat,
Mededeling Instituut voor Toegepast Biolo
gisch Onderzoek in de Natuur, 87/1968 (1968),
37-38.
2 a. lenders en e. pelzers, 'De wildstand rond
om de Meinweg 1860-1900', in: Natuurhisto
risch Maandblad, 24 (1987), 24-28.
3 m.f.morzer BRUIJNS, 'Game statistics: an
historical perspective', in: F.leeuwenberg en
i. Hepburn, Working group on game statistics.
Proceedings of the Second Meeting 6-7 October
1982 Zoetermeer 1983), 17-21.
4 Koninklijk Huisarchief, archief Intendance van
Het Loo.
5 Rijksarchief Utrecht, archief familie De Beau
fort, inv. nr. 1873.
6 e. pelzers, 'De betekenis van oude particuliere
jachtstatistieken', in: Huid en Haar 6 (1987),
124-128.
7 rau, archief familie De Beaufort, inv. nr.
1871-1873. Bijvoorbeeld in inv. nr. 1873 wor
den ook jachtresultaten van elders uit de twin
tigste eeuw vermeld. In het Livre de Chasse,
inv. nr. 1874, staan ook gegevens betreffende
schadelijk wild (bunzingen) van het landgoed
Salentein.
8 w.a. g.perks, Hoe uit een Frankische villa een
20e eeuws landgoed ontstond. Leusden: Den
Treek en de Boom (Alphen aan de Rijn 1965),
24-29.
9 pelzers (zie noot 6), 124-128.
181