Je ziet dat bijvoorbeeld bij de coördinatoren. Dat zijn mensen, doorgaans op HBO-niveau, die projecten en andere activiteiten moeten coördineren. Binnen de presentatieafdelingen is hun functie langzamerhand wat geformaliseerd en hebben zij wat duidelijker verantwoordelijkheden gekregen. Nu kunnen zij daar projectleider zijn met daadwerkelijke verantwoordelijkheid voor het project. In principe kan een medewerker in schaal 9 dus de leiding hebben over één conservator in schaal 11 of hogerDat geeft wel eens leuke reacties in de trant van. hee, ik dacht dat jij alleen maar typte Ik denk wel dat er in die inscha ling wat meer variatie moet komen. Iemand moet gewaardeerd gaan worden naar zijn rol in het project. Maar dan moet het kriterium zijn de bekwaamheid om grote projecten te leiden, niet de wetenschappelijkheid. Nou moeten je professionele afdelingen natuurlijk niet alleen bestaan uit mensen die alleen maar weten hoe je moet organiseren: de kwaliteit van je pro- dukt is belangrijk. Mensen die met de kunstvoorwerpen zelf werken, hebben een kunsthistorische achtergrond nodig. En als je bij Collecties of Presentatie gesprekspartner bent van musea, kun je niet zonder inhoudelijke kennis. Aan de ene kant is er een duidelijker scheiding tussen inhoudelijke en orga nisatorische functies, maar aan de andere kant groeien die functies ook weer naar elkaar toe. Mensen die vanuit een organisatorische achtergrond werken, gaan zich langzamerhand wat inhoudelijker ontwikkelen en de wetenschap pers nemen wat meer afstand van hun vak en ontwikkelen wat meer organisa torische vaardigheden. Bedrijfsvoering Taakverschuivingen en organisatorische veranderingen hebben de laatste tijd ook geleid tot een groei in het takenpakket van de afdeling Algemene Zaken. Die afdeling is zich langzamerhand tot een afdeling Bedrijfsvoering aan het ontwikkelen. De organisatiekant is uitgebreid: de ondersteunende afdelingen zijn naar az overgebracht ten behoeve van de coördinatie van al het werk dat gericht is op de rbk als geheel. Ik ben nu verantwoordelijk voor de samen stelling van de organisatie en voor de logistiek tussen de onderdelen. Wat de personeelskant betreft: aanvankelijk was het de taak van de afde ling met het departement over personeelszaken contact te onderhouden; nu moeten we ervoor zorgen, dat het personeelsbeleid hier wordt gevoerd en ner gens anders. Het probleem hoe je de mensen meekrijgt bij ingrijpende veran deringen in je organisatie kan niet anders dan ter plekke door de dienstleiding worden opgelost. En wat de financiële kant betreft: we hebben hier niet meer alleen het comptabel beheer, maar ook het financieel beleid. Het bedrijfsma tige management omvat ook het analyseren van de cijfers en de advisering aan de directeur over de richting waarin we moeten gaan. Het behoort dus tot mijn huidige taken om kritisch te kijken naar de effecti viteit. Waarom Alleen maar om te bereiken, dat de diensten die wij als be drijf leveren, zo goed mogelijk zijn. Ik zit hier dus vooral ter ondersteuning van de mensen die die diensten verzorgen, om hun beleid te versterken en te ondersteunen. En daar heb je ook effectiviteitsmeting voor nodig. Ik zit hier niet om inhoudelijk beleid te voeren. De verandering in de manier waarop je je taken uitvoert, schept de behoefte aan meer deskundigheid. We zouden zo langzamerhand wat meer juridische kennis in huis moeten hebben: als er geschillen zijn over de nakoming van over eenkomsten, moeten we weten wie er gelijk heeft. We hebben hier een discus sie gehad of we ook andere deskundigheid die we nodig hebben, in huis moe ten halen: moeten we een eigen PR-functionaris hebben, een sponsoring-des- kundige, een eigen marketing-man? Ik vind, dat je zo weinig mogelijk van die overhead-functies moet hebben. Er zijn toch wel eigen mensen die affiniteit ontwikkelen met dat soort dingen en zelf initiatieven gaan nemen. Als we echt deskundigheid nodig hebben, dan huur ik liever een specialist. Organisatieveranderingen en de buitenwacht Een organisatie is niet statisch. Je feitelijke organisatie verander je in de prak tijk. Daar word je wel toe gedwongen door de nieuwe dingen die je oppakt, de nieuwe taken die je erbij krijgt, en andere werkwijzen die je moet inpassen. Organisatie-veranderingen zijn geen doel op zich. Je moet ze doorvoeren om te voldoen aan wat de buitenwereld van je verwacht. Dat is de enige zakelijke motivering om dingen te veranderen en de enige legitieme reden voor het per soneel. De buitenwacht is bij organisatieveranderingen de doorslaggevende fac tor. Dat veronderstelt wel, dat je weet welk deel van de buitenwereld voor jou belangrijk is, voor wie je het allemaal doet. Doordat onze taken zo verschil lend zijn, zijn onze doelgroepen heel divers. Op het moment proberen we die complexe buitenwereld, die zulke uiteenlopende vragen en eisen stelt, bij wij ze van spreken 'onder controle te houden'. Maar we moeten ons binnenkort ernstig gaan bezinnen op de problemen die deze uiteenlopende eisen kunnen geven: onrust en tegenstrijdigheden die erg schadelijk kunnen zijn voor je or ganisatie en de kwaliteit van je produkten. Tot onze buitenwacht behoren on der meer musea, hoogwaardigheidsbekleders die kunstvoorwerpen in bruik leen hebben, de politiek en het departement. De musea in binnen- en buitenland zijn het belangrijkst voor onze presentatie- en collectieactiviteiten. Of we ons product op deze gebieden kunnen realiseren, wordt voor een groot deel door 'hen bepaald. Hun steun is voor ons wel heel belangrijk. We moeten weten wat ze willen en daarnaar handelen; maar dat soort klantgericht denken moet je langzamerhand opbouwen. Het departement is en blijft een heel belangrijke partner. Wij adviseren de minister en voeren namens hem de cultuurbehoudtaken uit. We moeten daar bij natuurlijk aansluiten bij wat ze op het departement aan het doen zijn. En dat is wel eens moeilijk, omdat we met drie directies te maken hebben: cul tuurbeheer, kunsten en (voorheen) internationale betrekkingen met elk een ver schillende benadering van cultuurbeleid. Steeds meer worden we genoodzaakt onze beslissingen keihard te onderbou wen. Marktonderzoek wordt daarbij steeds belangrijker: wie nemen onze pro ducten af en wat zijn hun behoeften We moeten de kosten en de baten van projecten goed afwegen en bijvoorbeeld tegen het departement kunnen zeg gen: we nemen deel aan biënnales, terwijl die landen geen prioriteitslanden zijn; 174 175

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 32