Voor de National Archives bestaat er een belangrijk administratief verschil tussen de Freedom of Information Act en de Privacy Act. Alle archieven van overheidsorganen die onder de Freedom of Information Act vallen blijven ook na hun overbrenging onder deze wet vallen. De National Archives verlenen daarna toegang tot de archieven overeenkomstig de negen uitzonderingsbepa lingen vervat in de wet. De Privacy Act heeft daarentegen maar een beperkte werking binnen de National Archives. De Archives hebben een vrijstelling van de meest belastende bepalingen van de Privacy Act, deels verkregen door het Congres ei van te overtuigen dat de Archives door hun normale openbaar heidspraktijk de privacy van in de archieven genoemde personen reeds waar borgen. De National Archives moeten echter jaarlijks een overzicht publice ren van de daaronder berustende archieven die privacygevoelige informatie bevatten; de Archives moeten ook formele regels hebben voor het beheer van dergelijke archieven. Indien een overheidsfunctionaris in dienst is geweest van een federale dienst in de uitvoerende macht, zullen de archieven die door zijn of haar handelen uit hoofde van die functie zijn ontstaan, vallen onder de openbaarheidsbepa lingen van de Freedom of Information Act en voor wat betreft de overheids functionaris persoonlijk onder die van de Privacy ActDaarbij blijven twee vraagstukken open voor discussie: welk gedeelte van het door een overheidsfunctionaris in een uitvoerend orgaan geproduceerd materiaal bestaat uit ambtelijk archief en valt daardoor binnen de bepalingen van de hier besproken wetten? welke bepalingen gelden er voor de openbaarheid van archieven gevormd door ambtenaren in de wetgevende en rechtsprekende macht en door de president zelf, waarover de Freedom of Information Act en de Privacy Act zich niet uit strekken? Gedurende de laatste tien jaren hebben deze vragen tot uitvoerige debatten aan leiding gegeven. 4 Ambtelijk archief Het onderscheid tussen officiële documenten en persoonlijke papieren van over heidsfunctionarissen is herhaaldelijk aangevoerd. In het verleden hebben vele door de president benoemde functionarissen aan het eind van hun ambtster mijn documenten weggenomen uit hun ambtelijke archieven. Voor de open baarheid betekent dit dat, als een overheidsfunctionaris documenten uit zijn ambtelijk archief kan verwijderen en ze tot zijn privé bezit kan verklaren, de ze documenten niet meer toegankelijk zijn volgens de openbaarheidsbepalin gen van de Freedom of Information Act. De privacy van de individuele per soon in de inhoud van de documenten (en de privacy van andere daarin vermelde personen) ligt dan volledig in zijn eigen hand. De National Archives hebben al jaren lang getracht richtlijnen uit te vaardi gen aan overheidsinstanties hoe zij de grens dienen te trekken tussen officiële documenten en persoonlijke papieren. Een vonnis in een recente zaak onder 162 de Freedom of Information Act schijnt de grondregels vastgelegd te hebben, althans voor het moment. In deze zaak was het gerechtshof specifiek gevraagd vast te stellen of zeker materiaal waarvan openbaarheid volgens de wet was aangevraagd, officiële documenten dan wel persoonlijk bezit waren. Het hof stelde dat daarvoor tien criteria golden die nu door het ministerie van Justitie zijn vastgelegd en verspreid onder de overheidsorganen ten behoeve van de classificatie van documenten. Wanneer documenten binnen deze richtlijnen vallen zijn zij officieel archiefmateriaal en de belangen op het gebied van de privacy van personen die deze documenten hebben doen ontstaan of die daar in vermeld worden, worden beschermd overeenkomstig de bepalingen van de Freedom of Information Act.9 Binnen de wetgevende macht zijn de kwesties van openbaarheid en privacy al tijd toegespitst geweest op de archieven van de leden van het Congres. Het Con gres voert zijn taak uit via commissies en de archieven van de commissies moe ten volgens wettelijke verplichting overgedragen worden aan de National Archives als archief van het Congres. De leden hebben echter hun eigen bu reaux en staf, volledig los van de staf van de commissies. Traditioneel hebben de leden altijd alle in hun eigen bureaux tot stand gekomen documenten als persoonlijk bezit beschouwd, dat na afloop van hun termijn in het Congres door hen meegenomen kon worden naar waar ze maar wilden. In zo'n geval is het betrokken lid verantwoordelijk voor de bescherming van de privacy in het archief, in het bijzonder wanneer de documenten vervolgens aan een hand schriftencollectie worden geschonken (zoals vaak gebeurt). Leden zullen ze ker ook wel officiële stukken meegenomen hebben van commissies waarvan ze deel uitmaakten, vooral van commissies waarvan ze voorzitter waren. Hoe wel de in 1977 ingestelde commissie ter bestudering van de archieven van fede rale overheidsfunctionarissen wel een poging gedaan heeft om de kwestie van de openbare of particuliere aard van in commissies van het Congres tot stand gekomen documenten aan te snijden, is er van de zijde van de Congresleden nooit belangstelling geweest voor wetgeving op dit gebied.10 De archieven van commissies van het Congres die naar de National Archi ves worden overgebracht, worden openbaar in overeenstemming met daartoe door het Huis van Afgevaardigden en de Senaat gestelde regels. Op enkele uit zonderingen na worden de archieven van senaatscommissies openbaar na der tig jaar; de National Archives zijn verplicht ze te controleren voordat ze vrij gegeven worden, ter bescherming van verscheidene categorieën van informatie waaronder de persoonlijke privacy. Voor toegang tot de archieven van het Huis van Afgevaardigden is toestemming vereist van de griffier, de Clerk of the Hou se-, de National Archives spelen geen rol bij de vaststelling van openbaarheids criteria voor deze archieven. Evenals de wetgevende macht maakt ook de rechtsprekende macht onderscheid tussen de archieven van rechtbanken als instellingen en die van documenten bijeengebracht door rechters in hun werkkamers. De archieven van rechtban ken zijn federale archieven en worden naar de National Archives overgebracht. Dit zijn doorgaans strak gestructureerde, formele dossiers waarin de rechters geen enkel belang op het gebied van de privacy hebben. De in de werk- 163

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 26