3
tie, wedde en standplaats. In deze gevallen weegt het algemeen belang van open
baarmaking doorgaans zwaarder dan de privacy van het individu en wordt het
document vrijgegeven.
De afweging van de strijdige belangen van openbaarheid en privacy is bijzon
der moeilijk wanneer de gevraagde informatie betrekking heeft op overheidsper
sonen. Het is duidelijk dat iemands recht op privacy zich niet uitstrekt tot dat
deel van zijn of haar handelen dat tot de overheidstaak behoort. Uit een aan
tal zaken, waaronder twee tegen de National Archives wegens openbaarma
king van gegevens uit de archieven van de bijzondere rechtspleging rondom
Watergate, is tamelijk tegenstrijdige jurisprudentie over de rechten van over
heidspersonen op privacy voortgekomen. Het lijkt wel vast te staan dat over
heidspersonen een kleinere marge van handelen hebben waarbinnen zij rech
ten op privacy kunnen doen gelden dan de gemiddelde burger. Wanneer de
overheidspersoon deel uitmaakt van een bestuursorgaan, kunnen zijn persoon
lijke gegevens voor zover die betrekking hebben op zijn aandeel in het hande
len van het bestuursorgaan, in het algemeen niet beschermd worden op grond
van belangen van privacy, al kunnen ze wel onder een andere beperkende be
paling vallen (zoals die met betrekking tot vertrouwelijke besluitvorming voor
dat een definitief besluit genomen wordt, onder beperkende bepaling 5). An
derzijds behoeven overheidspersonen het niet geheel zonder recht op privacy
te stellen. Wanneer zij met documenten met betrekking tot een overheidsper
soon van doen hebben, kunnen archivarissen er in het algemeen van uit gaan
dat veel van deze gegevens al eens openbaar gemaakt zullen zijn, hetzij door
de persoon zelf, hetzij in de media. Indien de archivaris kan vaststellen hoe
veel gegevens al openlijk bekend zijn van iemand over wie informatie wordt
gevraagd, is het eenvoudiger om te bepalen welke gegevens nog wel onder de
privacybescherming vallen. Door vroegere publikatie kan de meest gevoelige
informatie - zoals de wettigheid van iemands geboorte - reeds algemeen be
kend zijn.
De Privacy Act
De federale Privacy Act van 1974 kwam voort uit hetzelfde politieke klimaat
als de drastische amendementen uit 1974 op de Freedom of Information Act}
De beweegredenen waren echter totaal verschillend. Terwijl de Freedom of In
formation Act het gevolg was van pressie tot openbaarmaking van het hande
len van de overheid, kwam de Privacy Act voort uit een overtuiging dat de
regering al veel te veel wist over de individuele burger. De achtergrond van
de Privacy Act was te vinden in de omstandigheid dat er steeds meer federale
overheidsprogramma's kwamen die rechtstreeks ten dienste van het individu
stonden, waardoor de archieven van de federale regering bol stonden van de
namen van burgers; daarnaast was daar de computerrevolutie die het moge
lijk maakte namen in gegevensbanken aan elkaar te koppelen, waardoor de
overheid op Orwelliaanse schaal een overzicht kon krijgen van het gedrag van
de burger zoals dat niet eerder mogelijk was geweest, en de bezorgdheid dat
een veelomvattende Freedom of Information Act zou kunnen leiden tot de open
baarmaking van geweldige hoeveelheden gegevens over privé personen.
160
Evenals de Freedom of Information Act heeft de Privacy Act alleen betrek
king op de archieven van de organen van de uitvoerende overheid. Het voor
naamste verschil tussen de strekking van deze twee wetten is dat de Freedom
of Information Act aan een individu toestaat gegevens op te vragen van ieder
een, inclusief hem zelf, terwijl de Privacy Act dit recht beperkt tot gegevens
over hem zelf. Bij het formuleren van de Privacy Act en de amendementen
van 1974 op de Freedom of Information Act heeft het Congres geen poging
gedaan om de overlappende bepalingen van de twee wetten wanneer iemand
gegevens over zich zelf opvraagt, met elkaar in overeenstemming te brengen.
Aangezien de voorwaarden voor openbaarmaking in de twee wetten enigszins
verschillen, kan uit een en hetzelfde dossier verschillende informatie vrijgege
ven worden, afhankelijk van het feit of de aanvrager zijn aanvraag heeft inge
diend volgens de Freedom of Information Act of de Privacy Act. Dit leidde
tot een reeks technische complicaties in de toepassing van de wet en had een
aantal rechtszaken tot gevolg. Het Congres heeft uiteindelijk de onderlinge
verhouding van de twee wetten verduidelijkt door een wet uit te vaardigen die,
eenvoudig gesteld, bepaalde dat een privé persoon gebruik kan maken van zo
wel de Privacy Act om gegevens over zichzelf te verkrijgen, als de Freedom
of Information Act om andere gegevens te verkrijgen, in beide gevallen vol
gens de normen van de betrokken wet. Bedenk echter dat het hier ging om toe
gang van een privé persoon tot gegevens over hemzelf, niet om toegang van
een persoon tot gegevens van een ander.
De federale Privacy Act is bedoeld om de privacy van afzonderlijke perso
nen op twee manieren te beschermen: ten eerste door de individuele burger
in staat te stellen precies uit te vinden welke gegevens de overheid van hem
of haar bezit en hoe daar gebruik van gemaakt wordt, en ten tweede door de
individuele burger het recht te geven een overheidsinstantie te verzoeken de
op hem betrekking hebbende informatie te corrigeren wanneer deze informa
tie naar zijn mening onjuist, niet relevant, niet op een toepasselijk tijdstip ver
strekt of niet volledig is. De correcties kunnen uiteenlopen van een toevoeging
van gegevens tot vernietiging van gegevensDe National A rchives hebben zich
hevig verzet tegen vernietiging van onder hen berustende dossiers, maar heb
ben af en toe wel aan particulieren toegestaan een schriftelijke verklaring in
te dienen omtrent de inhoud van een onder de National Archives berustend
dossier, met dien verstande dat deze verklaring eveneens onder het archief komt
te berusten en voorgelegd wordt aan elke aanvrager die het betrokken dossier
wil inzien. Veel ernstiger zijn echter de vernietigingen en correcties die binnen
de archieven van overheidsorganen uitgevoerd worden; de National Archives
hebben ook tegen sommige hiervan bezwaar aangetekend. Aangezien deze ver
nietiging van gegevens plaats vindt op verzoek van individuele personen, is zij
incidenteel en niet systematisch. In de praktijk wordt ook buiten verhouding
vaker geschrapt in de dynamische archieven van prominenten, aangezien dit
de meest in aanmerking komende personen zijn om 'correcties' te vragen in
dossiers die voor permanente bewaring bestemd zijn. Archivarissen dienen zich
dan ook zorgen te maken over het effect van de wet op de volledigheid van
dossiers en hun integriteit als historische bronnen.
161