venssfeer, maar in veel gevallen waren de vonnissen gericht op 'mogelijkhe
den om kapitaal en industrie wettelijke bescherming te bieden tegen hervor
mingsgezinde sociale wetgeving'.2
De definitie van privacy als een afgebakend en onafhankelijk recht is terug
te voeren op een artikel uit 1890 waarin twee jonge juristen, Samuel Warren
en Louis Brandeis, betoogden dat het civiele recht aan een ieder het recht toe
kende om onder normale omstandigheden zelf te bepalen in hoeverre zijn ge
dachten, gevoelens en emoties aan anderen medegedeeld zouden worden.3 Dit
artikel had zoveel invloed dat het beschouwd wordt als de basis van een geheel
nieuwe categorie wettelijke rechten en het begin van een nieuw gebied van ju
risprudentie.4
Privacy is volgens de meest eenvoudige definitie het recht van een persoon
om met rust gelaten te worden, om een leven te kunnen leiden zonder onge
wenste publiciteit. In juridische zin is inbreuk op of schending van privacy in
de Verenigde Staten een onrechtmatige daad. Een handboek voor Amerikaanse
juristen specificeert vier typen van inbreuk op iemands privacy:5
binnendringen in iemands afzondering of eenzaamheid, of in zijn particuliere
aangelegenheden
openlijke onthulling van persoonlijke gegevens waardoor de betrokkene in ver
legenheid gebracht wordt
publiciteit waardoor de persoon in een onjuist licht geplaatst wordt
gebruik van iemands naam of gelijkenis ten voordele van een ander.
Processen wegens inbreuk op iemands privacy door een andere persoon of een
instelling zijn heel gebruikelijk. Privacy is het onderwerp van gedingen over
het recht op geboortebeperking en abortus; privacy wordt aangevoerd wan
neer burgers van mening zijn dat de overheid onterecht hun gangen nagaat;
privacy is herhaaldelijk als argument gebruikt in zaken waarbij foto's afge
drukt werden die zonder toestemming waren genomen. Waar het in deze za
ken om gaat wordt daardoor meestal vervat in termen van inbreuk op iemands
privacy, het definieert niet waaruit privacy zelf bestaat.
In het Amerikaanse recht staat inbreuk op privacy op hetzelfde niveau als
smaad jegens een persoon, maar is niet daaraan gelijk. Smaad is een hande
ling die afbreuk doet aan iemands goede naam, door middel van druk, geschrift,
afbeeldingen of tekens; in de meest algemene zin is smaad elke publikatie die
schade doet aan de reputatie van iemand anders. In gedingen wegens smaad
is de verdediging gelegen in de waarheid, dat wil zeggen wanneer de gewraakte
mededeling juist is, kan zij niet lasterlijk zijn. In een geding wegens inbreuk
op privacy kan de mededeling wel juist zijn, maar essentieel is dan de aan de
betrokkene toegebrachte geestelijke schade door publikatie van de informa
tie. In het algemeen zijn de motieven van degeen die de informatie verschaft
niet relevant voor de vaststelling van het recht op opening van een geding we
gens inbreuk op de privacy, aangezien in een privacyproces de aanwezigheid
van kwade opzet niet vereist is.
Bij toepassing van deze algemene principes op een archief moet de archivaris
kennis hebben van de wetgeving ter zake. Aangezien de Verenigde Staten een
federale structuur hebben, is in het algemeen elk overheidsniveau (nationaal,
156
per staat en plaatselijk) volledig onafhankelijk en kan het wetten uitvaardi
gen, zolang die wetten niet in strijd zijn met de federale grondwet. Op het ge
bied van de privacy bestaat er dus een aantal verschillende wettelijke kaders
die de archivaris moet kennen, afhankelijk van de omstandigheid of hij werk
zaam is bij een overheids- of particuliere instelling en of het archief, als dat
een overheidsarchief is, op nationaal, staats- of plaatselijk niveau staat. Er
bestaat geen federale wetgeving op privacy die van toepassing is op alle archie
ven waar dan ook; de federale Privacy Act van 1974 heeft alleen betrekking
op federale regeringsarchieven. Ook een aantal regeringen van staten heeft wet
geving op het gebied van privacy uitgevaardigd, die mede van toepassing kan
zijn op plaatselijke overheden (staten hebben de bevoegdheid te bepalen dat
de wetgeving van de staat van toepassing is op steden en gemeenten binnen
de staat). Evenzo kan wetgeving door een staat op het gebied van de vrijheid
van informatie bepalingen bevatten ter bescherming van de privacy van perso
nen die in staats- of plaatselijke archieven vermeld staan, zoals de federale Free
dom of Information Act bepaalt voor federale archieven. Bij afwezigheid van
een specifieke regelgeving moet de archivaris echter kwesties van privacy be
oordelen aan de hand van het gewoonterecht en bestaande jurisprudentie.
Een bijzondere categorie privacyzaken wordt gevormd door proefprocessen
met betrekking tot geschreven materiaal, in het bijzonder niet uitgegeven ma
teriaal (in een aantal gevallen zijn gedingen aangespannen tegen nieuwsmedia
wegens inbreuk op de privacy). Hoewel men het niet altijd eens is over de toe
passing van de principes van privacyregelgeving op documenten, kunnen de
meeste archivarissen en juristen het wel eens zijn over een aantal stellingen op
dit gebied. Ten eerste worden medische en psychiatrische rapporten met be
trekking tot een persoon doorgaans uitgesloten van openbaarheid op gronden
van privacybescherming. Ten tweede worden documenten met informatie voort
komend uit of medegedeeld in een vertrouwensrelatie, zoals met een advocaat
of geestelijke, doorgaans ook beschouwd als vertrouwelijk. Ten derde geldt
het recht op privacy voor levende personen; doden kunnen er geen aanspraak
op maken. En ten slotte geldt dat wanneer informatie over een persoon een
maal in de publiciteit gebracht is, zij niet daaruit terug genomen kan worden.
2
Freedom of Information Act
Voordat de federale Freedom of Information Act van kracht werd, kwamen
echte proefprocessen over de bescherming van privacy in niet uitgegeven do
cumenten weinig voor. De wet verschafte de mogelijkheid tot uitgebreide pro
cesvoering over een groot aantal mogelijkheden van openbaarheid en privacy
bescherming. De federale interpretaties van privacy krachtens deze wet vormen
de belangrijkste hoeveelheid jurisprudentie op dit gebied tot dusver.
De federale Freedom of Information Act stelde expliciet vast wat al impli
ciet in de garanties van de Bill of Rights was opgenomen: het recht van het
volk om kennis te nemen van de handelingen die de overheid ten behoeve van
het volk verricht. De achtergrond van de wet is eenvoudig. Na jaren van lob
byen door journalisten en voorvechters van burgerrechten nam het Congres
157