Federale archieven, privacy
en overheidsfunctionarissen in
de Verenigde Staten*
Trudy Huskamp Peterson'
Openbaarheid van archieven is niet alleen in Nederland een verworvenheid met
haken en ogen. De Wet openbaarheid van bestuur en de Archiefwet scheppen
hier redelijke duidelijkheid. In de Verenigde Staten regeren echter drie wetten
de openbaarheid en de daaraan gekoppelde privacy. Onze Amerikaanse colle
ga Trudy Huskamp Peterson schetst ons deze situatie.
De laatste twintig jaar zijn het begin geweest van een nieuwe vorm van open
baarheid in de Verenigde Staten. In 1966 werd de eerste federale Freedom of
Information Act aangenomen, in 1974 werden belangrijke amendementen op
deze wet vastgesteld en in 1976 en 1978 werd hij op ondergeschikte punten ge
wijzigd. In 1974 werd ook de eerste federale Privacy Act aangenomen alsme
de een bijzondere wet om de archieven van de vroegere president Richard Nixon
te bewaren. Deze laatste wet bevatte de clausule dat een studiecommissie de
status van de archieven van alle federale overheidsfunctionarissen diende te
beoordelen; nadat de commissie haar werk voltooid had, nam het Congres in
1978 de Presidential Records Act aan, waarbij de voorwaarden werden vast
gelegd voor de openbaarheid van de archieven van presidenten. Deze wetten
vullen elkaar aan en vormen een sluitend geheel van wetgeving waarbinnen
archivarissen kunnen beoordelen welke gegevens van individuele personen mo
gen worden vrijgegeven.
1
Openbaarheid en privacy
Er bestaat van nature een strijdigheid tussen meer openbaarheid van overheids
documenten en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van
de personen die in deze documenten vermeld worden. De wetgeving van de
laatste twintig jaar is gebaseerd op bijna een eeuw debatteren over de wettelij
ke aspecten van het recht op privacy. De grondwet van de Verenigde Staten
verklaart niet met zoveel woorden dat er een grondwettelijk recht op privacy
154
Openbaarheid en privacy in Nederland
De redactie heeft de gelukkige gedachte gehad om het eerder in Janus versche
nen artikel van mevrouw Trudy Huskamp-Peterson Janus 1987-2) te laten ver
talen en hier te publiceren. Hierdoor kan de Nederlandse archivaris kennismaken
met de juridische problemen van onze Amerikaanse collega's, waar het open
baarheid en privacybescherming betreft.
Het Amerikaanse juridische systeem verschilt nogal van het Nederlandse.
Er is daar een strak doorgevoerde scheiding tussen de wetgevende, uitvoeren
de en rechterlijke macht, welke ook zijn invloed heeft op de wetgeving. Tot
voor enige jaren kon een teruggetreden Amerikaanse president zijn archieven,
gevormd tijdens zijn ambtsperiode, beschouwen als privé-eigendom; een si
tuatie die in Nederland al tijden ondenkbaar is.
Van de mogelijkheid voor de Amerikaanse burger om te procederen tegen
zijn eigen overheid wordt veelvuldig gebruik gemaakt, met soms verrassende
uitkomsten. Zo lijkt het in Nederland - anders dan in de Verenigde Staten -
onwaarschijnlijk, dat een groep burgers via de rechter de werking van een ver
nietigingslij st kan opschorten en de administratie kan dwingen tot het ontwer
pen van een nieuwe lijst, door diezelfde rechter goed te keuren. In de Verenig
de Staten is het diverse personen gelukt om met behulp van de Freedom of
Information Act hun 'eigen' dossier bij de fbi ter inzage te krijgen en dit dos
sier te laten vernietigen op grond van de Privacy Act; dit alles op rechterlijk
bevel. In Nederland lijkt een dergelijke gang van zaken, gelukkig of niet, mo
menteel onmogelijk. Toen de 'rooie Reus' in 1976 vernietiging eiste van 'zijn'
beroepskeuze-onderzoeksdossier bij het Gewestelijk Arbeidsbureau te Weert,
werd door het Hof te 's-Hertogenbosch met een grote boog om Archiefwet
en -besluit heen gelopen; de eis werd wel afgewezen.
Een echte discussie over privacybescherming als vernietigingsgrond is on
danks enkele aanzetten in Nederland nog niet gevoerd. Wel verklaarde onlangs
het lid van de Archiefraad prof. dr. I. Schöffer in Overheidsdocumentatie de
privacy geen argument voor vernietiging te vinden; de onderzoeker moet maar
leren om te gaan met het ethische probleem van de privacybescherming.
De juridische systemen in de Verenigde Staten en in Nederland verschillen
zeer; de problemen van openbaarheid en privacybescherming zijn in onze wester
se cultuur vaak gelijk, ook al worden ze hier en daar minder intensief ervaren.
Kennisneming van de praktijk in de Verenigde Staten met zijn langere erva
ring op dit gebied kan ons verrijken, zeker waar de overdrachtstermijn van
archieven in de nabije toekomst hier drastisch verkort gaat worden.
S. F. M. Plan tin ga
bestaat, maar verscheidene clausules van de eerste tien amendementen op de
grondwet (die gezamenlijk bekend staan als de Bill of Rights) beschermen de
privacy wel degelijk. In de negentiende eeuw erkenden gerechtshoven diverse
rechten die wij nu algemeen beschouwen als onderdeel van de persoonlijke le-
155