Het gevaar voor ontluistering van het ambt van algemeen rijksarchivaris s r i sie AViA. In die commissie hadden, hetgeen na het bovenstaande voor de hand ligt, de drie genoemde medewerkers van de rad, die tevoren deel hadden uit gemaakt van de werkgroep van de ras, zitting. De eerste microcomputers P5020 deden hun intrede en het uiteindelijke resultaat was onder andere maïs. J. P. Sigmond Gedeputeerde Staten in Gelderland In het Nederlands Archievenblad, jaargang 92, nummer 3 (september 1988), publiceert L. M. Koenraad zijn bevindingen naar aanleiding van zijn onder zoek in de negentiende-eeuwse archieven van Gedeputeerde Staten. De para graaf over Gelderland bevat niet alleen een erg boude conclusie, maar ook een onjuiste weergave van de feiten. Het archief van Gedeputeerde Staten is in de periode eind negentiende, be gin twintigste eeuw, in gedeelten en met onderbrekingen, door verschillende personen geïnventariseerd. Uit de verslagen van de inventarisatie en de inven tarissen zelf blijkt dat destijds veel stukken zijn vernietigd die geen waarde meer hadden voor de dienst, dat wil zeggen voor het functioneren van de provincia le administratie. In 1944/45 bevond het archief van Gedeputeerde Staten zich in het gebou wencomplex van de provincie, waar het ernstige schade opliep. Veel stukken zijn toen overigens niet verloren gegaan, wel is de oorspronkelijke ordening, het verbaalstelsel, bij het herordenen van het archief vervangen door een ru briekenstelsel. Binnen één rubriek zijn de stukken geordend per gemeente cq waterschap en daarbinnen chronologisch. Voor het onderzoek van L. M. Koen- raad betekent dit dat de oorspronkelijke toegangen op de verbalen, die wel bewaard zijn gebleven, geen direct verband meer hebben met de stukken zelf. De zaaksgewijze ordening is vervangen door een ordening op onderwerp. Voor het onderzoek van Koenraad een nadeel, voor andere onderzoeken een voordeel. Na 1945 is het archief van Gedeputeerde Staten door de provinciale griffie herordend. Pas in de periode 1968-1973 is het archief van Gedeputeerde Sta ten successievelijk aan het Rijksarchief in Gelderland overgedragen. De staat van het overgrote deel van het archief is redelijk. De zwaarst ge troffen delen van het archief, de repertoria: 'Indices op de besluiten van Ge deputeerde Staten en van de Gouverneur, later Commissaris des Konings zijn in de loop van de tijd gerestaureerd. De conclusie van L. M. Koenraad dat elk grootscheeps onderzoek in dit ar chief tot mislukken gedoemd is, strookt niet met de feiten. Voor diverse on derzoeken, onder andere naar de provinciale politieke elite, de industriële ont wikkeling en de sociale onrust, is dankbaar gebruik gemaakt van de provinciale archieven. Ook het aantal aanvragen, dat nog elk jaar stijgt, wijst in een ande re richting. Veeleer lijkt mij dat de conclusie zou moeten luiden dat de onder zoeksvraag en de opzet van het onderzoek bepalen of het onderzoek in het ar chief van Gedeputeerde Staten cq de provinciale archieven succesvol kan zijn. A Jansen 112 F. C. J. Ketelaar Bij het opruimen van het bureau van zijn voorganger vond de pas in functie getreden algemene rijksarchivaris een bundeltje papieren over wat er ruim twin tig jaar geleden aan de benoeming was voorafgegaan. Het was geen aangena me lectuur: de stukken gunden een kijk op de leidende figuren in het archief wezen en lieten zien waarin grote mannen klein kunnen zijn. Die stukken konden, zo meende de nieuwe algemene rijksarchivaris, maar beter aan de openbaarheid onttrokken blijven... En daarom verzegelde mr. R. Bijlsma op 31 december 1932 de enveloppe met papieren over wat er rond de benoeming van mr. R. Fruin Th. Az. in 1912 was voorgevallen. Een pikante onthulling uit De historie van de archivaris. Dat Fruins benoeming niet zonder slag of stoot tot stand was gekomen, was zeker wel bekend aan tijdgenoten en aan latere generaties. In onze tijd heeft F. J. Duparc er in zijn Een eeuw strijd voor Nederlands cultureel erfgoed iets over meegedeeld, voornamelijk gebaseerd op het door hem in het archief van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen teruggevonden dos sier.1 Merkwaardigerwijs is aan Duparcs aandacht nummer 816 van het ar chief van het ara ontsnapt: de door Bijlsma verzegelde enveloppe, na vele ja ren geopend door de inventarisator van het archief van het ara en netjes in de inventaris beschreven.2 Fruin (geboren in 1857, rijksarchivaris in Zeeland sedert 1894)3 had in 1910 het archiefwezen verlaten in verband met zijn benoeming aan de Amsterdam se universiteit tot hoogleraar in de encyclopedie der rechtswetenschap en in het oud-vaderlands recht en zijn geschiedenis. Van 1888 tot 1894 had Fruin in Utrecht de door zijn chef, de negen jaar oudere Muller,4 ontwikkelde nieu we inventarisatiemethode, gebaseerd op het herkomstbeginsel, kunnen toepas sen. De in 1891 opgerichte Vereniging van Archivarissen in Nederland werd voor Muller (voorzitter 1893-1910, 1913-1920) en Fruin (1900-1906 redacteur van het Nederlands Archievenblad, 1908-1910 secretaris, voorzitter 1 juli-22 december 1910) het middel om hun denkbeelden te verbreiden. In 1898 publi ceerden zij met de Groninger rijksarchivaris J.A. Feith (geboren in 1858) de Handleiding.5 113

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 1