4 Fernow In 1876 werd O'Callaghan als vertaler van de Nederlandse bronnen opgevolgd door een man die een bijna even bizarre carrière achter de rug had als zijn voor ganger, de in 1837 geboren Berthold Fernow. Fernow was afkomstig uit Po len, ontving een gymnasiumopleiding in Duitsland, diende in het Pruissische leger in Litouwen en emigreerde in 1861 naar Iowa, waar hij zich als boer vestig de. Zijn grillige loopbaan ontwikkelde zich verder via een officierspost in het legei der Noordelijken en een dienstverband bij een stoombootmaatschappij te New York naar een nieuw verblijf in Duitsland waar hij vier jaar klerk was bij een Berlijnse bank. Tenslotte verscheen hij weer in Amerika, nu om zich als aardbeienkweker in New Jersey te vestigen. Al met al wees niets erop dat deze merkwaardige loopbaan zou uitmonden in een betrekking als vertaler van de New Yorkse staatsarchieven. Naar eigen zeggen beheerste hij echter niet alleen Duits en Engels, maar daarnaast ook nog Frans, Deens, Spaans en Rus sisch, en uiteraard Nederlands.12 Niet alleen in het negentiende-eeuwse Nederland, maar ook in de Verenigde Staten leek het werk van archivarissen soms voor een niet onbelangrijk deel te bestaan uit het ongedaan maken van de noeste arbeid van de voorgangers. Zoals O'Callaghan de vertalingen van Van der Kemp als waardeloos bestem pelde, zo kon Fernow weinig waardering opbrengen voor de wijze waarop O'Callaghan tot zijn radicale herordening van de archivalia had besloten. In plaats van aan te sluiten bij de methode van O'Callaghan, waardoor - hoe ge brekkig ook - een substantieel deel van de archivalia via de eerdergenoemde Calendar toegankelijk was geworden, besloot Fernow de door hem uit te ge ven stukken op een geheel andere wijze te rangschikken. Hij scheidde en her ordende de door hem te bewerken archivalia volgens een geografisch principe. Als vervolg op O'Callaghans volumineuze bronnenserie liet hij drie delen het licht zien over respectievelijk de nederzettingen aan de Delaware, het Hudson- dal en Long Island.13 Overigens betreft het hier de uitgave van Amerikaanse archivalia, niet de door Brodhead uit Europa meegebrachte transcripties, waar van de bewerking door O'Callaghan nog was voltooid. 5 Van Laer In 1904 werd Fernow opgevolgd door Arnold Johan Ferdinand van Laer, de eerste Nederlander sinds Van der Kemp die zich op de bewerking van de Nieuw- Nederlandse bronnen richtte. Sinds 1899 was hij al assistant State archivist, van 1904 tot 1939 State archivist van New York. Van Laer, geboren in 1869 als zoon van een Utrechtse hoogleraar, was de eerste in de reeks New Yorkse bronnenuitgevers, wiens werk ook nu nog de toets van strenge wetenschappelijke kritiek kan doorstaan. Hij leek echter in zoverre op zijn voorgangers, dat ook bij hem een historisch-wetenschappelijke achtergrond ontbrak. Van Laer was afgestudeerd aan de Technische Hoge school te Delft en zou zich pas na zijn vestiging in Albany bekwamen in het bibliotheekvak. Hij bezocht er de New York State Library School. 146 Van Laers eerste grote vertaalprojekt betrof de zeer belangwekkende correspon dentie en andere stukken van Kiliaen van Rensselaer, grootaandeelhouder van de Westindische Compagnie en patroon van het patroonschap (een heerlijk heid waarvoor een bijzonder octrooi van de wie moest worden verkregen) Rensselaerswijck, een reusachtig gebied rond het tegenwoordige Albany.14 In 1910 bracht Van Laer een rapport uit over de verrichtingen van zijn voor gangers. De kritiek was niet mals. Van der Kemps vertaalwerk was zo bedroe vend 'that it need not be considered at all', de door Fernow gepubliceerde de len waren kortweg 'unsatisfactory', terwijl de vertalingen van O'Callaghan fouten bevatte 'both of omission and commission'.15 Van Laer zette zich vervolgens aan de taak om de eerste vier delen door O'Cal laghan reeds gemaakte vertalingen, namelijk de registers van de secretaris van Nieuw-Nederland, 1638-1660, en de minuten van directeur-generaal en raad van Nieuw-Nederland, 1638-1649, voor publicatie te bewerken en gereed te maken. Al gauw bleek het noodzakelijk de delen geheel opnieuw te vertalen. 6 De brand van 1911 Juist toen Van Laer de laatste hand gelegd had aan de vertaling van het eerste deel, legde een grote brand in het State Capitol van Albany de bibliotheek, met daarin de archieven van het Nederlandse en koloniale bestuur, vrijwel vol- Het State Capitol te Albany, New York, dat in 1911 gedeeltelijk ten prooi viel aan de vlammen. Een groot deel van de koloniale archieven liep bij deze gebeurtenis ernstige brandschade op. Foto: Jan Folkerts. 147

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 18