De Nederlandse archieven
in de staat New York
en hun bewerkingsgeschiedenis
Jan Folkerts
In Albany, hoofdstad van de staat New York, berusten sinds lange tijd de ar
chieven van het centrale koloniale bestuur van Nieuw-Nederland uit de perio
de 1624 tot 1674. Jan Folkerts, chartermeester bij het Rijksarchief in Overijs
sel en redakteur van dit blad, belicht de opmerkelijke bewerkingsgeschiedenis
van dit in ons land tamelijk onbekende koloniale erfgoed.'
1
Inleiding
De geschiedenis van de bewerking van de zeventiende-eeuwse Nederlandse ar
chieven van New York is er een van vallen en opstaan. Al vroeg werd de waar
de ingezien van de schriftelijke erfenis van de kolonie Nieuw-Nederland, die
vóór 1674 een gebied omvatte dat zich nu uitstrekt over de staten New York,
New Jersey, Pennsylvania, Connecticut en Delaware.
De belangrijke Nederlandse bijdrage aan de geschiedenis van koloniaal
Noord-Amerika ook nadat Nieuw-Nederland in 1674 voorgoed onder En
gels bestuur kwam mag zich in de Verenigde Staten, en met name in de staat
New York sinds twee decennia in een groeiende belangstelling verheugen. De
Nieuw-Nederlandse bronnen echter hebben niet altijd geluk gehad met de we
tenschappelijke kwaliteiten van hun bewerkers. In het onderstaande artikel
wordt de wisselvallige geschiedenis behandeld van de pogingen die sinds 1818
in het werk zijn gesteld om de belangrijkste Nederlandse archivalia te vertalen
en te publiceren.2 Zes bewerkers hebben de Nederlands-Amerikaanse bron
nen sinds 1818 gekend: twee Nederlanders en vier Amerikanen. De kwaliteit
van hun transcriptie- en vertaalwerk kent alle denkbare gradaties: van zeer slecht
tot uitstekend. Eén opmerkelijke overeenkomst verbindt echter alle zes: geen
van allen begon zijn carrière als historicus.
Hoewel al in 1767 een voorstel werd gedaan om de Nederlandse archieven van
Albany (Beverwijck) te vertalen,3 dateren de eerste daadwerkelijke pogingen
140
Kaart van de vestiging in Nieuw-
Nederland in 1624-1664.
Uit: A. P. Kenney, Stubborn for liberty.
The Dutch in New York, Syracuse
1975.
om de Nederlandse documenten toegankelijk te maken pas van zo'n vijftig
jaar later. De eerste initiatieven tot vertaling in de stad Albany markeren niet
zozeer een nieuwe belangstelling voor het verleden als wel het feit dat omstreeks
deze tijd de kennis van het Nederlands zelfs in het oude Nederlandstalige bol
werk aan de boven-Hudson bij grote groepen verloren was gegaan. In dit ver
band is het ook veelzeggend dat in 1782 de gereformeerde kerk van Albany
voor het eerst in haar geschiedenis een Engelstalige predikant beriep.
Enkele decennia later, toen de jonge republiek der Verenigde Staten voor
het eerst een nationaal geïnspireerde literatuur voortbracht en daarvoor ijve
rig het eigen verleden exploreerde, was de situatie geheel anders. De oude tij
den van voor de Revolutie waren opeens oneindig ver weg en leken in de ogen
van sommigen nu een paradijs van rust en stabiliteit vergeleken met de dyna
miek van het heden. Het feit dat juist de stad en de staat New York de poort
vormden waardoor miljoenen Europese immigranten het onmetelijke binnen
land instroomden zal aan deze heimwee naar vroeger niet vreemd zijn geweest.
Terwijl de auteur Washington Irving een groot literair succes boekte met
zijn karikaturale geschiedenis van de kolonie New York onder Nederlands be
wind (1809),4 ontstond ongeveer tegelijkertijd gevoed door de Amerikaan
se Romantiek een nieuwe belangstelling voor de etnische herkomst van vele
New Yorkers. Irving baseerde zich voor een deel op de mythevorming rond
de koloniale Nederlanders in het Hudsondal en bouwde daarmee voort op en
kele zeer hardnekkige stereotypen omtrent de 'volksaard' van deze bevolkings
groep, maar hij werd niet gehinderd door enige substantiële kennis van de Ne-
141