een bibliothecaresse (kostenbesparing) de gevraagde gegevens uit een door een aantal kunstmusea opgezet systeem opvraagt. Ook hier volop werk voor de Rekenkamer. Sydney, 9 juni De werkomstandigheden in de City Archives doen niet erg aangenaam aan. De studiezaal is een soort binnenberghok met glaswand, kopieermachine, twee leesapparaten op een kaartenkast en een grote tafel met zes stoelen. De uitleg van de drie archivarissen is afdoende: het gemeentelijk archiefwezen staat in Australië zelfs nog niet in de kinderschoenen, de onmogelijkheid met archie ven verkiezingswinst te behalen leidt tot volstrekte desinteresse van lokale po litici. Alleen Adelaide kent naast Sydney een gemeentearchief. Het doet wel erg merkwaardig aan dat de studiezaal beperkt toegankelijk is, book in advance, en dat niet meer dan één bezoeker per keer wordt ontvan gen en dan alleen voorzover de dienst het toelaat (in 1987 in totaal 100 bezoe kers). Bezoekers betalen een fee. Het tarief voor privé-gebruik is 10 a$, dat voor commercieel gebruik 50 as. Andere overheden betalen eveneens 50 AS. Afwijkend is ook dat de registers van de Burgerlijke Stand onder de Registrar van de Burgerlijke Stand blijven berusten, waardoor een eventuele aandrang van genealogische gebruikers om tot verbeteringen te komen achterwege blijft. Brisbane, 2 juli In een bijgebouw van de State Library van Queensland vindt het laatste se minar plaats. Er zijn veertien deelnemers, van wie elf vrouwen. Twee onderwerpen zijn gepland, de organisatie van het archiefwezen in Ne derland in vergelijking met die in Australië en de vakopleidingen in Europa. Het is merkwaardig dat een Nederlander in Australië moet uitleggen hoe de correspondence course, opgezet door de Society of Archivists in Engeland, werkt. Deze lijkt voor Australië erg interessant. Steeds duidelijker wordt de noodzaak te komen tot een echte beroepsopleiding en tot kadervorming. De in Sydney aan de Universiteit van New South Wales gegeven cursus voldoet niet aan de in Europa en Noord-Amerika geldende normen voor een beroeps opleiding. Het simpele feit dat in Australië de leidende 'archivarissen', vaak afkomstig uit de bibliotheekwereld, voornamelijk in de praktijk geschoold zijn, werkt belemmerend voor uitwerking van de wel degelijk binnen de Australi sche archivarissenvereniging levende ideeën om tot een heuse vakopleiding te komen. Een angst voor verandering en de gigantische afstanden lijken ook fac toren van betekenis. Voor een aantal lijkt het diffuse van de bestaande toestand juist aantrekke lijk: doordat de meeste archivarissen een bibliotheekopleiding hebben en voor het archiefwerk alleen kunnen terugvallen op ervaring, biedt de huidige situa tie de zekerheid altijd elders, dus in het bibliotheekwezen, een baan te kunnen vinden. Een noodzaak in een klein vakgebied, in een land waar zelfs ambtena ren geen ijzersterke rechtspositie hebben. Ik suggereer ook hier tot slot de mogelijkheid met een groep de oversteek naar Europa te wagen, bijvoorbeeld in 1991, wanneer de Vereniging van Ar chivarissen in Nederland haar eerste eeuwfeest viert. Belangstelling is er zeker. 94 Conclusie Een reis naar Australië is onder alle omstandigheden een belevenis. Maar valt er ook wat te leren? Ik denk van wel. In twee betekenissen: in een land waar de ontwikkeling van het vakgebied in de kinderschoenen staat heeft men duidelijk behoefte aan contact, aan overdracht van kennis en aan het toetsen van eigen ideeën. Tegelijkertijd valt er voor ons veel te zien en te vergelijken als gevolg van de grote invloed van de bibliotheekpraktijk op het vak. J. N. T. van Albada 95

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 48