Conservering en restauratie v ze het werk zou lezen. Maar ze las het boek met veel plezier en stelde onge dacht scherpe vragen. Een ander belangstellingsgebied van mij, de geschiede nis van de Russisch-Nederlandse betrekkingen, ging zij toen ook met grote in teresse volgen. Daarnaast spraken we veel over literatuur, muziek en de politieke situatie in de wereld die zij met grote belangstelling bleef volgen en waarbij zij trouw bleef tot aan haar dood aan haar uitgesproken linkse sympathieën. Toen zij enige maanden voor haar dood voorstelde dat wij elkaar toch maar moesten tutoyeren, kostte ons dat in het gesprek geen moeite, maar het was voor mij wel even wennen haar kort daarna aan te schrijven als 'Beste Nettie'. Op 16 september zou ik een gesprek met haar hebben over een artikel dat ik over Bijlsma wilde schrijven. Ze was echter bedlegerig en ik kreeg een tele foontje van de beheerders van het huis waar zij de laatste jaren woonde: 'Ze kan U niet ontvangen, maar ze houdt contact met U'. Het volgende bericht dat ik kreeg was van haar overlijden. G. W. van der Meiden G. de Bruin en T. AG. Steemers Het artikel: 'Een vergelijkend onderzoek naar charterberging', door F. C. Ber- kenvelder, behoeft ons inziens een aantal opmerkingen. Bij de beschrijving van de verschillende methoden wordt door de heer Ber- kenvelder sterk de nadruk gelegd op de methoden die of alleen gebruik maken van natuurprodukten of maar voor een gedeelte gebruik maken van kunststof fen. De methode die alleen maar van kunststof gebruik maakt, methode 3, komt er in de beschrijving nogal summier uit. Doordat de nadruk gelegd wordt op het gebruik van natuurlijke materialen, wekt de auteur de indruk dat het gebruik van Lexan bij methode 3 niet geheel zonder risico's is. Het polycarbo- naat met de merknaam Lexan is echter voordat het voor de charterberging in gebruik genomen werd, uitvoerig door tno in Delft getest, op verzoek van de Commissie charterberging en in opdracht van de Rijksarchiefdienst. Uit dit onderzoek is gebleken dat Lexan een uiterst stabiele kunststof is, die geen week makers bevat en opgebouwd is uit koolstof, zuurstof en waterstof. Een soort gelijk onderzoek is in Duitsland uitgevoerd. De Lexan is een thermoplast, waar door van Lexan ook de beschermkapjes voor de zegels gemaakt kunnen worden op een vacuumvormmachine. De hoes en de beschermkap van eenzelfde ma teriaal is een vereiste, omdat bij de bevestiging van verschillende kunststoffen op elkaar op den duur ongewenste chemische reacties zouden kunnen optre den. De in de andere methoden gebruikte kunststof hulpmiddelen zijn naar alle waarschijnlijkheid niet aan een dergelijk grondig onderzoek onderwor pen voor het in gebruik nemen en de gevolgen daarvan zijn dus ook niet te voorspellen. Bij methode 4 heeft Berkenvelder het over een dekvel casing. Helaas beschrijft hij niet wat hij daar precies mee bedoelt. Het papier dat normaal casing ge noemd wordt is een kwaliteit papier die, gezien de samenstelling, bij de huidi ge mogelijkheden zeker niet meer geschikt is of in aanmerking komt voor per manente bewaring van archivalia. De kostenberekening van methode 3 is ons inziens niet helemaal korrekt. Bij deze berekening wordt uitgegaan van de zeer dure Gispenkasten. Dat er andere mogelijkheden zijn is Berkenvelder waarschijnlijk niet bekend. Naar ontwerp T. Steemers heeft het Rijksarchief in Limburg de kasten laten maken en dat betekende een aanzienlijke kostenbesparing. Kasten voor 40 cm diepte komen op 3.600 gulden per stuk en kasten met een diepte van 80 cm komen op 5.000 gulden per stukDe capaciteit van de kast is minimaal 1.152 charters. Bij het bergen van meerdere charters in een hoes kan dit getal tot maximaal 5.760 charters per kast oplopen. 89 88

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 45