Mr. dr. Samuel Muller, gemeentearchivaris van Utrecht van 1874 tot 1918. Uit: nab 22 (1913/1914), 83 Jhr. mr. J. A. Feith, belast met de zorg voor het gemeentearchief van Groningen in de jaren 1892-1913. Uit: nab 21 (1912/1913), 103. Muller ontkende ten stelligste dat de archivaris was wat in de literatuur, en voorzeker niet alleen daar, van hem was gemaakt: 'een uiterst goedaardig in dividu, braaf en onschadelijk, ijverig en consciëntieus, maar kleingeestig, ij- del, voor de praktijk volkomen onbruikbaar, bekrompen, droog, ongeloof lijk vervelend, zonder eenige belangstelling voor zaken buiten zijn eigen kringetje, zonder hart en zonder geest, en bovenal absoluut verwerpelijk in de oogen van het schoone geslacht'. Victor de Stuers, de machtige referenda ris bij het ministerie, had volgens Muller een juist geluid laten horen toen hij bij de minister op verbetering van de geldelijke positie der archivarissen aan drong, door Zijne Excellentie in bedenking te geven 'dat een goed archivaris geschikt moet zijn óf voor professor in de vaderlandsche geschiedenis, óf in de rechtsgeschiedenis óf in de kerkgeschiedenis, wellicht voor alle drie' en door de minister aan te raden de archivaris niet te dwingen vanwege onderbetaling 'dien uitweg te zoeken'. Aan typische toestanden heeft het-moeten wij erkennen-in het archief wezen niet ontbroken. Meer dan tachtig jaar - van 1832 tot 1913 - beheerde het geslacht Feith te Groningen het provinciale, later rijksarchief en het daar mee steeds meer verweven geraakte oude stadsarchief-van 1882 tot 1975 is aan ontwarring gewerkt. In Vlissingen ging in 1905 het archivariaat niet van vader op zoon over, maar van zoon Dommisse op zijn 68-jarige vader, een emeritus-predikant, die ook als gemeentearchivaris altijd 'gekleed' (ging) in het stemmig zwart en met den hoogen hoed bij zich'.18 De opklimmende reeks in Vlissingen hield het uiteraard geen tachtig jaar vol. Maar stokoude archiva rissen waren geen zeldzaamheid. 4 J. Geesink, gemeentearchivaris van Zwolle van 1932 tot 1968 (na van 1897 tot 1932 werkzaam geweest te zijn in het Rijksarchief in Overijssel). Foto: Gemeentearchief Zwolle. Maakte de middelste Feith op 78-jarige leeftijd plaats voor zijn zoon, de Nij meegse gemeentearchivaris van Schevichaven begon pas toen hij 65 jaar oud was na een heerlijk voorafgaand leven van reizen, trekken en avontuur, zoals deelneming in Franse krijgsdienst aan de slag van Balaklava in de Krim-oorlog; hij bleef tegen een zeer karig salarisje nog 25 jaar in functie totdat hij - 91 jaar oud - in het harnas stierf.19 De Alkmaarse apotheker en oud-wethouder Bruin vis werd toen hij al 70 jaar was onbezoldigd aangesteld, trad af na 17 jaar, maar bleef daarna, totdat de dood op 92-jarige leeftijd er in 1922 eindelijk een eind aan maakte, doorgaan met publiceren zonder er zich aan te storen dat hij - naar de toen 80-jarige rijksarchivaris in Noord-Holland Gonnet in zijn necrologie meedeelde - bij elke voorafgaande verschijning had gezegd: 'Dit is nu het laatste'.20 Moet ik eraan herinneren dat nog in 1968 een 92-jarige gemeentearchivaris, Geesink van Zwolle, kwam te overlijden, 36 jaar nadat hij bij het rijksarchief aldaar vervroegd was gepensioneerd en na eerst nog zijn 70-jarig ambtsjubi leum te hebben gevierd?21 En dat in 1968 mr. L. E. de Brakke op 90-jarige leeftijd stierf nadat hij pas een goed jaar tevoren eervol was ontslagen als ge meentearchivaris van Veere? Vergeleken met deze Methusalems was de Dordtse gemeentearchivaris J. L. van Dalen nog een jongeling toen hij in 1934 op 70- jarige leeftijd zich hardnekkig tegen pensionering verzette en in de Gemeente raad heftig bediscussieerd werd of hem dit 'onrecht' aangedaan mocht wor den.22-^ Eveneens de als 'legendarisch' te boek staande Bossche gemeentear chivaris H. J. M. Ebeling, toen hij nog in functie in 1953 op bijna 74-jarige leeftijd overleed.22B 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 3