ficiënt door de computer direkt te benaderen. De overname van dergelijk ar chiefmateriaal kan het gedrag van de onderzoeker grondig beïnvloeden. Ge wend aan de snelle, geautomatiseerde raadpleging van databases zou hij zich op den duur wel eens kunnen afwenden van het weerbarstige traditionele ar chiefmateriaal. Expertsystemen vergroten de mogelijkheden tot het vinden van de gewenste informatie, hoewel tot nu toe de mogelijkheden niet overschat mogen wor den, zolang computers niet intuïtief en holistisch kunnen denken en de mens wel. Nieuwe technieken bij archiefvorming en archiefgebruik maken het zelfs mogelijk archieven op afstand te raadplegen. De archivaris treedt op als ma kelaar voor onderzoekers die vanachter het eigen bureau opvragen en raad plegen. De studiezalen zullen zo niet alleen paperless, maar ook userless worden! Al deze ontwikkelingen brengen problemen met zich mee. Moet het beheer van het nieuwe materiaal geïntegreerd worden met het conventionele beheer, of verdient het aanbeveling specialistische instellingen met beheer en exploita tie te belasten? En zo ja, hoe wordt het gevaar voor tegenstrijdig beleid en af wijkende werkmethoden ondervangen; welke prioriteiten worden gesteld? Wel ke problemen van juridische aard treden op, zoals de bescherming van de persoonlijke levenssfeer? De Noor John Herstad behandelde in zijn subsidiary paper het kostenas pect. Nu wordt aangekeken tegen de extreem hoge kosten van computeropslag en verwerking. Maar hij wees terecht op de tendens dat de personele kosten voortdurend toenemen en de computerkosten juist afnemen, zeker in relatie tot de toenemende capaciteit. Zo zullen de kosten van het beheer van het con ventionele materiaal wellicht hoger uitvallen dan die van machineleesbare bestanden. Pedro Gonzales ging in zijn subsidiary paper in op het door Ketelaar aan gestipte aspect van de paperless searchroom. Nader beschouwd had het ver haal veel weg van een verzameling uittreksels uit leveranciersfolders, aange vuld met enkele 'wondere wereld'-ideeën. Peter Bücher behandelde de juridische complicaties bij de exploitatie van audio-visueel materiaal, waarbij onder an dere copyrights een rol spelen. De Zweed Claes Granstrom werkte de juridi sche complicaties bij het gebruik van machineleesbaar materiaal uit. Onze zui derbuur Jean Pieyns schetste het probleem van het ordenen van nieuw materiaal; hij beval nader onderzoek aan, dat een bijdrage zou kunnen leveren aan de ontwikkeling van het vak. Onder de lange reeks van interventies waren deze dag twee Nederlandse bij dragen. R. Egeter van Kuyk ging in op de specifieke problemen bij het beheer van audiovisueel materiaal. P. Horsman betoogde dat niet de technische pro blemen, hoe groot ook, de instelling van de archivaris moeten gaan beheer sen, maar dat een bezinning op de uitgangspunten en concepten noodzakelijk was. Daarvóór had F. Evans aandacht gevraagd voor de periode tussen ontstaan van gegevens in geautomatiseerde bestanden en de overname door archief diensten. Machineleesbare archiefbestanddelen kunnen eenvoudig gemuteerd worden, waardoor de registratie van een groot aantal feiten verloren kan gaan. Het is zaak voor de archivaris erop toe te zien dat geen waardevolle gegevens het slachtoffer worden van deze mogelijkheden van de nieuwe technologie. 42 UMKBK De Nederlandse interventies van R. Egeter van Kuyk (boven) en P. Horsman. Regelmatig kwam wat angstig de vraag naar voren, of met dit alles het her- komstbeginsel nog wel richtinggevend blijft voor de archieftheorie. Of de stel ling van Trudy Huskamp Petersen, verwoord tijdens de eerste plenaire zitting, dat de archivistische theorie en principes ongewijzigd zullen blijven en dat al leen de praktijk zal veranderen, houdbaar zal blijken, moet de toekomst le ren. Als geruststelling functioneerde ze in elk geval redelijk. Noot 1 d. a. bearman and R. lytle, 'The power of the principle of provenance', in: Archivaria 21 (1985/86); r.h. lytle, 'Intellectual access to ar chives', in: The American Archivist 43 (1980/ 81) 64-75, 191-207; ook: j.p.sigmond, 'De speld en de hooiberg', in: nab 90 (1986) 282-297. 43

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 22