'Als mijn medewerkers hun grenzen
verleggen, dan ben ik daar fier op'
Dr. E. Persoons, algemeen rijksarchivaris van België
Een gesprek met Theo Thomassen
Sinds 1 mei 1987 is dr. Ernest Persoons (51) algemeen rijksarchivaris van Bel
gië. Voordien was hij afdelingshoofd bij het Algemeen Rijksarchief in Brus
sel, in welke functie hij ook met het Nederlandse archiefwezen en de Neder
landse universitaire wereld in aanraking kwam. Theo Thomassen reisde naar
Brussel om de ideeën en plannen van onze zuidelijke buurman te vernemen.
'Om u enig inzicht te geven in mijn werk en mijn opvattingen als algemeen
rijksarchivaris moet ik eerst iets vertellen over kenmerkende verschillen tus
sen het Belgische en het Nederlandse archiefwezen. Ten eerste is de centralisa
tie hier sterker. Ik ben het hoofd van het rijksarchief in België; alle rijksar
chieven in de provincie hangen rechtstreeks van mij af. Bovendien staan de
archieven bij de lagere overheden direct onder toezicht van mijn inspectiedienst.
Nu is in België het archiefwezen bij de lagere overheden veel minder ontwik
keld dan in Nederland; dat is een tweede verschil. De inspectie richt zich niet
zozeer op de weinige eigenlijke gemeentearchieven (we gaan ervan uit dat die
doorgaans goed werken), maar op de gemeenten die geen eigen archiefdienst
hebben.
Het Belgische archiefwezen heeft maar twee soorten archiefpersoneel: ar
chivarissen, die aan de universiteit zijn opgeleid, en hulppersoneel, dat bestaat
uit administratief personeel, beheerspersoneel en technisch personeel, waar
toe men bijvoorbeeld ook studiezaal- en depotmedewerkers rekent. Het mid
delbare niveau ontbreekt bij ons.
De verhouding tussen het archiefwezen en de administratie is in België op
ongeveer dezelfde manier geregeld als in Nederland. Wij hebben recht op in
spectie in de administratie; in theorie moeten wij erop toezien, dat zij de ar
chieven in goede orde bewaart. In de praktijk komt dat hierop neer, dat wij
ervoor trachten te zorgen dat de archieven in goede staat bij ons komen, waar
na we ze zelf schiften en inventariseren. De relatie met de administratie is dus
in de praktijk veel minder eng dan in Nederland.
De wettelijke overbrengingstermijn is honderd jaar. Toch hebben we hier
Ernest Persoons is in 1937 geboren in Tessenderlo (provincie Limburg), waar
zijn familie gedurende generaties in de lokale politiek betrokken is. Zijn vader
was er lange jaren schepen en burgemeester.
Van 1956 tot 1960 studeerde hij aan de Katholieke Universiteit te Leuven
en in 1960-1961 aan de Ecole nationale des Chartes te Parijs. In 1961 slaagde
hij in het examen van kandidaat-archivaris. Op 1 april 1963 werd hij stage
doend archivaris op het Algemeen Rijksarchief; hier bekleedde hij met ingang
van 1 juni 1977 de functie van hoofd van de afdeling Rekenkamer en Gerech
telijke Archieven. Sinds 1 mei 1987 is hij Algemeen Rijksarchivaris.
Ervaring in het management deed hij op als beheerder van de nv Mercator-
fonds (1980-1988), waarvan hij in 1980-1981 beheerder-directeur was, en als
afgevaardigd-beheerder van de Stichting van Openbaar Nut Cultura (1979-
1981). Van 1985 tot 1987 was hij op het Kabinet van Minister van Onderwijs,
D. Coens, belast met wetenschapsbeleid en de nationale wetenschappelijke in
stellingen en verenigingen.
In 1970 promoveerde hij aan de Centrale Examencommissie tot doctor in
de Letteren en Wijsbegeerte op het proefschrift Het Kapittel van Windesheim
en de laat-middeleeuwse vroomheid. Hij publiceerde talrijke studies over de
geschiedenis van de materiële cultuur en over het kloosterwezen en vooral over
het Kapittel van Windesheim en de Broeders des gemenen levens, waaronder - in
samenwerking met W. Kohl en prof. dr. A. G. Weiier het Monasticon Win-
deshemense en het Monasticon fratrum vitae Communis.
Sinds 1967 is hij ook hoofdredacteur van Archives et Bibliothèques de Bel-
gique. Archief- en Bibliotheekwezen in België.
21
20