De eerste ervaringen wezen uit dat op termijn de capaciteit zowel wat betreft het aantal werkstations als de verwerkings- en opslagmogelijkheden onvoldoen de zou zijn. De sar sprak zich begin 1986 dan ook, ten tweeden male, duide lijk uit voor de ontwikkeling van een 'miniklimaat' in de periode 1987-1989. In 1986 onderging het microcomputerbestand de nodige uitbreidingen. De minder goede ervaringen met de daisy wheelprinters leidde tot de keuze van de epson F 85 matrixprinter. Aanschaf en onderhoud van het machinepark werd bij een andere leverancier ondergebracht. Dankzij een bestemmingskre diet van wvc konden in november 1986 elf Olivetti m24 microcomputers, in middels de wvc-standaard, worden aangeschaft. Deze micro's waren primair bedoeld voor het gebruik van het voor wvc ontwikkelde financiële bedrijfs voeringssysteem Adviboek. Dat de rad een geografisch gedecentraliseerde dienst is, leverde ook in dit verband weer het nodige palaver over het aantal aan de dienst te leveren micro's op. De standaardprogrammatuur werd in aan sluiting op de wvc-standaard uitgebreid met WordPerfect voor de tekstver werking en het geïntegreerde pakket Symphony. Het uiteindelijk krediet voor de rad over 1986 was ontoereikend voor de realisering van het netwerk op het Algemeen Rijksarchief. Lage stookkosten in de winter van 1985/1986 maakten het echter wel moge lijk dat in het Algemeen Rijksarchief op de valreep van 1986 nog eens veertien IBM- PC's (zonder harde schijf) naar binnen werden gereden, benevens enige matrix printers en een laserjetprinter. Deze apparatuur zou in het nog te bou wen netwerk geïntegreerd moeten worden. Overigens, de aanschaf van deze PC's leidde tot een interessante discussie met het ministerie van wvc over de noodzaak standaardapparatuur te gebruiken. Verder besloot de sar in 1986 dat, gelet op de grote behoefte aan tekstverwerkende apparatuur bij de rad, de apparatuurlijn voor tekstverwerking een verantwoordelijkheid was van de rijksarchieven. Op grond van de toen nog geldende comptabele voorschriften werd de Tulip pc (onder de comptabele grens van 5.000 gulden) geadviseerd.11 De sar betrachtte in 1987 enige terughoudendheid in de aanschaf van micro computers. Redenen hiervoor waren de aangekondigde wijzigingen in besturingssystemen (os/2) en de verwachte consequenties van archeion. In beginsel werd voor de pc-lijn gekozen voor de wvc standaard Olivetti m24 voor de tekstverwerking, of de m28 voor ORACLE-toepassingen zoals maïs. Het advies van de firma Multihouse Network Services bv over een netwerkstruc tuur voor zowel de proeftuin archeion in Zeeland als voor het Algemeen Rijksarchief leidde in 1987 tot de installatie van het lan in het ara en de aan koop, op advies van wvc/cdbi in oprichting, van een miero-VAX 2000 mini- computer voor Zeeland. Het lan/ara bestaat uit een Ethernet bekabeling, 3Com netwerk server met back-up eenheid, repeaters en voorlopig elf aangeslo ten pc's en de laserjetprinter. Geconcludeerd mag worden dat, ondanks de vaak ondoorzichtige beschikbaar heid van de financiën, het resultaat eind 1987 niet ver van het oorspronkelijk in 1984/85 geformuleerde doel, het miniklimaat, aflag. De beheersbaarheid blijft echter een moeilijk punt door de onzekerheid over de structurele finan ciële onderbouwing van de planning. Op dit moment beschikken de rijksar- 288 chieven en de afdelingen van het ara over minimaal twee tot drie microcom puters. Het aantal apparaten met een voornamelijk tekstverwerkende funktie varieert sterk per rijksarchief. Projecten Microversie Archief Inventarisatiesysteem (maïs) Zoals al uit de titel van het betoog van Ketelaar in 1981 bleek, was de aan dacht binnen het archiefwezen in eerste instantie gericht op het gebruik van de computer bij het toegankelijk maken. Bij het Katholiek Documentatiecen trum (kdc) was sinds 1981 het zelf ontwikkelde RAPiDE-systeem, bedoeld voor het toegankelijk maken van de collecties, in gebruik.12 Het kdc maakte hier bij gebruik van het main frame bij het Nijmeegs universitair rekencentrum. Het automatiseringsplan van de gemeentelijke archiefdienst van Amsterdam legde vooral de prioriteit bij het (nader) toegankelijk maken (doopindex). De Centrale Archief Selectiedienst (cas) te Winschoten beproefde in deze perio de het Archief Selectie en Inventarisatie Systeem (asis). In het overleg van de hoofden Inventarisatie van de rad in oktober 1982 kwam het voorstel aan de orde na te gaan of de computer bij het toegankelijk maken kon worden ingezet. Een advies van dien aard ging naar het Convent van rijksarchivarissen. In zijn vergadering van 9 december 1982 stelde het Con vent de Commissie tot het Automatiseren van het Inventariseren van Archie ven (avia) in.13 Tijdens de werkzaamheden van de avia deed de Centrale Di rectie Organisatie en Informatie van het toenmalig ministerie van crm van wege het verzoek van de rad om enige schrijfmachines met beperkt geheugen aan te schaffen! - een vooronderzoek naar de mogelijkheden van de automa tisering bij de rad. De uit dit onderzoek voortkomende definitiestudie en het eindrapport van avia lagen in december 1983 bij het Convent ter tafel. De al gemene rijksarchivaris werd onder andere geadviseerd op korte termijn de aan schaf van twee P(hillips)5020 tekstverwerkers te bevorderen om experimenten op het terrein van het toegankelijk maken uit te voeren. De algemene rijksar chivaris nam dit advies over. Gedurende een half jaar (1983-1984) werd op het ara en op het Rijksarchief in Gelderland geëxperimenteerd met de P5020 systemen, teneinde de bruik baarheid van de standaard tekstverwerkings-programmatuur (en enkele on der cp/m werkende databasepakketten) bij het inventariseren te testen. De bruikbaarheid bleek echter beperkt tot tekstverwerking en verschafte geen meer waarde aan het inventarisatieproces. Met name de sorteermogelijkheden wa ren onvoldoende. De ontwikkeling van de programmatuur van asis bij de cas was in septem ber 1984 min of meer afgerond, asis draaide, op basis van het pakket 'All-in- one' op een minicomputer bij het ccl. Vervolgens werd in opdracht van de afdeling Coördinatie Documentaire Informatieverzorging (cdi) van het minis terie van Binnenlandse Zaken bezien in hoeverre asis aan te passen was voor microcomputers. Het ccl, dat toen nog onder BiZa ressorteerde, voerde het onderzoek uit. Voor de functionele specificaties golden de door de convents- 289

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 9