ten worden. Want kunnen archiefstukken slechts naar één gezichtspunt gerang schikt worden, beschrijvingen kunnen door een computer moeiteloos naar elk gedefinieerd gezichtspunt worden gesorteerd. De Amerikaan Theodore Durr staat zo een combinatie voor van archiefbeheer records management) en in formatieverzorging information control), een idee dat lijkt aan te sluiten bij het bijna traumatische streven van archivarissen niet alleen formeel te beschrij ven, maar ook inhoudelijk te ontsluiten.4 Dat impliceert dus ook de indicering van de zeer formeel beschreven series, een van de oudste werkgebieden van archiefautomatisering. Maar kan de computer grote hoeveelheden gegevens verwerken, de invoer blijft mensenwerk, vervelend, langdurig, dus kostbaar en foutgevoelig. Voor al op dit menselijke aspect dreigt dit soort toepassingen bankroet te gaan.5 Good tools shorten labour, zie Charly Chan, maar zijn deze tools wel zo goed of halen we ons meer werk op de hals. Is Durrs mening, dat de archivaris moet streven naar informatiebeheer voor het hele depot, ingegeven door de verlok kingen van de moderne technologie, maar in feite een onjuiste en onhaalbare doelstelling? Richard Kessner stelde vast dat archivarissen betoverd schijnen door de computer, maar niet de consequenties trekken voor het beroepsbeeld. De modus operandi moet veranderen. Het gaat er niet om de oude doelen te bereiken met nieuwe middelen, maar dikwijls om het vaststellen van nieuwe doelen. Het uitgangspunt daarbij is dat de archivaris allereerst belast is met het archiefbeheer.6 Daarbij is niet zozeer de vraag belangrijk of hij informatie of archieven beheert, maar welke informatiestrategie en informatiearchitec tuur is noodzakelijk om de beheerstaken te vervullen en de door onderzoekers gevraagde stukken beschikbaar te stellen. Hoewel de oplossing van de tegenwoordige problemen in het archiefwezen niet in de eerste plaats gevonden kunnen worden in een blinde toepassing van de informatietechnologie, worden ze daarin wel vaak gezocht. Technologische vernieuwingen werken archivarissen op de zenuwen.7 Op gejaagd door de concurrentie van andere instellingen in de informatieverzor gende wereld, geeft hij zich te weinig tijd tot de herbezinning op de theorie. De goedkope microcomputers verschaffen hem de mogelijkheden mee te hol len in de moderniseringsrace waarin hij niet mag achterblijven. De methode die hij daarbij gebruikt is de squeaky wheel, doe maar raak (soms eufemistisch iteratieve processen genoemd).8 Is de computer wel het tovermiddel waarvoor hij werd versleten? De tot nu toe gerealiseerde systemen zijn doorgaans mechanisch, elektronische kaarten bakken, traditionele werkzaamheden met behulp van de computer. Maar om dat de mens in wezen niet mechanisch is, zouden zulke systemen op den duur wel eens slechts kunnen passen. Veel van de gebouwde databases blijken on voldoende;9 zelfs expertsystemen leggen het nog af tegen de mens die zijn rech- terhersenhelft gebruikt, intuïtief kan denken, zoekt op ogenschijnlijk de ver keerde plaatsen, waar hij de verrassendste vondsten doet.10 One ounce of luck is more worth than thousand ton of wisdom is een andere Chinese wijsheid van Charly Chan. Geautomatiseerde systemen, mits goed ontworpen, kunnen de archivaris wel ondersteunen bij zijn werkzaamheden, maar hen nog steeds niet vervangen. 356 Bij de bouw van zulke systemen kan volledigheid niet bereikt worden. De dub bele 80/20 regel wijst uit, dat voor 5% van de vragen met 80% van de ontwik kelingskosten betaald moet worden.11 Als middel voor informatiebeheer, in de zin van inhoudelijk ontsluiten, zullen de traditionele automatiseringstoepassingen vast lopen. Ofwel omdat de con cepten tekortschieten, of omdat de benodigde middelen ontoereikend zijn, of omdat we met ongelijksoortige grootheden te doen hebben (series - losse stuk ken). Voor een succesvolle inzet van de computer (de tools) is een analyse van de werkprocessen (de labour) noodzakelijk, voorafgegaan door de formule ring van de doelstellingen. Vervolgens worden de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkprocessen vastgesteld. Voor het beschik baarstellen zal dat neerkomen op de beschrijving van archiefvormende organi saties, hun functies en taken, en de relaties met het gevormde archief.12 De on gelijke grootheden waaruit archieven bestaan dwingen tot het zoeken naar de grootste gemene deler, het niveau van de archiervormer, en niet het niveau van de stukken. Informatiebeheer information control) en archiefbeheer moeten nadrukkelijk onderscheiden worden. Pas als op dit hogere niveau de systemen ontwikkeld zijn, kan met succes afgedaald worden tot de onderliggende niveaus. In dit concept regeert niet de technologie, hoewel de toekomstige mogelijk heden onder ogen gezien mogen worden: per werkplek een beeldscherm, data communicatie, optische systemen, kennisbanken enzovoort. Maar eerst zal een archivistiek voor het informatietijdperk geformuleerd moeten worden, eerder informatiewetenschappelijk dan geschied wetenschappelijk gebaseerd.13 Onge twijfeld zullen jaren discussiëren nodig zijn, zowel nationaal als internatio naal, zoals ook destijds herkomstbeginsel en structuurbeginsel niet zonder slag of stoot aanvaard zijn. Noten 1 Een overzicht van automatisering in archieven in: hartmund weber, 'Der Computer im Archiv-zeitgemasse Arbeitshilfe oder modi- sche Spielerei', in: Der Archivar 40 (1987) 485 en volgende. 2 m.cook, 'Information technology: a chalenge to training', in: Archivum xxxiv (1988) 17-33; ook: ANNE j. gillilard, 'The development of automated archival systems: Planning and Ma nagement change', in: Library Trends (winter 1988) 519-537. 3 h.romeyk, edv in Archive. Ein Ratgeber, Diis- seldorf o.J. 4 w.th.durr, 'From mainframe to micro: auto mation and and applications at an archives over ten years', in: adpa 4 (1984) 49 en volgen de; angelika menne-haritz, 'Indizierung oder konventionelle Verzeichnung', in: Der Ar chivar 38 (1985) 412. 5 Zie voor kwantitatieve aspecten van dit soort toepassingen onder andere 'Zweites deutsch- niederlandisches Archivsympsium in Arnheim 22. und 23. November 1981', in: Archivpflege in Westfalen und Lippe 17 (April 1982). 6 Richard m. kesner, 'Automated information management, is there a role for the archivist in the office of the future?', in: adpa (1983) 59 en volgende. 7 Op het elfde Internationale Archiefcongres in Parijs (augustus 1988) kwam dit aspect her haaldelijk naar voren; verschillende sprekers en interveniënten gaven blijk van deze nervositeit. 8 r.maes, 'Informatieplanning: een evaluatie'. Congreslezing voor: De Haalbaarheid van In formatieplanning (Amsterdam 15 mei 1987). Squeaky wheel model uit: e.r.mclean en J. v.soden, Strategie planning voor mis, New York 1977). 9 gary Schwartz, 'Le Musée Documentaire', in: alca Archives 14/15 (1986/87) 56-58. 10 a.kranendonk, 'Een sociotechnische aanpak: automatisering voor de rechter hersenhelft', in: Informatie 24 (1982) 9; over archivistische ex pertsystemen het rapport: Methodology for de veloping an expert system for information re trieval at the National Archives and Records Administration, Arlington 1986. 357

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 43