AXDA03 AIDA TITELAUFNAHME O O O ARCHIV LAS KLASSIFIKATION ACCESSIONSNUMMER NR.: 0JAHR0 SIGNATOR ABT.NR. 0ZOSATZ: 0LFD.NR.: 0 RUECKWBLAETT BITTE - EING.: AIDA04 AIDA TITELAUFNAHME 0 0 0 LAUFZEITSPERRFRIST: GENEHMIGUNG E/ /S PERSONENBEZUG J/N: AKTENZEICHEN ALT: ARCHIVSIGNATUR ALT: 000 FILMSIGNATUR FILM-ABT: 0FILM-NR: 0ZUSATZ0_ BAND: 0UMFANG0_ ZUSTAND: TEILPROVENIENZ ABWPROVENIENZ ANDERE PROVENIENZ: ABTLG.NR: 0ZUSATZ RUECKWBLAETT BITTE - EING. X Afb. 1 Invoerschermen bij aida-sh. in totaal dertien aansluitpunten aangelegd zijn, kunnen de terminals naar be hoefte verplaatst worden. Indien nodig kan dus een terminal voor een grote inventarisatie tijdelijk in een ander dienstvertrek opgesteld worden. De vijf terminals staan via een network server en een modem over een vaste lijnver binding met een overdrachtsnelheid van 4800 Baud, dus 4 pagina's a4 per se conde, in verbinding met het op 60 km afstand gelegen rekencentrum Sleeswijk- Holstein. Bij deze overdrachtsnelheid blijft de reactietijd alleszins acceptabel. Bij piekbelastingen van de computer kan het een enkele keer 10 tot 20 secon den duren voordat het antwoord komt, maar doorgaans is het binnen 1 secon de op het scherm. 346 De inventarissen worden in het rekencentrum in Kiel gedrukt en per post naar Sleeswijk verzonden. In het rekencentrum wordt het computerbestand weke lijks op schijf vastgelegd en elke woensdagavond wordt alle nieuwe invoer af gedrukt voor correctie. Het hoofddoel van de invoering van de computer in het Landesarchiv Sleeswijk- Holstein, de inventarisatie van nog niet afgesloten archieven mogelijk te ma ken, schijnt bereikt te zijn. Daarenboven is het kennelijk gelukt de inventari- satoren een nieuw stuk gereedschap in de hand te geven dat hen van schrijf werk ontlast en hun meer invloed op de vormgeving van de inventarissen geeft. Er bestaat uitgesproken weinig noodzaak tot aanpassingen in de werkwijze wan neer de eerste drempel genomen is en men bereid is achter een toetsenbord te zitten en een beeldscherm af te lezen. De methodiek van het archiefwerk is niet in een programma vastgelegd. De techniek laat de archivaris hierin vrij. Binnen het kader van het ingaveformu- lier is het werk buitengewoon flexibel. Het systeem kan zonder meer ook voor series en collecties worden toegepast. Wij hebben uit praktische overwegingen tot aida besloten. Toen wij aida in gebruik namen, hadden we de mogelijkheid gebruik te maken van de kennis en apparatuur van een groot rekencentrum. De gehele ontwikkeling van het programma en de nazorg worden door dit centrum verzorgd; het levert en on derhoudt ook de apparatuur. Daardoor was binnen het archief een minimum aan computerkennis noodzakelijk, dat zonder beperking van de overige be zigheden te verwerven en toe te passen was. Ondanks dat we toch van een groot rekencentrum afhankelijk werden was deze oplossing het gemakkelijkste en eenvoudigst te realiseren. Bovendien konden de kosten voor het archief zelf verminderd worden, daar de vergoeding aan het rekencentrum door de minis ter van Binnenlandse Zaken betaald wordt. Intussen is ook een begin gemaakt met de koppeling aan aida van de reeds aanwezige personal computers voor zover ze niet zelfstandig voor inventarisa tiewerkzaamheden gebruikt worden. De eerste stap bestaat hieruit dat elke pc voorzien wordt van een terminal-emulatie, waardoor hij zich gaat gedragen als de toegepaste Siemens 9748 terminals en de eigen computerintelligentie buiten gebruik laat. Bij de volgende stap worden dan via een file transfer (waarbij computerbestanden omgezet worden van het besturingssysteem van de cen trale computer naar dat van de personal computer) gedeelten van de inventa risbestanden binnen het archief gehaald, daar met WordPerfect verder bewerkt en afgedrukt. Wanneer het archief in 1990 verhuist naar de nieuwbouw moet iedere archivaris een terminal ter beschikking hebben en in zijn werkkamer rechtstreeks via aida-sh kunnen inventariseren. Ten slotte rest nog op te merken, dat de invoering van de computer in het Lan desarchiv Sleeswijk-Holstein weliswaar een stevig revolutionaire ingreep bete kende, maar dat het er tot dusver naar uitziet dat iedereen met de terminals kan omgaan en dat er meer belangstelling bestaat voor deze werkwijze dan te verwachten was. 347

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 38