Archieven en automatisering in Nederland De stand van zaken F. Keverling Buisman Het Nederlandse archiefwezen heeft de automatisering ontdekt. De trein kwam wat moeizaam op gang, maar nu is remmen niet meer mogelijk. Dr. F. Kever ling Buisman, rijksarchivaris in Gelderland en voorzitter van de Stuurgroep Automatisering Rijksarchiefdienst, geeft een overzicht van de stand van zaken. Wie zich afvraagt hoe het nu eigenlijk gesteld is met de toepassing van compu ters bij de Nederlandse archieven, kan daar maar heel moeilijk een antwoord op krijgen. Veel speelt zich nog binnenshuis af of bevindt zich in een experi mentele fase. Toch wil ik in deze bijdrage proberen een tipje van de sluier om trent de toepassingen van computers in archieven in Nederland op dit moment op te lichten. Duidelijk is dat ik niet alle toepassingen de revue kan laten pas seren, maar dat ik mij zal richten op het aangeven van die terreinen, waarop bij Nederlandse archiefdiensten automatisering wordt toegepast, met een op gave van een klein aantal programma's op die terreinen.' Als je met die beperking in het achterhoofd de huidige stand van zaken in ogenschouw neemt, dan word je toch nog getroffen door de veelheid van acti viteiten. Vergeleken met de toestand zeven jaar geleden - tijdens het Tweede Duits-Nederlandse Archiefsymposion in Arnhem (1981) - heeft zich een enorme ontwikkeling voorgedaan. Toen moest nog vastgesteld worden dat Nederland zich op het gebied van toepassingen van computers in archieven in het alge meen in een duidelijke achterstandsituatie bevond, zeker vergeleken met de ons omringende landen (West- Duitsland, België, Frankrijk, Engeland, Zwe den) en met de Verenigde Staten.2 Ook tijdens een studiedag van de Vereni ging van Archivarissen in Nederland in datzelfde jaar 1981 - gedeeltelijk ge wijd aan het Nederlandse archiefwezen en de computer - constateerde de toenmalige vice-voorzitter van de van, dr. F. C. J. Ketelaar, met zorg die ach terstand van wel tien jaar en riep de aanwezige archivarissen op nadrukkelijk aan automatisering aandacht te geven.3 Overzien we de stand van zaken van daag, dan moeten we constateren dat die oproep niet aan dovemansoren ge richt is geweest. Ik onderscheid met betrekking tot het gebruik van computers in archieven in principe een vijftal toepassingen: 1 Het nader ontsluiten van archiefbestanddelen 2 Het inventariseren van archieven 3 Het beheren van archieven 4 Het toegankelijk maken en houden van andere door archieven beheerde col lecties (bibliotheken, topografisch historische atlassen) 5 Programma's die twee of meer van de bovengenoemde toepassingen combi neren. Naast deze specifieke archieftoepassingen komen we in archieven ook de ge wone kantoorautomatisering tegen, zoals vrijwel ieder ander kantoor die op dit moment ook kent: tekstverwerking, financiële administratie, een informa tiesysteem voor personeelsaangelegenheden, postbehandeling etcetera. Dat ter rein laat ik buiten beschouwing omdat dat niet archief-specifiek is. Deze be perking betekent onder andere dat een mededeling die zeven jaar geleden nog de nodige nieuwswaarde bevatte, zoals het feit dat de kopij voor de Archie venoverzichten op floppy naar de drukker ging, in dit kader niet meer genoemd wordt: het aanbieden van kopij op floppy is intussen gemeengoed geworden. Ook betrek ik in deze bijdrage niet de banden, tapes en andere door compu ters geproduceerde informatiedragers die door de verschillende administraties aan de archiefdiensten worden overgedragen. Het beheer en het toegankelijk houden van dat materiaal vereist een heel andere en speciale aandacht. Er is mij echter geen enkele openbare archiefdienst bekend, waar dit materiaal nu aanwezig is (met uitzondering van de collectie bij het Steinmetz-archief). De eerste toepassing, het nader ontsluiten van archiefbestanddelen, vooral in de vorm van het indiceren op naam of op trefwoord, heeft de archivarissen direct aangesproken. Dat was ook te verwachten, daar archivarissen soms al jaren lang bezig waren met het ficheren van soms zeer grote aantallen gelijk soortige gegevens, zoals doopinschrijvingen of notariële acten. Als je de gege vens daaruit direct in de computer, met zijn uitvoerige sorteermogelijkheden, zou kunnen brengen, zou dat een immense hoeveelheid dupliceer- en alfabeti- seerwerk kunnen besparen. Een bekend en zeer vroeg buitenlands voorbeeld is het grote Belgische project van onze Luikse collega Pieyn.4 Het eerste au tomatiseringsproject bij een archiefdienst in Nederland had dan ook betrek king op een dergelijke ontsluiting. Het gemeentearchief Dordrecht had al in 1977 samen met de Erasmus-universiteit een project opgezet om de notariële archieven uit de jaren 1860-1869 te ontsluiten. Tijdens het vorige symposion in Arnhem heeft collega Schotel dit project uit de doeken gedaan.5 Het Dor- drechtse project is helaas een stille dood gestorven, omdat de computer die bij het gemeentearchief geïnstalleerd was, gestolen werd voor er mee gewerkt kon worden. Het apparaat werd daarna niet meer vervangen. Deze slechte start heeft andere archiefdiensten er gelukkig niet van weer houden om, ieder op zijn eigen wijze, met dit soort indiceerprojecten van start te gaan. Ik noem een paar van dergelijke projecten, sommige al behoorlijk gevorderd, andere nog in de aanvangsfase. Bij het gemeentearchief 's-Herto- genbosch loopt het programma 'Data-schurk', dat dient om enige honderden criminele procesdossiers uit de zeventiende en achttiende eeuw nader te ont- 274 275

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 2