Geautomatiseerde ontsluiting van topografisch-historische atlassen J. P. van de Voort standaardisatie in de zin dat er afspraken gemaakt moeten worden over de in terpretatie van begrippen (definities) bijvoorbeeld. Tenslotte zij hier vermeld dat archeion in zijn huidige vorm, met aanvraag- en uitleenadministratie, vooral gericht is op de grotere archiefdiensten (vanaf circa 4 a 5 km archief). Plannen voor een pc-versie, zonder aanvraag- en uit- Ieenfunktie, bestaan wel, maar zijn afhankelijk van de eventuele belangstelling. Enige technische gegevens archeion is ontwikkeld met behulp van het relationele database-management systeem oracle (versie 5.1.22) en draait op een minicomputer. Bij de Rijks archiefdienst is een MicroVAX 2000, op dit moment de kleinste minicomputer op de markt, van dec (Digital Equipment Corporation) aangeschaft met de nodige randapparatuur, zoals een tiental terminals,twee printers, een barcode decoder met leespen en een tape-unit. archeion vereist namelijk een multi user en multi-tasking omgeving. Voor de aanvraag- en uitleenadministratie wordt met barcodes op de aanvraagbriefjes gewerkt. Na het terugplaatsen van de stukken worden deze barcodes met een leespen weer ingelezen, zodat het systeem na controle de desbetreffende inventarisnummers weer vrijgeeft voor nieuwe aanvragen. Als tekstverwerkingspakket wordt Wordperfect gebruikt. In archeion zijn onder andere verschillende systeemfunkties ingebouwd die van dit pakket ge bruik maken, bijvoorbeeld standaardbrieven. Bovendien kunnen de verschil lende lijsten hiermee eventueel nog bewerkt worden. Afbeelding archeion: menustruktuur De gebruiker vindt in archeion zijn weg via menu's, die aangeven welke functies het systeem beschikbaar heeft. Het hoofdmenu geeft een overzicht van de door ar cheion ondersteunde beheersfuncties. Vanuit het hoofdmenu kiest men een van de submenu's alleen de eigenlijke beheersfuncties, nrs. 1-7, zijn hier uitgewerkt). Van hieruit kunnen gegevens worden ingevoerd of gewijzigd, of-op scherm of via uit geprinte lijsten - geraadpleegd. Bij de uitvoering van de aanvraag- en uitleenadmi nistratie en de afhandeling van teruggekeerde stukken biedt archeion direkte on dersteuning. 314 wmm Voor de ontsluiting van een topografisch-historische atlas biedt de automati sering vele mogelijkheden. Dr.J.P. van de Voort, projectadviseur van IMC/Mardoc, wijst op een aantal zaken die daarbij de aandacht vragen: gestan daardiseerde beschrijving, gecontroleerd trefwoordengebruik en de eisen voor databaseprogrammatuur. Inleiding Archieven en musea, dikwijls ook bibliotheken, beheren veelal een omvang rijke collectie beeldmateriaal, aangeduid als 'topografisch-historische atlas' (tha). In de recent gepubliceerde Handleiding voor het beheer van een topografisch-historische atlas van Ratsma en Wilmer1 wordt aangegeven welke bestanddelen een dergelijke collectie bevat: kaarten, technische tekeningen, topografische afbeeldingen, afbeeldingen van het maatschappelijk leven, historie-afbeeldingen en afbeeldingen van personen ('personalia'). Letten wij op de produktietechniek, dan kent de moderne tha niet alleen prenten, kaar ten, foto's en tekeningen, maar ook dia's, films en video. Behalve gedrukte en andere in 'oplage' voorkomende documenten, bijvoorbeeld foto's, bestaat een belangrijk deel van een tha uit unica, zoals tekeningen en manuscript- kaarten. De tha dient voornamelijk de documentatie van stad en streek. Bij musea dient de collectie beeldmateriaal ook nog andere doeleinden, namelijk de documentatie van de museale voorwerpen, terwijl dikwijls de museale col lectie uit beeldmateriaal bestaat dat uit esthetische overwegingen is verzameld. In de handleiding van Ratsma en Wilmer wordt uiteraard ook aandacht ge schonken aan het beschrijven, ordenen en ontsluiten van de tha. Vooruitlo pend op toekomstige geautomatiseerde ontsluiting wordt gepleit voor een gestandaardiseerde beschrijving volgens de FOBiD-regels voor titelbeschrijving. Ons inziens is de FOBiD-standaard veel minder geschikt voor de geautomati seerde collectieontsluiting dan genoemde handleiding suggereert. In het navolgende zullen wij onze reserves ten aanzien van de fobid- standaard nader toelichten en een andere, door de Museum Documentation Association (mda) in Engeland ontwikkelde data standard bespreken. Vervol- 315

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 22