materieel beheer in engere zin: wat is de toestand en wat moet zo nodig gedaan worden aan materiële zorg, aan schaduwarchivering? aanvraag- en uitleenadministratie: welke stukken zijn tijdelijk uitgeleend aan wie en waar, voor hoe lang, intern/extern? toegankelijk maken: wat is de mate van toegankelijkheid en wat moet even tueel nog gedaan worden? Deze aktiviteiten hangen, zoals gezegd, nauw met elkaar samen. Tot nu toe is dit een onderbelicht aspekt. Het resultaat (produkt) van de ene aktiviteit wordt veelal weer gebruikt bij een volgende. Beginnend bij inspektie komt men via acquisitie, depotbeheer, toegankelijk maken en materiële zorg uiteindelijk bij de aanvraag- en uitleenadministratie. Het objekt, dat bij al die werkzaamhe den centraal staat en waarover men gegevens nodig heeft, is steeds hetzelfde, namelijk het archiefblok. Gezien deze sterke onderlinge afhankelijkheid is integratie van de per aktivi teit bestaande verschillende gegevensverzamelingen een logische stap. Immers, losse verzamelingen zijn veel moeilijker bij te houden. Gegevens gaan onder ling van elkaar afwijken, waardoor verwarring en onzekerheid ontstaat over welk gegeven nu juist is. Bovendien is de samenhang veel moeilijker te realise ren. Door nu uit te gaan van het archiefbeheer als totaliteit komt men niet al leen tot een betere onderlinge afstemming van de verschillende beheersaktivi- teiten, maar legt men ook een betere basis voor het te voeren beleid. Op deze wijze is men onder andere in staat veel beter inzicht te verwerven in de stand van zaken met betrekking tot een bepaald archief. Hoe logisch een en ander ook klinkt, in de praktijk komt men deze benade ringswijze maar zelden tegen. De nadruk ligt op de afzonderlijke aktiviteiten en in het bijzonder op het (inhoudelijk) toegankelijk maken. Ook in buiten landse vakbladen blijkt dit steeds weer. Essentieel is voorts dat bij archeion bewust onderscheid gemaakt wordt tus sen het institutionele en het fysieke aspekt van archieven. Onder het institutio nele aspekt wordt verstaan: informatie over het archiefvormend orgaan of per soon (abstract, want meestal niet meer bestaand) en bij het materiële aspekt gaat het om informatie over het archief of liever de verzameling archiefstukken (concreet) zelf, zoals deze in het depot staat. In de praktijk wordt dit echter nogal eens door elkaar gehaald. Zo is er bijvoorbeeld een archievenoverzicht zowel voor intern als extern gebruik. Voor intern gebruik is dit aangevuld met gegevens over de vindplaats van de archieven. Bij nadere beschouwing is het archievenoverzicht echter een mengeling van historisch- institutionele gegevens (om welke archiefvormende instellingen of personen gaat het?) als van mate riële gegevens (om welke archieven gaat het, hoe groot is de omvang enzovoort?). Deze vermenging komt voort uit het feit dat zowel voor dienstverlening aan de bezoekers als voor het depotbeheer in grote mate dezelfde gegevens nodig zijn. Is dit wellicht voor een mens niet zo'n groot probleem, al dient hij zich deze tweeslachtigheid wel bewust te zijn, voor een geautomatiseerd informa tiesysteem is het echter zaak hier duidelijk onderscheid in te maken, zeker als men deze gegevensverzameling als basis voor verdere uitbouw van de automa tisering wil gebruiken. 310 Welke mogelijkheden biedt archeion? archeion is dus in principe een gegevensbank op basis waarvan een aantal toepassingsprogramma's (keuzes in hoofdmenu) zijn ontwikkeld, die parallel lopen met de hierboven onderscheiden werkzaamheden. Met behulp van deze programma's (of beter menu-keuzes) is het mogelijk gegevens bij te werken, nieuwe gegevens in te voeren en verschillende lijsten en overzichten aan te ma ken (zie menustruktuur). Een deel van de gegevens in de gegevensbank is daarbij gemeenschappelijk, dat wil zeggen voor alle aktiviteiten van belang, zoals die betreffende institutie, archiefvormer en archiefblok; de rest is aktiviteit-gebonden, dat wil zeggen dat zij alleen voor de betrokken aktiviteit (inspektie of depotbeheer enzovoort) van belang zijn. Hoewel centraal (in één computer) opgeslagen wordt er decentraal (op de werkplek) met deze gegevens gewerkt. Het is niet mogelijk dat anderen zo maar gebruik kunnen maken van de gegevens die tot een bepaalde aktiviteit of funktie behoren! Per keuze in het hoofdmenu is een beveiliging met gebrui kersnaam en wachtwoord ingebouwd. Dit ter voorkoming van onopzettelijke (of misschien moedwillige) verminking van die gegevens. De verantwoordelijk heid voor de juistheid en betrouwbaarheid van de gegevens per funktie berust bij de gebruiker van die funktie Door deze beveiliging wordt hij in staat gesteld deze verantwoordelijkheid te dragen. Voordelen van een dergelijke integratie van de verschillende gegevensverzamelingen zijn: het is efficiënter: geen overlappingen van gegevensbestanden meer; alles wordt slechts eenmaal vastgelegd; gegevens zijn daardoor gemakkelijker en sneller bij te houden het geheel is meer dan de som der delen: bij een gegevensbank zijn er veel meer mogelijkheden om relaties tussen de opgeslagen gegevens te leggen dan bij af zonderlijk bijgehouden gegevensverzamelingen de gegevens zijn voor de medewerkers beter bereikbaar betere continuïteit: kennis is minder persoonsafhankelijk informatie is sneller beschikbaar; daardoor snellere beantwoording van vragen betere kwaliteit, gegevens zijn bijvoorbeeld actueler goede basis voor verdere uitbouw van de informatie-voorziening. Een voorbeeld van dit laatste is het archievenoverzicht, in feite een afgeleide funktie in archeion, meer gericht op het beantwoorden van vragen van de bezoeker. Tevens is bij deze funktie de mogelijkheid ingebouwd om (horizon taal) relaties tussen archiefvormers te leggen: wie waren eventueel voorgan gers en opvolgers (in de tijd dus) van een archiefvormer? Voor een effektief gebruik is het nemen van goede, aanvullende organisatori sche maatregelen een voorwaarde: goede afspraken en procedures (striktere regels) met betrekking tot het verza melen en vastleggen, dan wel wijzigen van gegevens, kortom het bijhouden van gegevensverzamelingen duidelijk verantwoordelijkheden vastleggen duidelijke en goed onderbouwde struktuur in de objekten waarover men gege vens wil vastleggen 311

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 20