-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
er mee? Deze basisvragen werden uitgewerkt en rond 1 juli 1988 aan de systeem
beheerders in de vorm van een enquête voorgelegd.1 In de eerste plaats waren
wij benieuwd over welke apparatuur men beschikte en wilden wij de totale
opslagcapaciteit op harde schijven weten. Daarna kwam het gebruik van tekst
verwerking aan de orde. Daarbij werd aan de systeembeheerders gevraagd on
derscheid te maken tussen drie soorten bestanden op de harde schijf: in de eer
ste plaats de programmatuur zelf, in de tweede plaats inventarissen,
plaatsingslijsten en dergelijke en in de derde plaats alle overige vormen van
tekstverwerking. Zo kon een indruk worden verkregen of en in hoeverre tekst
verwerking ten behoeve van inventarisatie gebruikt wordt. Deze laatste vraag
hing nauw samen met enkele vragen met betrekking tot het gebruik van het
databaseprogramma oracle. Zo waren wij nieuwsgierig te weten wat de om
vang was van de ORACLE-database(s)2 en vooral in hoeverre de diverse ORACLE-
applicaties gebruikt worden.
Daartoe werd van de systeembeheerders een opgave gevraagd varvhet aan
tal ingevoerde records3 per ORACLE-applicatie en de gemiddelde grootte van
een record in tekens. In de eerste plaats maïs, verder de standaardapplicaties
Chartersealing en Agenda, en daarnaast het Index-programma en eventuele
andere in eigen beheer ontwikkelde applicaties. Enkele resterende vragen be
troffen overige database-programmatuur, spreadsheetprogramma's en alle ove
rige gekochte of zelf vervaardigde software. De gegevens over deze laatste vragen
zijn niet in dit artikel verwerkt.
Oorspronkelijk was het onze opzet om enkele grotere gemeentearchieven even
eens in ons onderzoek te betrekken, juist om een vergelijking te kunnen trek
ken tussen automatisering op deze twee fronten; door tijdgebrek moesten we
daarvan helaas afzien. Binnen de Rijksarchiefdienst heeft het onderzoek zich
beperkt tot de archiefbewarende onderdelen van de dienst. Onderdelen als
CRPA, Rijksarchiefinspectie en Bureau Wetenschappelijk Medewerker bleven
dus buiten beschouwing.
Ter toelichting dient hier vermeld dat onze belangstelling in de eerste plaats
uitging naar de bestanden op de harde schijven. Uiteraard geeft de daardoor
verkregen informatie geen volledig beeld van het computergebruik in de rijks
archieven. Het aantal diskettes en de wijze waarop deze gebruikt worden loopt
immers nogal uiteen. De communis opinio onder de systeembeheerders is ech
ter dat bestanden die enigszins regelmatig gebruikt worden, casu quo worden
bijgewerkt, op de harde schijf staan, en dat alle overige bestanden op floppy's
worden weggezet. Op deze regel zijn enkele uitzonderingen: de rijksarchieven
in Zeeland, Gelderland, Noord-Holland en de Eerste afdeling van het Alge
meen Rijksarchief houden hun harde schijven zo leeg mogelijk (zie tabel 2).
Door ons te richten op de 'bezetting' van de harde schijven, en niet op alle
aanwezige bestanden, hebben we vooral een indicatie gekregen van het actuele
computergebruik, niet van het gebruik over een langere periode. De resultaten
kunnen daarom ons inziens worden beschouwd als een kwantitatieve moment
opname van de automatisering in de Rijksarchiefdienst, waarbij de verhou
dingsgetallen interessanter zijn dan de absolute cijfers.
Onze belangstelling was vooral gericht op tekstverwerking en het database-
298
Tabel 1 Apparatuur
Personal en mini-computers met harde schijf
Mini
PC
Totaal MB
ARA-1
2
40
ARA-2
3
60
ARA-KeT 5
2
40
RAGr
3
60
RAF
5
100
RAD
3
60
RAO6
6
120
RAGI
3
60
RAU
3
60
RANH
2
40
RAZH
3
60
RAZ7
4
90
RANB
2
40
RAL
1
3
96
Totaal
1
44
926
programma oracle. Daarnaast zijn er nog de financiële programma's Advi-
plan en Maandverantwoording welke overal op ongeveer dezelfde wijze en in
dezelfde mate in gebruik zijn, en soms is er nog andere programmatuur welke
door rijksarchieven afzonderlijk is aangeschaft en ontwikkeld. Onze indruk
is dat nergens op grote schaal met de laatste categorie software wordt gewerkt.
Wie ooit gedacht mocht hebben dat de automatisering in de rijksarchieven overal
in ongeveer hetzelfde tempo en op dezelfde wijze verloopt, wordt door de re
sultaten van dit onderzoek vermoedelijk snel op andere gedachten gebracht.
Hieronder volgt een korte toelichting op de voornaamste resultaten van ons
onderzoek.
Hardware
Als basisapparatuur staat in alle rijksarchieven een ibm-at en een Olivetti m-
24. Voor het overige loopt hoeveelheid en aard van de hardware uiteen. Ver
schillende rijksarchieven beschikken over één of meerdere Tulips, sommigen
hebben in de afgelopen jaren ook een Schneider pc 1640 aangeschaft. Het aan
tal apparaten met een harde schijf varieert van twee (Noord-Brabant) tot zes
(Overijssel). De totale opslagcapaciteit loopt uiteen van 40 Mb (Noord-Brabant,
ara-1 en Noord-Holland) tot 120 Mb (Overijssel).
De meeste rijksarchieven beschikken naast de in de tabel opgenomen appara
tuur nog over pc('s) zonder harde schijf. In het Rijksarchief in Zuid-Holland
heeft men drie van dergelijke apparaten.4.
299