archieven 'en ik mis al zo veel', ging hij actie voeren. Dat leidde tot een hele
beweging, waarvan Pirenne vice-voorzitter werd en optrad als 'partij-ideoloog'
'Ik schreef alles wat met de geschiedenis te maken had'. De Tilburgse rechts
historicus prof. dr. J. P. A. Coopmans benaderde de problematiek vanuit de
bestuurlijke hoek. Er werden lezingen gehouden, handtekeningenacties geor
ganiseerd, pamfletten uitgedeeld. 'Daar zat enorm veel energie in.' Meegeno
men was dat hij daardoor veel burgemeesters en politici leerde kennen, 'dat
was best weer handig voor de acquisitie'.
Actievoeren is Pirenne niet vreemd. Als gemeentearchivaris keerde hij zich
ook al eens tegen zijn eigen stadsbestuur. 'De aantasting van de binnenstad.
Daar heb ik me altijd geweldig druk over gemaakt als gemeentearchivaris.'
Toen de gemeente Den Bosch in de jaren vijftig dreigde een 13e-eeuws pand,
De Moriaan, af te breken om ruimte te maken voor nieuwbouw 'zo'n zes ver
diepingen hoog', leidde dat tot grote artikelen in de krant, met verzet tegen
de gemeentepolitiek. Het leverde hem bijna een schrijfverbod op van de bur
gemeester. 'Ik ben op dat gebied nogal halsstarrig. Ik schreef artikelen. We
hadden maar één typemachine op het archief en een kennis typte ze over op
zijn schrijfmachine en bracht ze onder een andere naam naar buiten'. Uitein
delijk hield de minister van Onderwijs en Wetenschappen, die op grond van
een noodwetje toestemming moest geven voor de sloop, de afbraak tegen. De
burgemeester legde zich loyaal bij het besluit van de minister neer; 'hij heeft
het geweldig gewaardeerd dat ik er voor vocht'.
Van gemeente naar rijk
In 1963 werd Pirenne benoemd tot rijksarchivaris in Noord-Brabant. 'Ik was
eigenlijk heel gelukkig op het gemeentearchief en ik had helemaal niet aan rijks
archivaris gedacht. Op een VAN-vergadering kwam ik Hans Sluijters tegen, de
streekarchivaris van Ravenstein, die zei tegen mij: "proficiat met je benoe
ming tot rijksarchivaris". Ik zei "wat zeg je me nou". Ik wist van niets'. Het
nieuws bleek afkomstig te zijn van Unger, 'die wist altijd van iedereen wat'.
'Toen dacht ik "waarom zou ik het eigenlijk ook niet doen?" Toen heb ik
met Hardenberg gesproken en die zag het helemaal zitten, heb een brief aan
de minister geschreven, er kwam een gesprek en het varkentje was gewassen.
Dat ging toen ontzettend gemakkelijk. Er is toen ook geen oproep gezet. En
het feit dat nu zo'n trammelant heeft gegeven, dat ik gemeentearchivaris was,
dat speelde helemaal niet'.
Van het gemeentearchief naar het rijksarchief was wel een enorme overgang.
'Ik ben met nostalgie van het gemeentearchief weggegaan. Daar had ik in ze
kere zin toch vrij spel. Als rijksarchivaris zat je ineens naar dat departement
te kijken-in de begintijd deed je alles rechtstreeks af met het departement.
Je ging nooit naar de algemene rijksarchivaris'. Dat veranderde onder Van
der Gouw, iets waarmee oudere rijksarchivarissen het moeilijk hebben gehad,
maar ook de jonge Pirenne zag nadelen. Terugkijkend verbaast hij zich er
over hoe snel toen alles ging. Wel waren de ambtenaren op het departement
ook inhoudelijk meer bij de zaak betrokken. Een extra chartermeester met bij
zondere opdracht voor het oorkondenboek van Noord-Brabant was met twee
gesprekken geregeld, nieuwbouw in de Waterstraat ook.
194
'Wat ik moeilijk vond als jong rijksarchivaris was de incoherentie van het
personeelsbestand. De drie soorten ambtenaren-wetenschappelijk medewer
kers (de rijksarchivaris, een chartermeester en twee middelbare archiefambte-
naren), het middenkader (fotograaf, boekbinder, comptabele en huishoude
lijk personeel) en de zes werkloze hoofdarbeiders leefden als drie groepen
naast elkaar. Ik probeerde er een groep van te maken. Dat is een tijd lang toch
wel gegaan, maar nu lukt het niet meer'.
De rijksarchivaris binnen zijn dienst
Zijn taak als rijksarchivaris heeft Pirenne niet altijd als een gemakkelijke er
varen. Allereerst is er het probleem van de positie binnen de rijksarchiefdienst:
'je bent aan de ene kant verantwoordelijk naar boven toe en aan de andere
kant naar beneden. Dan voel je je geremd in je vrijheid van handelen door
opinies bij de top en bij de basis, dan kun je wel eens klem zitten. Soms zal
de basis over het hoofd van de rijksarchivaris contact zoeken met de top. Daar
heb ik wel eens problemen mee gehad, en eigenlijk nog'. Een ander probleem
doet zich voor als de rijksarchivaris gaat delegeren en het gaat niet goed. 'Als
je niet ingrijpt ben je ontevreden omdat je niet ingegrepen hebt, als je wel in
grijpt zijn de mensen ontevreden bij wie je ingegrepen hebt. We hebben het
hierover gehad in de staf en zeiden, weetje wat, we gaan erover stemmen. Dat
had ik nooit moeten goedvinden'. Stemmen in de staf is 'een vorm van demo
cratie die ik ten sterkste zou willen afwijzen' - de ervaring is dat zijn mede
stafleden te veel fungeerden als afgezant van de afdeling en te weinig als verte
genwoordiger van de staf. Naast de staf kende het rijksarchief ook het 'groot
beraad', dat tweemaal per jaar bijeenkwam. Deze laatste bijeenkomst is ver
zand; het waren steeds dezelfden die iets zeiden, 'de meerderheid zei niets'.
Het idealisme uit de jaren '70- 'we doen het samen' - is weggeëbt.
Het Brabantse Rijksarchief heeft de neiging gehad voorop te lopen: 'we wa
ren het eerste rijksarchief dat met afdelingen werkte'. Het probleem was dat
hogere archiefambtenaren vrij geregeld weggingen, naar gemeentearchieven,
'waardoor we telkens weer met een groep zeer jonge chartermeesters opnieuw
moesten beginnen, terwijl de middelbaren bleven'. Op een goed moment kwam
de vraag waarom een middelbaar geen afdelingshoofd zou kunnen zijn - er
zijn daarvoor geen wettelijke beperkingen. 'Ik heb dat niet gehonoreerd-ik
vond dat een ongezonde structuur. Dat heeft hier in huis weieens tot fricties
geleid-je voelde dat zat ze niet lekker. Daar heb ik mijn zorgen over gehad
en ook wel onenigheid'.
In de jaren zestig kon een rijksarchivaris veel bereiken met het departement.
Na de invoering van de Archiefwet 1968 kwam de Centrale Directie ertussen.
Op versterking van de top van de rijksarchiefdienst was overigens mede door
de rijksarchivarissen zelf aangedrongen - de algemene rijksarchivaris had wel
allerlei bevoegdheden gekregen, maar geen staf, waardoor hij vaak geen tijd
had om zich in een zaak te verdiepen, terwijl er wel beslissingen genomen
moesten worden. Aanvankelijk liet de algemene rijksarchivaris 'je goed de vrij
heid', maar naarmate de rijksarchivarissen ouder en zelfbewuster werden kwam
het tot botsingen. Dat overkwam ook Pirenne: 'in de provincie ben je de man,
195