zijde opgemerkt, dat men geen brood meer zag in het samenwerken met de Staatspartij, waar het streven naar een sluitende begroting werd afgedaan als kruidenierspolitiek11 De jeugdbeweging had eraan bijgedragen dat De Quay bij de defensie be landde; de defensie bracht hem in 1939 weer terug bij de jeugdbeweging. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij als kapitein onder de wapenen geroepen en belast met het bevorderen van de geestelijke weer baarheid van de dienstplichtigen. Hij moest dit doen samen met de inspireren de directeur van de amvj, de hervormde predikant dr. J. Eykman, en met de jonge sociaal-democraat dr. H. Brugmans. Gedrieën werkten zij aan de geeste lijke vorming en bezieling van hen, die het barbarendom zouden weerstaan, het land herbouwen en de eenwording van Europa en de vrede tussen Oost en West bevorderen. Gestreefd werd naar eenheid over verouderde grenzen en geschillen heen; de catechiseermeesters hebben dit De Quay nooit vergeven. Op 15 december 1939 sprak de kapitein De Quay bij een plechtigheid, die de Vereniging voor Nationale Veiligheid georganiseerd had bij het graf van de een jaar tevoren jong overleden kolonel Mathon. Er was veel tegenwerking geweest, zei hij, ook van overigens weidenkenden. Op het graf werd een bron zen plaat geplaatst met een tekst, die toegeschreven werd aan Willem van Oranje: Ook zonder hoop onderneme men, ook zonder resultaat zette men door; n 'est besoin d'espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer.n Toch waren er wel resultaten. Het politiek bestel werd verruimd en verrijkt met een zich vernieuwende sociaal-democratie; de defensie werd versterkt en modern materiaal besteld.13 De vereniging had daarnaast een aantal grote be drijven, enkele gemeenten en een enkele provincie, Friesland, weten te bewe gen tot het op eigen kosten aanschaffen van luchtafweergeschut. Men had goede medewerking gekregen bij werving en opleiding.14 De vrijwilligers, die onder gebracht waren in de vrijwillige landstorm, kregen een uniform en begin 1940 zelfs elk een geweer. Ze kwamen uit alle lagen van de maatschappij, kleine zelfstandigen, maar vooral veel bedrijfspersoneel. Directeuren, fabrieksarbei ders, laboranten en kantoorpersoneel stonden naast elkaar, rechts naast links, jood naast christen, gelovig naast ongelovig. Er was ijverig en met onmisken baar plezier geoefend. Met het oog op onderlinge schietwedstrijden, bedrijf tegen bedrijf, was in eigen beheer de richtapparatuur verder geperfectio neerd.15 Men voelde zich rijk met het moderne automatische 2 cm snelvuur- geschut, dat bestemd was tot afweer van vliegtuigen, die lager vlogen dan 2000 meter. Fier paradeerden de vrijwilligers op 28 februari 1940 te 's-Gravenhage voor Hare Majesteit de Koningin. In de vroege morgen van 10 mei 1940 was op het vliegveld Ypenburg ten zui den van Den Haag enig modern materiaal aanwezig, waarvan een deel ont kwam aan het inleidende bombardement. Met deze stukken werd de eerste aan val van de Duitse elite-troepen gebroken. Een belangrijke bijdrage aan de Duitse nederlaag rond de residentie werd voorts geleverd door de vrijwillige landstorm luchtafweer.16 Op 10 mei 1940 waren de batterijen, die opgesteld stonden aan de stadsrand van Delft, al vroeg actief. Er werd verbeten gevochten en met veel resultaat. Vooral de batterij van de gist- en spiritusfabriek, aan de noord rand van Delft, even ten zuidwesten van Ypenburg, droeg bij aan het misluk- 266 ken van de aanval. Ook de vier Haagse batterijen weerden zich in de ochtend van 10 mei geducht. Op 11 mei werd een batterij in de middag te hulp geroe pen in de strijd tegen parachutisten, die zich genesteld hadden in een leegstaande trein op het stationsemplacement in het noorden van Scheveningen, dicht op de duinen. Na een hevig vuurgevecht werd de trein in brand geschoten en de vijandelijke weerstand gebroken. De batterij met drie stukken geschut uit Leeu warden, die op kosten van de provincie Friesland waren aangeschaft, werd in de nacht van 12 op 13 mei overgebracht naar Kornwerderzand en met succes ingezet bij de zware strijd om de Afsluitdijk. De vrijwillige landstorm leed vele verliezen. Onder de slachtoffers van de Nazi-terreur tijdens de bezettingstijd dienen te worden vermeld de reserve kapiteins J. B. Eras en H. Salomonson. Herman Salomonson, een begaafd jour nalist, die jarenlang medewerker was geweest van de Groene Amsterdammer en die directeur was van het persbureau Aneta, werd kort na de capitulatie gearresteerd, verhoord, mishandeld en in een concentratiekamp omgebracht. Jan Baptist Eras uit Tilburg, 't Heike, werd op 8 september 1941 gearresteerd en bezweek in 1944,40 jaar oud, in een concentratiekamp bij Oldenburg. Moe dig en in een sterk geloof ondergingen zij, aldus de in memoriams, het marte laarschap.17 Tussen Katwijk en Delft staan verspreid langs lanen, in parken en op kerk hoven monumentjes met de namen van militairen, die er op 10 mei vielen. Hier tien, daar veertig. Veel jonge jongens van 19, 20 jaar, dienstplichtigen, slecht geoefend en uiterst zwak bewapend, slachtoffers van een verkrampt bestel. Ruim 500 in getal. Als men er staat, in intense weemoed, gaan de gedachten naar De Quay en zijn vele medestanders. Hun inzet maakte, dat deze verliezen niet zinloos waren. De 22e Duitse luchtlandingsdivisie, de enige luchtlandingsdivisie waarover het Duitse leger beschikte, verloor in de slag om de residentie ongeveer 2700 man, waarvan 1200 in krijgsgevangenschap naar Engeland werden afgevoerd. Van de 430 Junkertransportvliegtuigen gingen er 220 verloren. In de strijd om ons land verloor de Luftwaffe 328 toestellen.18 De uitwerking hiervan op het verdere verloop van de oorlog lijkt zeer groot. Op 5 juni overtuigde de Luftwaffe-generaal Erhard Milch Göring ervan, dat Duitsland terstond dien de over te gaan tot een invasie van Engeland uit de lucht. Duikbommenwer pers zouden in en rond het Kanaal de Engelse vloot kunnen vernietigen. Uit stel, al was het maar voor vier weken, zou rampzalig zijn.19 De leiding van de Wehrmacht, Von Brauchitsch en Halder, rekende eind mei 1940 ermee, dat Duitse parachutisten in juli 1940 in Londen zouden zijn. Zij lieten er bij de Engelse regering op aandringen alle stukken te vernietigen over hun onder handelingen met Halifax en Chamberlain in de laatste twee maanden van 1939 en de eerste twee maanden van 1940.20 Hitler, die nauw betrokken was geweest bij de voorbereiding van de aanval op Den Haag, stelde de Luftwaffe-plannen uit. De zware verliezen bij Den Haag tegen troepen, die hij moreel en militair minderwaardig had genoemd, hadden hem geschokt. De inspecteur-generaal van de Luftwaffe, generaal Milch, no teerde in zijn dagboek, dat hij het Führer-btshixt een waanzinnige beslissing vond.21 267

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 40