Genealogie in Duitsland J.G.J, van booma, Genealogisch onderzoek in Duitsland, 's-Gravenhage, Cen traal Bureau voor Genealogie, 1987, 152 bladzijden, afbeeldingen. Zelden zal in een publicatie zelf zo'n lovende recensie opgenomen zijn, als het 'Ten geleide' Zum Geleit) op dit boek, geschreven door dr. Jörg Füchtner, direkteur van het Nordrhein-Westfalisches Personenstandsarchiv für den Lan- desteil Rheinland op Schloss Augustusburg te Brühl. Met nam de laatste zin in dit Zum Geleit'Durch seine Inhalt stellt sich das Buch den einschlagigen deutschen Veröffentlichungen der Nachkriegszeit selbstandig und gleichberech- tigt an die Seite und kann deshalb auch dem deutschen Genealogen gute Dienste leisten' spreekt boekdelen. En niet ten onrechte. Op systematische, haast deutschgründliche wijze, wordt de genealoog geholpen bij zijn speurtocht naar Duitse voorouders.Dat gebeurt in hoofdstukken getiteld: 'Het begin van het onderzoek', 'In de studiezaal van een Duitse archiefinstelling', vervolgens twaalf hoofdstukken over verschil lende soorten genealogische bronnen, beginnend met 'Registers van de bur gerlijke stand' (Zivil- und Personenstandsregister) en 'Bevolkingsadministra tie' (Melderegister, Volkskartei, Kennkarte, Reisepass, Bundespersonalausweis) via hoofdstukken als 'Kerkelijke archieven en archieven van geestelijke stich tingen' (Kirchenarchive und Archive geistlicher Korporationen) en 'Huis-, heerlijkheid- en familearchieven' (Haus-, Herrlichkeits- und Familienarchive, Adelsarchive) tot 'Overige archieven en Collecties, etc.' (Sammlungen, usw.). Vervolgens hoofdstukken over 'Gedrukte bronnen bronnenpublikaties' (Ge- druckte Quellen Quellenveröffentlichungen), 'Speciale onderwerpen', 'Hulp wetenschappen', 'Enige belangrijke genealogische verenigingen en instellin gen in Duitsland', 'Centraal Bureau voor Genealogie (in Den Haag)', 'Werkgroep Genealogisch Onderzoek Duitsland (wgod)' en 'Literatuur en naslagwerken'. Tenslotte volgen in drie bijlagen adreslijsten van belangrijke archiefinstellingen, genealogische en heraldische verenigingen en instellingen in Duitsland en een index op namen en trefwoorden. In alle hoofdstukken en paragrafen, die waar nodig voorzien zijn van een Duitse 'ondertiteling', wordt de grote lijn geschetst aan de hand van talloze praktische voorbeelden, waarbij en passant ook andere doelgroepen dan Ne derlandse Nachkommen van Duitse Ahnen hun gading kunnen vinden, bij voorbeeld op de bladzijden 52 en 57, waar de vindplaats van een aantal Over ijsselse markearchieven wordt gegeven, en bladzijde 72, waar wordt vermeld waar het graaflijkheidsarchief van Megen berust. Een tweetal kaartjes geeft relevante informatie: op bladzijde 19 het bij het Franse keizerrijk ingelijfde deel van Duitsland (invoering van de burgerlijke stand) en op bladzijde 35, waar de lutherse en gereformeerde gebieden in Oost- Friesland aangegeven zijn. Talloze verwijzingen naar oudere en ook recente literatuur stellen de gebruiker van het boek in de gelegenheid zich in een bepaald thema verder te verdiepen. Vanzelfsprekend zou een andere auteur ook een andere literatuurkeuze gemaakt hebben. Bij de verwijzing naar boeken over de herleiding van Latijnse plaats namen (bladzijde 11) zou ik zeker verwezen hebben naar de Neudruck (Am- 252 sterdam; Verslag B. R. Grüner, 1969) van J. G. Th. Graesse, OrbisLatinusoder Verzeichnis der lateinischen Benennungen der bekanntesten Stadte etc., Mee- re, Seen, Berge undFlüsse in allen Teilen derErde (Dresden 1861), bij de iden tificatie van plaatsnamen (bladzijde 12) zou ik zeker verwezen hebben naar het getypte register van buitenlandse plaatsnamen in de studiezaal van het stads archief van Amsterdam, bij de Notariatsarchive (bladzijde 55) zou mijn lite ratuurkeuze zeker het artikel 'Das öffentliche Notariat' door Armin Wolfin het Handbuch der Quellen und Literatur der Neueren Europaischen Priva- trechtsgeschichte, Herausgegeben von Helmut Coing, Erster Band (München 1973), bladzijden 505-514 (met uitgebreid literatuuroverzicht) bevat hebben. Overigens schiet mijn laatste literatuurverwijzing waarschijnlijk over de hoof den van de doelgroep van dit boek heen, maar dat geldt evenzeer voor de wel vermelde dissertatie van F. L. Knemeijer. Waarschijnlijk graaft het hoofdstuk 'Hulpwetenschappen' (bladzijden 106-120) voor veel genealogen ook te diep, maar eigenlijk kan dat geen kwaad: archivarissen mogen genealogen best op voeden tot diepdelvers. In de eerste bijlage mis ik het Bundesarchiv te Koblenz, de Hauptstaatsar- chive te Stuttgart en München (het laatste te onderscheiden van het Staatsar- chiv te München), de Staatsarchive te Coburg en Würzburg, het Militararchiv te Freiburg en het Geheimes Staatsarchiv Preussischer Kulturbesitz te Berlijn. Verder zou de vermelding van voor Nederland belangrijke stadsarchieven (Keu len, Emmerik, Emden, Kleef) niet misstaan hebben. De index op namen en trefwoorden zit goed in elkaar. Toen ik echter onder het trefwoord hugenoten Hugenotten zocht vond ik niets, wel onder Waalse hervormden, maar geen verwijzing naar bladzijde 124, waar de Deutscher Hu- genottenverein vermeld wordt. Dat zelfde geldt voor de Salzburgers (122), waar naar wel een verwijzing in de index onder Bielefeld en voor de Donauschwa- ben (126) te Schriesheim (index). Mijn detailkritiek wil geen afbreuk doen aan het feit, dat deze publicatie van het hoofd Onderzoek en Inlichtingen van het Centraal Bureau voor Ge nealogie een onmisbaar hulpmiddel is voor haar of hem die genealogisch of ander wetenschappelijk onderzoek wil verrichten in ons Ooster buurland. Caspar van Heel Zegels uit het Overkwartier s. frankewitz en G. venner (ed.), De zegels der steden en dorpen in het Over kwartier van Gelder/Die Siege! der Stadte und Dörfer im geldrischen Ober- quartier 1250-1978, Geldern/Venlo z.j. (1987). 291 bladzijden, illustraties. isbn 90.6216.383.1. Het komt niet vaak voor dat een boek wordt uitgebracht met zoveel subsidiën- ten aan beide zijden van de landsgrenzen. Onder redactie van de Stadtarchi- var van Geldern S. Frankewitz en de chartermeester aan het Rijksarchief in Limburg G. Venner hebben archivarissen en amateurhistorici zowel uit Duits- 253

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 33