en Pinksteren de koorkappen en de misgewaden wit 'moeten zijn moeten zijn'-
cappe et ornamentum erunt erunt albi colons' (folio 17 verso
Omdat de ordinarius een afschrift is, zijn de criteria van uitwendige tekst
kritiek en stijlelementen helaas niet toepasbaar om tot een datering te komen.
Het onderzoek kan zich niet richten op het schrift, op doorhalingen, raderin
gen, toevoegingen, orthographie en kleurverschillen, op rubricering en rand
versieringen, maar beperkt zich noodgedwongen tot de tekst stricto sensu, die
s echts redactioneel en inhoudelijk bestudeerd kan worden. Tot de criteria van
interne tekstkritiek behoren gedateerde toevoegingen, voor zover die als zo-
amg herkenbaar zijn, en met name dateerbare wijzigingen met betrekking
tot liturgische feestdagen en plechtigheden, zoals translaties (wijzigingen van
ata) van feesten, wijzigingen in de liturgische rangorde, of translaties van feest
dagen vanwege de occurentie met een belangrijke veranderlijke feestdag, no
tities omtrent personen en anniversaria (jaargetijden) en vermeldingen van li
turgische gebruiksvoorwerpen.
Onze ordinarius custodum is dus een afschrift: eerste grote obstakel om tot
een precieze datering te komen. Een tweede obstakel is gelegen in het feit dat
met a le delen van het gecopieerde handschrift van dezelfde ouderdom zijn. Het
eigenlijke ordinarius-gedeelte, dat naar onze mening ook het oudste is, loopt
van folio 1 tot folio 30 verso. Daarna volgen instructies betreffende de kaarsen
de inkomsten en de verplichtingen van de kosters, de formulieren van de relie-
kentomngen (in het Nederlands), de volgorde bij processies, instructies voor
het luiden van de klokken en instructies voor de roededragers en andere kerk-
personeel Bij deze laatste rubrieken bevinden zich enige gedateerde inschrij
vingen uit de vijftiende en de zestiende eeuw, die de onbevangen onderzoeker
er toe zouden kunnen verleiden het gehele handschri ft aanzienlij k te verjongen
Daar echter het eigenlijke ordinarius-gedeelte van veel oudere oorsprong is en
ook gezien het feit dat de overige inschrijvingen van zeer verschillende aard en
erkomst zijn, kan slechts geconcludeerd worden dat Lenssens een recueil fac-
Pce heeft samengesteld, waarin hij alles wat van belang was voor de kosters heeft
gebundeld ten eerste de oude ordinarius, maar ook losse notities omtrent de
rechten en de plichten van de kosters, en zelfs enige zestiende-eeuwse contracten
In deze bijdrage willen wij ons beperken tot het eigenlijke ordinarius-gedeelte
it met alleen om reden van het spreekwoordelijk 'afgerond geheel', maar voor
al omdat de oorspronkelijke ordinarius een afzonderlijk geheel, kennelijk zelfs
een aparte band vormde. De tekst spreekt enige malen over 'het einde van dit
boek of het einde van deze ordinarius',wanneer inschrijvingen bedoeld zijn
ie zich in ons handschrift bevinden op folio 30 en 31. Dit is een duidelijke
ln'C.atU; at de transcr'Ptie van Lenssens inderdaad een bundeling van ver
schillende handschriften is, een recueil,factice, waarvan alle bestanddelen af
zonderlijk gedateerd moeten worden.
Gedateerde interpolaties
Er staan in onze ordinarius zeer veel gedateerde interpolaties, alle uit de vijf-
jende en de zestiende eeuw. De jongste is van 1586 (folio 21 verso): in dat jaar
kon de Kruisprocessie naar de Linderkruispoort niet doorgaan propter latro-
nes seu vributeros tune grassantes (vanwege de boeven en de vrijbuiters die
toen de zaak onveilig maakten)! De oudste is van 1402 (folio 22 verso). Na
een alinea waarin uitvoerig staat beschreven hoe het verloop van de liturgische
plechtigheden moest zijn wanneer het feest van Sint Servaas (13 mei) samen
viel met de vigilie van Pinksteren, volgt: sic fuit observatum anno m °.cccc°.ij°.
Et ita etiam evenit vigilia eadem in festo Sancti Servatii anno Domini
m °.cccc°.lxxv. Et similiter anno xv °.xj. Et similiter anno 1559 (zo werd ge
daan in het jaar 1402. En zo viel ook dezelfde vigilie op het feest van Sint Ser
vaas in het jaar des Heren 1475. En gelijkerwijs in het jaar 1511. En gelijker-
wijs in het jaar 1559). Het jaar 1511 berust op een vergissing. De jaren waarin
het feest van Sint Servaas samenviel met de vigilie van Pinksteren waren in
de vijftiende en zestiende eeuw (oude stijl) 1402, 1475,'1486, 1497, 1559, 1570
en 1581.
Dergelijke tijdsbepaalde annotaties komen in het handschrift veelvuldig voor.
Omdat het vaak moeilijk is, op louter redactionele gronden, de zekerheid te
verkrijgen dat het inderdaad interpolaties zijn en geen onderdeel van de oor
spronkelijke tekst, kunnen we onze argumenten slechts construeren op duide
lijk als zodanig herkenbare toevoegingen, en moeten twijfelgevallen buiten be
schouwing blijven. Het herkennen van interpolaties en (al dan niet marginale)
toevoegingen in een afschrift is immers een gevaarlijke exercitie. Ze zijn mate-
iieel namelijk niet meer als zodanig te herkennen, maar slechts inhoudelijk
of redactioneel, bijvoorbeeld aan de annotatie Nota of Sciendum quod aan
het begin van een alinea, waarop dan een nadere precisering of een wijziging
van het voorafgaande volgt, of aan het (meervoudig) gebruik van de verbin
dingswoordjes et en similiter, zeker wanneer ze gevolgd worden door een later
gedateerde specificatie. Het hierboven aangehaalde citaat is op zich een school
voorbeeld van in de loop der jaren (in dit geval anderhalve eeuw) bijgeschre
ven toevoegingen. Bovendien verstrekt dit voorbeeld ons de oudste interpola
tie, namelijk 1402, waaruit afgeleid kan (en moet) worden dat de originele
ordinarius vóór dat jaar geschreven is.
Dat de interpolaties in de loop der jaren, achtereenvolgend, zijn aangebracht,
blijkt vooral wanneer ze tegenstrijdige informatie bevatten. Oude, achterhaalde
mededelingen werden kennelijk niet geschrapt, of we moeten aannemen dat
Lenssens ze ondanks de doorhalingen gecopieerd heeft. Zo wordt een bepa
ling omtrent de processie, te houden wanneer een triplex feest op een zondag
valt, voorzien van de kanttekening: Hoc aliter ordinatum est in Capitulo Ge-
nerali anno 1567, et in fine huius ordinarij invenies post mensem Augusti (fo
lio 3 verso) (dit is in generaal kapittel van 1567 anders geregeld, en gij zult het
vinden op het einde van deze ordinarius na de maand augustus).
Het samenvallen van het feest van Sint Marcus (25 april) met de zondag na
Pasen of het feest van het Visioen van Sint Servaas (tweede zondag na Pasen)
heeft aanleiding gegeven tot meerdere interpolaties (folio 19-19 verso). In 1479
viel het feest van de H. Marcus samen met de tweede zondag na Pasen en werd
het officie van de Apostelen gevolgd, met de mis van de H. Marcus. In een
ander jaar, door Lenssens fout getranscribeerd,15 loste men het probleem an
ders op, en werd het feest van Marcus getranslateerd naar de daarop volgende
maandag. Maar toen (volgende interpolatie!) in 1574 het Marcus-feest op de
dag van het Visioen van Sint Servatius viel, moest de apostel wijken voor de
235
234