4Den Haag, laat me nou toch doen' L. P. L. Pirenne over Brabant, actievoeren en de problemen van een rijksarchivaris J.A.M. Y. Bos-Rops en P. Brood - beheer van apparatuur en programmatuur, financiering Uitvoer - lokaal, provinciaal of landelijk - beheer van gegevens; gegevensbank; applicaties; apparatuur - verantwoordelijkheden voor beschikbaarstellen - tariefstelling 6 Mogelijkheden 6-1 Laag aspiratieniveau Keuze 5.2.2: geautomatiseerde verwerking, traditionele wijze van beschik baarstellen. Keuze voor deze mogelijkheid betekent in feite de huidige aanpak in een modern jasje. Hulpmiddelen: database-pakket, tekstverwerking, even tueel desktop publishing. Bijvoorbeeld: archievenoverzicht in druk, overige lijsten volgens op te geven specificaties op bestelling. Voordelen ten opzichte van de huidige serie liggen vooral in de snellere verwerking van wijzigingen, en de mogelijkheid tot het samenstellen van specifieke lijsten. 6-2 Hoog aspiratieniveau Keuze 5.2.3: min of meer volledig geautomatiseerd. Voordelen zijn de grotere mogelijkheden van ad hoe bevraging, zoals het zoeken op trefwoorden of com binaties van trefwoorden, leggen van relaties voorganger/opvolger enzovoort. Financiering en organisatie stellen hoge eisen. 6 3 Fasering Een laag aspiratieniveau kan een eerste stap zijn naar een hoog. Gefaseerd aan gepakt, kunnen organisatie en financiering geregeld worden. Een dergelijke benadering vraagt enerzijds een flexibel systeemontwerp en anderzijds duide lijkheid in opdracht en opdrachtgever. 6 4 Slotopmerking De werkgroep heeft zich beperkt tot de problematiek van het archievenover zicht, als middel van toegankelijkheid van archieven. Dat is wat anders dan een al of niet geautomatiseerd systeem voor archiefbeheer. Uiteraard zijn er relaties tussen beide systemen te onderkennen: een groot deel van de benodig de basisgegevens zal gelijk zijn (zie paragraaf 5.3), het uitgangspunt is echter geheel verschillend. Bij de eventuele ontwikkeling van een geautomatiseerd ar chievenoverzicht, in welke vorm dan ook, is het van belang waar mogelijk aan te sluiten bij reeds door archiefdiensten gebruikte archiefbeheerssystemen, al was het maar om op een doelmatige wijze aan de benodigde gegevens te komen. H. J. Eijssens P. J. Horsman J. P. Sigmond 188 Archivarissen zijn ook mensen, met een eigen mening, met een eigen verleden en meestal ook een toekomstvisie. Ze laten zich daarover niet altijd even ge makkelijk uit, want ze zijn loyale ambtenaren. Maar raak je eenmaal in ge sprek, dan is er veel te horen en te leren. De redactie van het Nederlands Archievenblad wil met enige regelmaat inter views publiceren met collega's of mensen die nauw bij het vak betrokken zijn. De archivaris wordt aan het woord gelaten. De eerste in de rij is de scheidende rijksarchivaris in Noord-Brabant, dr. L. P. L. Pirenne. In zijn laatste week in de Citadel de verhuisdozen staan, nog opgevouwen, tegen de kast geeft hij, op zijn gemak gezeten op zijn drie zitsbank, een terugblik op zijn archivarissenbestaan. In de volgende aflevering van het Archievenblad is zijn zuiderbuur, de nieuwe algemeen rijksarchivaris van België, te gast. Oude tijden In de tijd dat Pirenne zijn intrede deed in het archiefwezen waren de toestan den wel wat anders dan vandaag. Het stadsarchief van Den Bosch, waar hij vanaf 1948 werkzaam was, stond sinds 1910 onder leiding van H. J. M. Ebe- ling. Deze was onderagent van de Nederlandse Bank, werkte daar tot 2 uur en deed dan 's middags zijn werk als archivaris. Het archief was gehuisvest in twee lokalen van het stadhuis: het depot ('eigenlijk een snertdepot') en één kamer voor de archivaris, zijn assistent (Pirenne) en de drie studiezaalbezoe kers die er gemiddeld per week kwamen. Pirenne beschrijft het archief van toen als 'echt een alchemistenhol: achter de archiefstukken lag nog puin van een granaatinslag uit de oorlog; er hingen spinnewebben van 25 jaar oud. Ik ging gewoon stoffen en die spinnewebben opruimen. Ebeling zei eens: "Als er ooit van jou een portret wordt geschilderd, dan wordt dat een portret met een stofdoek in je hand". Een bureau voor Pirenne was er niet; dat van Ebe ling was privé-eigendom en verder 'stond er een grote tafel met een biljartlaken 189

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 1