riode 1850-1855 en zijn herzien in de periode 1865-1885. De herzieningen be helsden een uitbreiding van de waarborgen voor een zorgvuldige en goede besluitvorming inzake de behandeling van administratieve beroepen. De vragen, die ik mij in het kader van mijn onderzoek stel, zijn de volgende: Werden de procedureregels, zoals na 1850 tot stand gekomen, ook reeds vóór 1850 gehanteerd en, zo ja, in welke mate? Vertoonde de behandeling van administratieve beroepen door Gedeputeerde Staten enige overeenkomst met de behandeling van zaken door de 'echte' rech terlijke macht? Deze vragen wil ik beantwoorden door middel van bestudering van een aantal administratieve beroepen, zoals die door Gedeputeerde Staten in concreto be handeld zijn. Bij het verkennende onderzoek is mij gebleken dat de archieven van de on derscheidene colleges van Gedeputeerde Staten ieder hun eigen ordeningsstel sel hadden en dat er sprake is geweest van een vernietigingsbeleid van de zijde van de archiefdiensten en het provinciaal bestuur, dat zijn sporen heeft nage laten. Een uitgebreide en gedetailleerde bespreking van het gevoerde vernieti gingsbeleid gaat het bestek van dit artikel te buiten. Hetgeen ik over de (mate van) vernietiging zal zeggen, is gebaseerd op mijn ervaringen als archiefbezoeker. Ik zal in de navolgende paragraaf het archief van iedere provincie beschrij ven, met uitzondering van de provincies Zeeland en Limburg. Het Rijksarchief van Zeeland is in de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd, zodat de hoeveel heid bewaard gebleven materiaal aldaar té gering is om een succesvol onder zoek te kunnen verrichten. De staatsrechtelijke positie van Limburg tot 1867 was te ingewikkeld om een nationaalrechtelijk onderwerp uit die tijd aan de orde te stellen. De verschillen met andere provincies qua vigerende wetgeving en de Belgische opstand waren te gecompliceerd voor een onderzoek, waar voor slechts enkele maanden beschikbaar zijn. Van ieder archief van Gedepu teerde Staten zal ik achtereenvolgens bespreken: het ordeningssysteem de omvang van het aanwezige materiaal, waarbij globaal aandacht zal worden besteed aan het vernietigingsbeleid te dier zake de toegankelijkheid van de archiefbestanden. Op deze wijze zal duidelijk worden in welk archief in de kortste tijd het meeste materiaal op de meest efficiënte wijze te vinden is. De archieven van Gedeputeerde Staten Friesland Tot 1879 is hier een verbaalstelsel gehanteerd; de stukken vanaf 1879 zijn geordend volgens een rubriekenstelsel. Een klein probleem is het feit, dat men reeds vóór 1879 kleine rubrieken heeft gevormd,2 terwijl enige stukken, stam mend uit een periode van vóór 1879, zijn ingevoegd in rubrieken, die pas sinds 1879 zijn gevormd.3 212 De omvang van het materiaal is alleszins redelijk. De stukken, binnengeko men vóór 1879, zijn in ieder geval niet vernietigd. Uit het archiefbestand uit de periode na 1879 zijn wel stukken verdwenen, doch niet in een zeer grote mate. Tot de vernietigde stukken behoren onder andere de stukken betreffen de zaken, die betrekkelijk eenvoudig afgedaan konden worden, zogenaamde 'hamerstukken'. De toegankelijkheid van het archief tot 1879 is goed. Het verbaalstelsel in combinatie met de indices, die jaarlijks werden samengesteld, maken een snel le en efficiënte werkwijze mogelijk. Door de aanwezigheid van deze indices kan men materieel gezien wellicht zeggen dat er (tevens) een vorm van rubrie kenstelsel voorhanden is. Voor de periode na 1879 geldt dat men goed thuis moet zijn in de gehanteerde rubrieken; indices over de jaren 1879 en volgende zijn nog wel aanwezig maar hebben logischerwijze hun nut enigszins verloren. Enige zin hebben ze nog wel, omdat stukken binnen elke rubriek in beginsel chronologisch gerangschikt zijn. Binnen sommige rubrieken is echter eerst een alfabetische ordening op plaatsnamen aangebracht.4 Concluderend kan men stellen dat een grootscheeps onderzoek in dit archief goed mogelijk is, zowel met betrekking tot onderwerpen met een meer natio naal als een meer regionaal karakter. Groningen Hier heeft men gedurende de gehele negentiende eeuw een verbaalstelsel ge hanteerd, echter met deze kanttekening, dat de verbalen niet altijd consequent zijn 'doorgeschoven' naar het laatste besluit van Gedeputeerde Staten in een bepaalde zaak, met als gevolg dat men om een zaak te kunnen reconstrueren twee of meer verbalen moet raadplegen. Met betrekking tot de periode vóór 1850 heeft hier geen vernietiging plaatsgevonden. De van nadien daterende stuk ken bleken in groten getale vernietigd te zijn. Ook zaken met een grotere com plexiteit zijn niet aan de papiervernietiger ontkomen.5 Voor wat betreft de toegankelijkheid geldt hier mutatis mutandis hetzelfde als voor Friesland. Een voordeel voor de onderzoeker is hier, dat men over klappers op de indices beschikt, hetgeen de zoekprocedure enigszins kan ver snellen. Een probleem kan zijn dat men voor één zaak twee of meer verbalen moet raadplegen, al wordt in het algemeen in de indices of in de archiefstuk ken zelf-wel verwezen naar die andere stukken. In dit archief van Gedeputeerde Staten kan men voor wat betreft de periode van vóór 1850 zeer goed onderzoek verrichten. Met betrekking tot de periode na 1850 wordt onderzoek naar de dagelijkse praktijk een stuk problematischer in verband met de zeer geringe hoeveelheid materiaal. Drenthe Het archief van Gedeputeerde Staten in Drenthe vormt mede een bewijs voor het feit, dat het verbaalstelsel in de negentiende eeuw het meest gangbare was. Echter, hier heeft men het verbaalstelsel consequent doorgevoerd, wat wil zeggen dat alle relevante stukken keurig zijn doorgeschoven naar het laatste besluit in een bepaalde zaak. 213

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 13