Welcome
x tTO the
National
Archives
De National Archives in Washington. President Herbert Hoover plaatste de hoeksteen
voor dit gebouw in 1933.
Naast federale archieven zijn er in de vs natuurlijk ook andere overheidsar
chieven. De archiefzorg daarvoor vertoont grote diversiteit, hoewel veel sta
ten, steden en instellingen het voorbeeld van de National Archives - een archi
ves en daarbij een record center-hebben nagevolgd.8
Particuliere archieven kunnen in de vs op de meest uiteenlopende manie
ren en plaatsen worden bewaard; met name de grote bibliotheken hebben in
hun handschriftenverzamelingen belangrijke archiefbestanden.9 (Veel Ame
rikaanse collega's vertonen ook opvallend vaak een bibliotheekbenadering in
hun aanpak van archiefzaken.)
De manier waarop de archieforganisatie is ontstaan en de zeer uiteenlopen
de plaatsen waar (particulier) archief wordt bewaard, verklaren ten dele waar
om de Amerikaanse beroepsgroep weinig samenhang vertoont. De eerste lich
ting archivarissen werd op het congres omschreven als een self taught generation
die de problemen vanuit een praktische invalshoek benaderde.10 Hoewel men
van de Europese situatie op de hoogte was (de Handleiding van Muller, Feith
en Fruin werd in de jaren dertig door een staflid van de National Archives in
het Engels vertaald), hield men zich vooral bezig met de eigen typisch Ameri
kaanse problemen.'1 De archivaris Solon J. Buck kenschetste deze in 1942 als
1 het grote aantal stukken dat snel bewerkt moest worden,
2 de grote hoeveelheid modern archief met de daarbij behorende conserverings-
en organisatorische problemen,
3 de nieuwe informatiedragers (speel- en microfilm),
4 het gebruik van fotografische technieken bij de reproductie en
5 het gecompliceerde probleem van de federal records buiten Washington.1"
Bij het zoeken naar eigen oplossingen werd vooral veel aandacht besteed
aan selectie en vernietiging. De National Archives vervulden hierbij een voor
trekkersrol. De in 1936 opgerichte Society of American Archivists kon pas na
172
The National Archives holds
the permanently valuable records of
the United States government.
Among them are the Declaration of
Independence, the Constitution, and
the Bill of Rights, which you are
about to see.
Bright light harms the
documents. Your eyes may need a
few moments to adapt to the dim
light inside the Rotunda. Use of flash
bulbs on cameras is forbidden, and
no food, beverages, or smoking are
allowed inside.
Begroeting bij de ingang van de tentoon
stellingsruimte van de National Archives.
De belangrijkste staatsstukken van de vs, zoals
de Onafhankelijkheidsverklaring en de Grond
wet zijn daar sedert 1952 permanent te bezich
tigen. (Voor foto's van het interieur zie: j. w.c.
van campen, 'The National Archives in Was
hington dc', in: nab 69 (1965) 34-43.)
de professionalisering, in 1974, een rol van betekenis spelen.13 Er kwamen
richtlijnen voor de archiefopleiding (de vs kennen geen archiefschool: de Na
tional Archives hebben een eigen bedrijfsopleiding en aan verschillende uni
versiteiten wordt archiefkunde gedoceerd) en men ging zich richten op verdere
theorievorming en op de eigen professionele identiteit. In dat kader is het dan
ook niet verwonderlijk dat een onderwerp als certification, de vraag of de ver
eniging personen die aan bepaalde eisen voldoen een officiële erkenning (in
de vorm van een getuigschrift) moet geven of niet, de hoofdmoot vormde op
de huishoudelijke vergadering. De meningen lopen nog fel uiteen: voorstan
ders beschouwen certification als een begin van bescherming en verbetering
van de positie van het beroep, tegenstanders vinden een getuigschrift zonder
opleiding zinloos en bovendien nadelig voor de financieel minder draagkrach-
tigen (het getuigschrift zou geld gaan kosten en maar vijf jaar geldig zijn). Op
de vergadering staakten de stemmen, zodat de kwestie is aangehouden.
De kwestie van de professionele identiteit kwam ook tot uiting in het her
haaldelijk vragen van aandacht voor de presentatie van het archiefwezen naar
buiten-naar de geldschieters en naar het publiek-en in de pleidooien voor
meer samenwerking tussen archivarissen en voor een zelfbewustere opstelling,
die niet bij voorbaat al gericht is op aanpassen aan een situatie van te weinig
mensen en middelen.14
Ook zijn er een groot aantal opmerkingen gemaakt over de archivaris en
de archiefgebruiker; daarop zal nu meer in detail worden ingegaan.
De gebruiker en de archivaris
Merkwaardig genoeg hebben archivarissen zich tot dusverre nauwelijks be
ziggehouden met onderzoek naar de archiefgebruikers. In Nederland werd dit
in 1978 door Ketelaar geconstateerd: 'Het in Nederland ontbreken van syste
matisch onderzoek van ervaringen en behoeften van archiefgebruikers belem-
173