De archiefbibliotheek is straks ook geautomatiseerd toegankelijk. pen, het als lastig ervaren onderscheid tussen ij en y en tussen c en k, verwar ring over het begrip trefwoord, het slecht lezen van aanwijzingen op het scherm enzovoort. Kleurenaanduiding in plaats van codes op functietoetsen is een ver betering, behalve voor kleurenblinden. Toch blijkt het systeem een groot suc ces. De inlichtingenfunctie en vooral de kwaliteit daarvan is aanmerkelijk ver beterd en versterkt. Wat vooral opvalt is, dat ouderen er veel gemakkelijker mee omspringen dan was verwacht. De gedachtenwisseling na afloop was minstens even verhelderend als de in leiding zelf. Zo bleek, dat de bibliotheek proeven had genomen met verschil lende databanken, zoals een databank voor educatieve activiteiten (wat, waar en voor welke prijs?), een sportieve kaart van Den Bosch en een vrijwilligers- bank. Moeilijk bleek te bepalen waar je de grens moet trekken en wanneer je op andermans terrein komt. Interessant waren vooral de uitweidingen van De Rooij over de manier waarop de automatisering was doorgevoerd en over de veranderingen die die doorvoe ring tijdelijk of permanent in de organisatie hadden teweeg gebracht. Het veranderingsproces in de organisatie is zowel wat zijn technische als wat zijn sociale kant betreft, gestuurd door een projectgroep. Die stelde vast wel ke werkzaamheden voor automatisering in aanmerking kwamen, stelde het pro gramma op, bepaalde en regelde de verantwoordelijkheden en moest tussen tijdse bezuinigingen opvangen. Ook op de langere termijn waren de gevolgen voor de organisatie ingrijpend. Werk is moeilijker geworden en bijscholing daardoor noodzakelijk. Aan de balie is een grotere discipline vereist: voor spe ciale, individuele regelingen is geen ruimte meer. Inzet van extra menskracht is niet nodig gebleken. De opzet van het project was afgestemd op het bestaande personeelsbestand, dat echter wel al eerder met drie tijdelijk tewerkgestelden was aangevuld. Men heeft het systeem alleen voor Den Bosch ontwikkeld. Bij een centrale opzet hadden ook anderen wellicht kunnen profiteren, maar de ervaringen met centrale ontwikkeling zijn tot dusver nu eenmaal niet bemoedigend. Natuur lijk is het nuttig om van eikaars ervaringen gebruik te maken, maar men moet geen standaarden willen ontwikkelen waarvan de draagwijdte niet te overzien is. 3-2 Beschikbaarstellen van geautomatiseerde bestanden - Drs. R. de Vries De Vries van het Steinmetzarchief in Amsterdam sprak vanuit zijn eigen prak tijk aan deze instelling over geautomatiseerd bestand en toegankelijkheid: over de eisen die beschikbaarstelling van een geautomatiseerd bestand stelt aan ar chief en gebruiker. Het Steinmetzarchief is een data-archief, dat in machine-leesbare vorm vast gelegde basisgegevens verzamelt van (voornamelijk Nederlands) kwantitatief- empirisch sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Het gaat hierbij voornamelijk om reeksen getallen die ooit in een computer zijn ingevoerd en op computer magneetbanden en dergelijke zijn bewaard. Voordat dergelijke bestanden na acquisitie beschikbaar zijn, moeten ze ver schillende bewerkingen hebben ondergaan. Het oorspronkelijke computerty pe moet naar de Steinmetz-computer worden geconverteerd; het opslagformaat moet worden geconverteerd; het machine-leesbare bestand moet in een collec tie magneetbanden worden opgenomen; gecontroleerd moet worden of de oor spronkelijke documentatie op papier (tapebeschrijving, codeboek, vragenlijst, overdrachtsrapport) volledig aanwezig is; het bestand moet een eigen beschrij ving (signalement) krijgen; het signalement moet worden opgenomen in de tape administratie en in de geautomatiseerde catalogus. Maar ook na deze bewerkingen zijn de betrokken bestanden voor de wille keurige gebruiker nog niet werkelijk beschikbaar gekomen. De gebruikers met een algemene vraag moeten deze eerst met behulp van de catalogus naar een specifiek databestand vertalen; deze catalogus is op papier verkrijgbaar, maar kan nog niet op het eigen bureau electronisch met een zoektaal worden geraad pleegd. Gebruikers kunnen bestanden niet vanaf de eigen werkplek uit het Stein metzarchief ophalen, doordat de ontwikkeling van netwerken hier nog maar in een pril stadium verkeert; de meeste bestanden moeten op een nieuwe mag neetband worden uitgegeven met alle conversies van dien; bijbehorende vra genlijsten of codeboeken moeten worden gekopieerd om thuisanalyse moge lijk te maken. Aan de gebruiker worden dus bepaalde eisen gesteld. Hij moet weten hoe hij een computer moet gebruiken, een analyse kunnen uitvoeren op de basis gegevens, moet daarvoor ook over computer en programmatuur kunnen be schikken en de informatiebehoefte naar specifieke databestanden kunnen ver talen. Toch heeft ook de meest geroutineerde gebruiker de archiefmedewerkers no dig om de bestanden te kunnen raadplegen. Een goede beschikbaarstelling stelt dus ook aan hen haar eisen. Ze moeten niet alleen thuis zijn op het gebied van 13

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 7