Bespreking van boeken
ten inventarisatieachterstand. Stuksgewijs beschrijven is tegenwoordig een zeld
zaamheid, plaatsingslijsten maken het parool. Als ik dus een dikke, 'ouder
wetse' inventaris in mijn handen krijg, ga ik daar eens lekker voor zitten.
Wat ik heel belangrijk vind en waar Van Maanen veel aandacht aan heeft
besteed, is de toepassing van het bestemmingsbeginsel. Hoe groot de inventa
risatieachterstand ook is, daaraan dient de voorrang te worden gegeven, al was
het alleen al uit het oogpunt van beheer. Je moet weten wat je 'in huis hebt'
en als je dat expliciet kenbaar maakt is de onderzoeker ook geholpen. Zelfs
een schema van de institutionele ontwikkeling van het stadsbestuur gaat nog
boven een perfecte inventaris van de archieven van dat stadsbestuur. Daarom
is het goed dat in Leiden nu de meeste stukken 'op de juiste plaats' liggen - al
was het alleen op papier - maar jammer dat de commissiearchieven slechts
met moeite kunnen worden opgespoord.5
Niettemin heeft Van Maanen een geweldig karwei op zeer verdienstelijke
wijze geklaard. Niet alleen is een schat aan gegevens voor de onderzoeker op
verantwoord wijze ontsloten, door de uitgebreide inleiding is nu ook een we
tenschappelijk verantwoorde overzicht van de institutionele geschiedenis van
het Leidse stadsbestuur tussen 1574 en 1816 voorhanden. Bovendien heeft Van
Maanen tussen het inventariseren door een aantal artikelen over dit onderwerp
gepubliceerd, waar een ieder zijn of haar voordeel mee kan doen. Dat dit stan
daardwerk intensief zal worden geraadpleegd staat vast. Getuige een geheel
aan de inventaris gewijd kranteartikel wordt dit levenswerk van 'Pietje Pre
cies' zelfs al met rode oortjes gelezen.
Els van den Bent
Noten
1 Dit heeft onder andere het bizarre gevolg, dat
soms verwezen wordt naar 17e-eeuwse afschrif
ten in 'stadsarchief I'(1253-1574).
2 Cursivering door ondergetekende.
5 Merkwaardig is overigens dat beide archieven
ruimschoots de jaren waarin de ambten werden
opgeheven overschrijden. In het geval van de
tresorier extraordinaris is dit te verklaren uit
het feit dat de functie wordt voortgezet in de
stadsfabriek 'onder het departement van ge
bouwen en werken'. Des te onbegrijpelijker is
het, dat dit archief deel uitmaakt van het 'ar
chief' van de stedelijke regering. Een verkla
ring voor de datering van het archief van de
tresorier ordinaris ontbreekt.
4 Wel is voor laatstgenoemde comité's binnen de
desbetreffende rubriek een apart kopje ge
creëerd.
5 Dit is over het algemeen ook ruimschoots vol
doende. Het komt helaas nog steeds voor dat
alle archieven in Nederland worden afgegraasd
door fanatieke 'herkomstherstellers'.
98
Presse- und Rundfunkarchive: Partner von Redaktion, Produktion und Pro-
gramm, Mainz 12-15 Mai 1986. Fachgruppe der Archivar von Presse-,
Rundfunk- und Filmarchiven, Verein deutscher Archivare.
Saur, München, 1987. 207 bladzijden, isbn 3-589-20338-1
De taakstelling van de media-archivaris wijkt als regel aanzienlijk af van die
van zijn 'klassieke' collega, omdat hij sterk beïnvloed wordt en moet worden
door de eisen van zijn bijzondere publiek - radio, film, televisie en uitgeverij.
Dit verklaart zijn nauwe verbondenheid met informatie en documentatie (voor
zover er tussen beide nog een duidelijk scheidslijn kan worden getrokken) en
dus met moderne informatietechnologie; de hierin opgedane ervaringen zullen
overigens ook relevant zijn voor de ontwikkelingen binnen het klassieke archief.
Overeenkomsten tussen beide soorten archieftaken zijn er echter ook, en zeer
nadrukkelijk. Aan de ene kant wordt er bij de selectie van te archiveren mate
riaal (naast datgene wat het archief qualitate qua archiveert) uitgegaan van, in
algemene zin, dezelfde kriteria van historische relevantie, omdat het media-
archief zeker niet uitsluitend gericht is of mag zijn op de mogelijkheden van
hergebruik van zijn collecties.
Aan de andere kant hebben de media-archieven ook de taak, hun collecties
open te stellen voor het algemene wetenschappelijke onderzoek naar maatschap
pelijke en politieke ontwikkelingen, ontwikkelingen in de informatie- en com
municatietechnieken en voor op onderwerp gericht gespecialiseerd onderzoek.
Tegen deze achtergronden heeft de Vakgroep Pers-, Radio- en Filmarchie
ven in zijn bijeenkomst te Mainz een samenvatting gegeven van het gebruik van
archiefmateriaal in de productiefase van audiovisuele programma's. Het be
treft hierbij jaarlijks vele duizenden minuten van hergebruik van archiefmate
riaal, zowel in de vorm van herhalingen van gehele programma's, als in die van
thematisch gerangschikte fragmenten die, mede naar gelang van het tijdstip van
uitzending, een geheel andere waarde kunnen krijgen dan bij de eerste uitzen
ding. De verschillende inleiders geven voorbeelden met betrekking tot bewe
gende en stilstaande beelden, en muziek.
De behandeling van papieren persarchieven krijgt slechts aandacht in samen
hang met het gebruik van microfiches, terwijl uiteenzettingen over de cd-rom
alsmede over verschillende databases, die in de Duitse uitgeverswereld worden
gebruikt, een hoofdzakelijke adstruerende waarde hebben.
Het bevorderen van hergebruik in enigerlei vorm van historische
documenten anders dan als bronnen van onderzoek zal bij de meeste archie
ven nauwelijks een prioritaire taak zijn, mede gezien het te verwachten extra
beslag dat de hergebruiker op de faciliteiten van het archief zal leggen. Toch
99