4 komen uit een verandering in attitude en, voor het eerst, niet uit een vermeer dering van kennis. Tot het laatste zijn wij in staat, tot het eerste, zo te horen, niet bereid. 3 Vergadering van de afgevaardigden van de archivarissenverenigingen (spa) Tijdens de bestuursvergaderingen te Londen en Gardone werd naast de gewo ne onderwerpen als Janus en werkzaamheden der verschillende bestuursleden, vooral aandacht besteed aan het aanstaande Internationale Archiefcongres te Parijs en aan het geringe animo van verschillende verenigingen lid te worden van ica/spa. De vergadering van afgevaardigden besprak in Gardone, op basis van een rapportage door voorzitter en secretaris, dezelfde onderwerpen. Het gebrek aan belangstelling kan voor een aantal verenigingen mogelijk worden verklaard door geringe bekendheid van de ica, bewust isolationisme en gebrek aan harde valuta. Het bestuur in 1988-1992 zal zich tezamen met de leiding van de ICA over dit probleem nader moeten beraden. Besloten werd in 1988 nog eenmaal een actie te ondernemen, ditmaal zal deze vooral worden gericht op de nationale verenigingen. Ten aanzien van de samenwerking binnen de ica werd belangrijke vooruit gang geboekt. De Sectie van gemeentearchivarissen in oprichting (ica/sma) participeert met ingang van 1987 in Janus. Aan de directory van ica/spa en ica/sma in Janus 1987/3 wordt de directory van ica/cpt toegevoegd, ica/cpt is het acroniem van het Comité voor training, waarin drs. J. P. Sigmond een werkzaam aandeel heeft. Het laat zich aanzien dat 'na' Parijs Janus ook het bulletin zal zijn voor zowel ica/cpt als ica/cad, het Comité voor ontwikke lingssamenwerking, waarvan het bestuurslid prof. dr. E. Franz secretaris is. Genoemde (toekomstige) participanten vullen elkaar in belangrijke mate aan. Daarmee zal de inhoud in kwaliteit kunnen winnen en wordt verspilling (geen nieuw bulletin voor ica/sma en ica/cpt, beëindiging van het bulletin ica/cad) van de toch al schaarse financiële middelen voorkomen. Daarnaast mag wor den verwacht dat Janus vanaf 1989 ook aan de individuele leden van de ica zal worden toegezonden, hetgeen zal leiden tot een vermoedelijke oplaag van 1600 (nu 950). De bereidheid van Nederland zowel de produktie praktisch te realiseren als financieel deels te bekostigen, is hierbij van cruciaal belang. Tijdens het Internationale Archiefcongres van Parijs zal de spa enkele ac tiviteiten (mee) organiseren. Alle verenigingen zijn uitgenodigd aan een Fo rum deel te nemen en daar in het kort iets te zeggen van een van de zes door het bestuur van de spa voorgestelde onderwerpen (zie Janus 1988/1). Na een gedachtenwisseling over deze inleidingen volgt een informele ontvangst, aan geboden door de Franse vereniging van archivarissen aaf. Bovendien organiseert de spa in samenwerking met de aaf een tentoonstel ling van archiefpublikaties, voornamelijk vakliteratuur, beschikbaar gesteld door archiefdiensten en verenigingen. Het is de bedoeling dat de tentoongestelde werken daar kunnen worden besteld. Samen met de Congresdirectie en ica/cav (Comité voor audiovisuele ar chieven) organiseert de spa een permanente videoscoop van speciaal gepro duceerde archieffilms. Ook de Nederlandse film, die de werktitel 'Beeld in be weging' heeft gekregen, zal daar worden getoond. 82 De directeur van het Congres, Arnaud Ramière de Fortanier, gaf een over zicht van de door de congresorganisatie ontplooide activiteiten. Verschillende aanwezigen maakten van de gelegenheid gebruik vragen te stellen. Het voor gestelde programma ziet er zeer aantrekkelijk uit. Het is spijtig dat de direc teur vermoedelijk niet de gelegenheid zal hebben tijdens nationale congressen de collegae op te wekken naar Parijs te komen. Aan het slot van de bijeenkomst hield het dr. M. Caya (Canada) een inleiding over de ideeën die in Canada leven om te komen tot een standaardisatie van niveaus van beschrijving. De behoefte aan en de noodzaak van standaardisa tie is manifest geworden als gevolg van het toenemende gewicht van geauto matiseerde toegangen. De aanwezigen waren met hem van mening dat op dit terrein bij uitstek voor de archivarissenverenigingen een rol is weggelegd. Het bestuur van de spa zal zich op de organisatie van dit onderwerp nader bera den. De vergadering nam met belangstelling kennis van de al eerder binnen het bestuur gemaakte afspraak dat een aantal Engelse en Nederlandse archi varissen in het kader van een uitwisseling een concept-voorstel voor standaar disatie zullen ontwikkelen. Huishoudelijke vergadering van de citra In zijn openingstoespraak herdacht de voorzitter dr. O. Gauye de collegae J. O'Neill (usa) en Helen Rowe (Bermuda). Beide hebben op totaal verschil lende wijze binnen de ica een prominente rol gespeeld. Vooral de tragische dood van Helen Rowe heeft allen die haar hebben gekend erg geschokt. Het verslag van de secretaris bevatte het teleurstellende bericht dat de ver koop van de Acta van de Ronde Tafels beneden de maat blijft. Ten onrechte want deze Acta bevatten zeer veel interessants voor een ieder die in de ontwik keling van onze bedrijfspolitiek geïnteresseerd is.' Oud-collega Spang (Luxem burg) bereidt een repertorium op de delen 1-25 voor. Hopelijk zal dat leiden tot hogere verkoopcijfers van deze nummers. Daarnaast is met ingang van de 25e Table Ronde een kosmetische oplossing voor de geringe afname gevon den: de deelnemers betalen een verplichte congresbijdrage en ontvangen daar voor twee exemplaren van de Acta. Voor ons land was de herverkiezing van Ketelaar als secretaris van de ci tra voor de periode 1988-1992 een belangrijk feit. Tezamen met prof. dr. Re- nato Grispo (Italië) en vijf adviseurs, onder wie Ken Hall, de voorzitter van de Society of British Archivists, en Gérard Ermisse, oud-voorzitter van de As sociation des archivistes franpais, zal hij de Ronde Tafels van 1989-1991 voor bereiden. Een dringend beroep om financiële hulp werd gedaan door prof. dr. E. Franz, de secretaris voor ontwikkelingssamenwerking, tijdens de behandeling van het voorgestelde microverfilmingsprogramma. Onderwerp van dit programma is het streven om ten behoeve van de voormalige koloniën van Frankrijk, Span je en het Verenigd Koninkrijk grootschalig archiefbestanden te gaan verfil men. Helaas schijnt de, als voorbeeldig betitelde, samenwerking tussen Ne derland en Indonesië op het terrein van microverfilming weinig navolging te krijgen. 83

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 42