structureel zijn archivarissen nooit bij de administratie betrokken geweest. 'We hebben er geen greep op, we worden geduld.' De archiefinspecteur is een hy bride soort ambtenaar die van twee tafels eet. Hij heeft de opleiding van de archivaris (maar daar heeft hij niks aan) en spreekt de taal van de registrator. Hij kan beter aan de andere kant gaan zitten, in een gemeente dus aan de kant van de gemeentesecretaris. De archivaris zou dan zaken kunnen doen met dit tweetal, van wie er tenminste één ook nog wat in de melk te brokken heeft. Caminada benadrukte hierop nog eens het belang van de betrokkenheid van de archivaris bij het administratieve proces, zeker in een fase waarin wordt geautomatiseerd en waarin informatieplannen worden opgesteld. De archiva ris zou zich daarbij niet zozeer bezig moeten houden met wat mag worden ver nietigd, maar met wat moet worden bewaard. Van Albada bracht hiertegen in, dat het juist door die automatisering in toenemende mate de administratie is die bepaalt wat bewaard blijft: gegevens worden na een vastgesteld aantal mutaties automatisch gewist. Bovendien zou de archivaris om met goed ge volg bewaarlijsten te kunnen maken op alle terreinen en deelterreinen deskun dig moeten zijn. Natuurlijk moeten er voor de administratie algemene kriteria worden op gesteld waaruit kan worden afgeleid wat in welke vorm bewaard moet blijven. Die kriteria moeten echter niet in een archiefwet, maar in een administratie- wet worden vastgelegd. De archivaris moet betrokken worden bij het opstel len van de instructie van de inspecteur, maar niet bij de uitvoering van diens taken. Van der Woude (sod) vindt het standpunt van Van Albada onrealistisch. De beheerders van de semi-statische archieven, die net als archivarissen infor matie moeten verstrekken, krijgen met het moderne materiaal dezelfde pro blemen, alleen al wat eerder. 'Wij kunnen echt niet lijdzaam toezien wat de administratie uit zijn machines frutselt', stelt hij vast. De tegenstellingen worden tenslotte toch nog van hun scherpe kanten ont daan. Als opponent Boomgaard, archiefinspecteur in Amsterdam, heeft toe gegeven, dat hij als inspecteur niet veel heeft aan zijn archiefdiploma en dat het voor hem misschien gemakkelijk zou zijn om aan de kant van de administratie te zitten, wil Van Albada wel verklaren, dat hybride tulpen de mooiste zijn. 1-3 Acquisitie van archieven van wetenschap en wetenschapsgeschie denis - Drs. A. Kloks Dr. JRoelevink Kloks, medewerker van de Europese Commissie, Centraal Archief Directoraat- Generaal XII (wetenschap en technologie), belichtte de acquisitie van archie ven van wetenschap en cultuur vanuit het standpunt van de archivaris, in casu zichzelf. De belangrijkste taak van het Directoraat-Generaal xn is het aantrekken van onderzoekers en het stimuleren van onderzoek. Het heeft twee soorten archie ven: beleidsarchieven en contractarchieven. De meeste contractarchieven hebben betrekking op laboratorium-onderzoeken en zijn vanwege hun commerciële belang 'tamelijk geheim'. Ze bestaan uit twee hoofdbestanddelen: een gedeel te dat de onderzoeksresultaten betreft en een zogenaamd technisch archief. Het technisch archief wordt meestal niet overgedragen. Kloks pleitte voor ver betering op dit punt. 4 s Het archief van dr. AJ. Veenendaal sr. is een voorbeeld van een bewaard gebleven wetenschapsarchief Mej. Roelevink, medewerkster van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Ge schiedenis, promoveerde vorig jaar op het geschiedenisonderwijs aan de Utrecht se universiteit in de achttiende en negentiende eeuw. Haar beschouwing was vooral gewijd aan particuliere nalatenschappen van geleerden, die dikwijls uit documentatietechnisch zeer uiteenlopende onderdelen bestaan: boeken, hand schriften, aantekeningen, correspondentie met vakgenoten en persoonlijke stuk ken. Daarbij stelde zij zich in tegenstelling tot Kloks op een monomaan ge bruikersstandpunt. Waar zijn gebruikers ter zake van acquisitie en toegankelijkheid nu het meest bij gebaat? Naar de mening van mej. Roelevink moet in de eerste plaats de collectie als een eenheid worden bewaard en niet worden gesplitst naar aard en inhoud. In de tweede plaats moet het materiaal gemakkelijk opgespoord kunnen worden: in dit opzicht bieden archieven veel meer service dan de we tenschappelijke bibliotheken. In de derde plaats moeten de stukken met name door lange openingstijden van de leeszalen en goede voorzieningen voor de raadpleging fysiek toegankelijk zijn: ook hier heeft het archiefwezen, waar recht op inzage bestaat, een voorsprong op bibliotheken. Tenslotte moeten de ar chieven intern toegankelijk zijn, waarbij de gebruiker beter gediend is met een korte formele omschrijving dan een uitgebreide die hem het bos instuurt. Tot een echte discussie tussen de inleiders kwam het niet: daarvoor was het verhaal van Kloks te specifiek. Duidelijk bleek, dat de wetenschapsarchieven die onderwerp van bespreking waren, een nogal uiteenlopende status hebben. Archieven van het Directoraat-Generaal xn worden aangemerkt als eigendom van de Europese Commissie, al worden sommige ook wel als persoonlijke ar chieven beschouwd. Archieven van de rijksuniversiteiten worden tot de over heidsarchieven gerekend en te zijner tijd overgebracht naar de rijksarchieven. Met universiteitsarchieven verwante archieven zouden volgens aanwezigen geac- quireerd moeten worden door het rijksarchief waar het betrokken universi teitsarchief berust, zodat een cluster van archieven ontstaat met het universi-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 3