twaalf landen uitgezonden. Bovendien werd dertien instellingen verzocht aan vullende informatie te verstrekken. Onder voorzitterschap van D. W. G. Clements werden de uitkomsten van en quête en nader onderzoek besproken door vertegenwoordigers van unesco, ica, ifla, tezamen met de rapporteurs. Voorstellen voor een aanpak van de problematiek werden voorbereid en in enkele van de inleidingen verwerkt. Voor zover bekend was het voor het eerst dat in een internationale setting van bibliothecarissen en archivarissen niet gesproken werd over de wederzijd se verschillen, maar over de wederzijdse overeenkomsten. Aan de discussies werd door een zware iFLA-delegatie deelgenomen. De respons was met 49% vrij behoorlijk. Verheugend is dat van de aange schreven archiefdiensten 72% aan de enquête heeft meegewerkt. Opvallend was dat de inleiders maar spaarzaam van de cijfers gebruik maakten. Een probleem met het onderwerp was, dat alle aanwezigen het steeds met de rapportages en met elkaar eens waren, enkele, niet met de zaak zelf te ma ken hebbende, schermutselingen daargelaten. Interessant was het om te kun nen constateren dat, op een enkele uitzondering na, de uitkomsten voor archie ven en bibliotheken elkaar maar weinig ontliepen. De inleidingen boden, buiten de cijfers, degenen die hun literatuur bijhouden weinig nieuws. De conclusie van deze Ronde Tafel is, dat alle betrokkenen in bibliotheken en archieven de ernst van de situatie ten volle onderkennen, dat de massaliteit van wat ons te doen staat angstaanjagend groot is, dat de politieke en finan ciële middelen om te komen tot versnelling van en verandering in de aanpak te gering zijn, dat de techniek nog steeds niet de verhoopte zegeningen lijkt te brengen en dat er door alle betrokkenen, nog meer dan voorheen, moet wor den samengewerkt. Het gezegde 'na ons de zondvloed' wijst op een bepaalde mate van onver schilligheid ten opzichte van een rampzalig geachte ontwikkeling. Alle deelne mers leken er van overtuigd dat het einde der tijden, althans voor vele archiefstukken en bibliotheekwerken, werkelijk nabij is. Het is daarom ver ontrustend dat velen de indruk wekken dat zij de toekomst gelate. en op zich af laten komen. Enige overeenkomst met het prooidier, dat zich door de slang laat hypnotiseren lijkt hieraan niet vreemd. Als gevolg van de eensgezindheid van de deelnemers en de helderheid van het onderwerp, blijft het eigenlijke verslag van deze Ronde Tafel aan de korte kant. 2-2 Stand van zaken Het leuke van enquêtes is dat ze veelal de resultaten in cijfers tonen. Een vraag is in hoeverre die cijfers een betrouwbaar beeld geven. Enkele deelnemers spra ken de vrees uit dat, in dit geval, zowel de negatieve als de positieve cijfers een te rooskleurig beeld geven. De werkelijke situatie zou aanzienlijk verontrusten der zijn. Betwijfeld werd of de correcties, aangebracht door de rapporteurs, de vermeende onevenwichtigheden voldoende hebben opgelost. Een oorzaak voor onderschatting kan worden gevonden in het ontbreken van een maatlat (referentiekader) bij het invullen van de enquête, het niet beschik ken over de daarvoor benodigde kennis en de neiging van velen de eigen instel- 76 ling een 'goede beurt' te willen laten maken. Diegenen die betrokken zijn ge weest bij de verzameling van de gegevens voor de iVA-enquête over de restau ratieachterstand in, onder meer, archieven, weten hoe moeilijk het is bij een dergelijk onderwerp op uniforme wijze de vragen te lezen, laat staan te beant woorden. Uit de zeer omvangrijke 'summary' heb ik in de onderstaande tabellen 'sa menvattingen' gemaakt. In de kopregel worden absolute getallen gegeven, in de kolommen staan percentages. Slechts een enkele keer, wanneer het verschil significant is, heb ik de uitkomsten voor archieven en bibliotheken afzonder lijk vermeld. Een tabel met in de kopregel onder totaal het getal 410, geeft percentages voor diensten, staat er 530 dan geeft de tabel percentages voor gebouwen. De verklaring hiervoor is, dat een aantal diensten over meer dan één gebouw be schikt. TOT - totaal EUR - Europa AFR - Afrika AZI - Azië ZMA - Zuid- en Midden-Amerika PAC - Pacific «NA - Noord-Amerika Tabel 1 Beïnvloeding bewaring TOT EUR AFR AZI ZMA PAC NA 410 234 50 31 29 21 45 Nabijheid zee 13 8 18 26 17 38 9 Natte omgeving 20 13 24 32 28 57 24 Luchtvervuiling 43 38 45 42 62 57 47 Grondverschuivingen 6 4 14 6 3 10 2 Grote droogte 13 8 32 23 17 14 11 Grote neerslag 43 39 46 61 66 57 29 Extreme temperaturen 45 37 52 55 45 57 69 Wisselingen luchtvochtigheid 43 37 40 48 38 62 67 Stormen (stof) 25 13 50 39 59 38 24 Systematische controle van temperatuur 68 76 30 55 62 76 73 luchtvochtigheid 69 81 26 61 52 71 67 samenstelling lucht 12 8 14 26 7 29 18 Gebruik van meetresultaten 52 62 18 52 41 48 47 Wijzigingen bewaarcondities in de afgelopen 10 jaar ongewijzigd 50 54 55 37 42 72 36 verbeterd 39 35 31 66 45 22 53 verslechterd 11 12 18 5 10 8 9 Duidelijk is dat, hoewel de klimatologische en geologische omstandigheden het leven en werken van de archivaris en bibliothecaris, en vooral van de restau ratoren, in sommige landen minder beïnvloedt dan in andere landen, er geen land, laat staan continent, aan te wijzen is dat ideale omstandigheden kent voor de bewaring van organisch materiaal. Ook valt op dat vergaring van cijfers niet tot gebruik van diezelfde cijfers hoeft te leiden. Ter verontschuldiging hiervoor kan worden aangevoerd dat 77

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 39