Jean Matthias Jacmain d'Ortho,
raad voor de domeinen in
de Oostenrijkse Nederlanden (1749-1761)
en middelen 'daer geen eerlijk man zig ooit van bedient'
R. Spork
32 rag, Collectie Bondam, 262.
33 s. muller fz., Catalogus van het archief der
staten van Utrecht (Utrecht 1915) xxvi.
34 rau, Archief van het provinciaal bestuur, 398.
Summary
The first archivist of the province and city of Utrecht, Petrus van Musschen-
broek, was a well-known collectioner of old documents. His enormous collec
tion, which contained many original records, mostly taken away from Utrecht
archives, was auctioned in Leyden in 1826. The greater part was obtained by
Sir Thomas Phillipps of Middlehill in England. In 1888 the Van Musschenbroek-
collection returned tot the Netherlands and the records were replaced in the
archives in which they originally belonged.
42
Jean Matthias Jacmain d'Ortho was in het midden van de achttiende eeuw raad-
generaal voor de domeinen in de Oostenrijkse Nederlanden en daarmee de
hoogste vertegenwoordiger van het Huis van Oranje in Brabant en Luxem
burg. R. Spork belicht D'Ortho's persoon en ambtsuitoefening, en een loop
baan eindigend in administratieve malversaties en strijd voor eerherstel.
Inleiding
Bij de Eerste Afdeling van het Algemeen Rijksarchief te Den Haag berust een
groot aantal archieven die zijn gevormd door de Nassause Domeinraad en on
der de Domeinraad ressorterende ambtenaren. Ze bevatten stukken betreffende
de verwerving, vervreemding, betwisting, het bestuur en (financieel) beheer
van de domeinen en allerhande leenzaken in de domeinen van het Huis van
Oranje. Genoegzaam bekend is het door dr. S. W. A. Drossaers geïnventari
seerde archief van de raad en rekenkamer te Breda tot 1581. Veel minder be
kend zijn de talrijke (deel)archieven van jongere datum, die vaak op beknopte
wijze toegankelijk zijn gemaakt.1 Deze archieven zijn in de achttiende eeuw
en later met elkaar vermengd en niet meer geheel en al te reconstrueren.
Eén van de opmerkelijkste archieven is het archief Nassause Domeinraad,
'Zolder', 1589-1793, dat zijn naam ontleent aan de vindplaats van het archief
in het oude Algemeen Rijksarchief aan het Bleijenburg te Den Haag. Het ar
chief, door schrijver dezes geïnventariseerd in de jaren 1982-1983, heeft in zijn
geheel betrekking op de Nassause domeinen gelegen in de Zuidelijke Neder
landen. Van 1713 tot 1795 werden de Zuidelijke Nederlanden Oostenrijkse Ne
derlanden genoemd. 'België' (met uitzondering van het Prins-Bisdom Luik)
en het Hertogdom Luxemburg waren toen immers in handen van de Oosten
rijkse Habsburgers. Geestelijkheid en adel beheersten er als grootgrondbezit
ters de samenleving, met in hun kielzog een hele stoet van 'afhangelingen, rent
meesters, zaakwaarnemers, advocaten'.2 Een aantal van deze lieden stond in
43