ven. Het is vrijwel compleet overgeleverd en 'omdat in ieder geval één school- archief volledig bewaard zou moeten blijven' is bij de inventarisatie vrijwel niets vernietigd. Men treft er stukken aan over de bouw, het schoolmeubilair, de schoolprestaties van de leerlingen, de schoolexamens en het ook al in de 19e eeuw gesignaleerde probleem van de huiswerkbelasting. De vrijetijdsbesteding in schoolverband is aan de orde bij de archieven van een aantal leerlingenvere- nigingen, zoals een reciteergezelschap, een gymnastiekvereniging en een ver eniging voor 'natte his'. De inventaris telt 86 bladzijden, gestoken in het fraaie nieuwe jasje van het Groninger Rijksarchief, en is voorzien van een informatieve inleiding. De prijs bedraagt ƒ16,—. a. pietersma, Inventaris van de archieven van de Groninger Maatschappij van Landbouw, haar voorgangsters, afdelingen en dochterinstellingen 1837-1969 (1984). Groningen, 1987. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 2. In 1837 vond in het Groningse Onderdendam de oprichting plaats van de oudste nog bestaande provinciale landbouwvereniging in ons land, het Genootschap ter Bevordering der Nijverheid. Na enkele naamsveranderingen en fusies ont stond hieruit in 1917 de Groninger Maatschappij van Landbouw. In 1987 werd het 150-jarig jubileum met verve gevierd, onder meer met de uitgave van een herdenkingspostzegel. Hierop prijken de handtekeningen van de drie oprich ters van 'Nieverhaid', afkomstig uit een zich in het archief bevindend ledenre- gister. Het in de inventaris opgenomen conglomeraat bevat naast het hoofd archief ook de archieven van een dertigtal plaatselijke afdelingen - bijvoorbeeld Leens, opgericht in 1841 en daarmee de oudste plaatselijke landbouwvereni ging van ons land - en een aantal dochterinstellingen als de Vereeniging voor Hooger Landbouwonderwijs, de Vereniging tot Exploitatie van Proefboerde- rijen, de Vereeniging tot bevordering van nijverheidsonderwijs voor meisjes op het platteland en de verenigingen van landbouwwerkgevers. Het hoofdar chief vertoont tot 1878 grote lacunes, maar de aanwezigheid van de afdelings archieven en het feit dat vanaf 1837 uitgebreide jaarverslagen in druk werden uitgegeven, maakt dit gemis niet al te smartelijk. De 2000 inventarisnummers weerspiegelen de belangrijke rol die de georganiseerde landbouw in de provin cie Groningen heeft ingenomen. Te denken valt aan de modernisering van de landbouw (drainage, gebruik van nieuwe kunstmeststoffen, zaadselectie, nieuwe fokmethoden, landbouwboekhouding en dergelijke), maar ook aan de eman cipatie van het platteland (bevordering van landbouw- en landbouwhuishoud- onderwijs, aanleg van spoor- en tramlijnen en dergelijke). De inventaris telt 231 bladzijden en is voorzien van een uitgebreide inleiding over de geschiedenis van het Groningse landbouwverenigingsleven en een in dex. Prijs ƒ25, 378 J. bos en w. j. kuppers, Inventaris van het archief van het Huis Mensinghe te Roden (1376-1952), Assen, 1986. Met het verschijnen van deze inventaris zijn nu alle in het Rijksarchief in Drenthe berustende huisarchieven voor onderzoek opengelegd. De eerste vermelding van het huis Mensinghe dateert uit 1381, het oudste stuk (1376) maakt deel uit van het al eerder afzonderlijke geïnventariseerde, gedeponeerde archief van het huis te Peize. Het eerste gedeelte van het archief - waarvan ons de omvang overigens wordt onthouden-is na de overdracht in 1880 namelijk over ver schillende bestaande archieven verdeeld. Een werkgelegenheidsbevorderende handeling, maar het heeft de inventarisatoren voor tal van archivistische puz zels geplaatst. Het tweede gedeelte kwam na een omzwerving via Kampen in 1957 in Assen tot rust. Helaas niet voorgoed. Omdat het Rijksarchief de in ventarisatie niet binnen de gestelde termijn kon uitvoeren, werd het archief door de eigenaren teruggenomen en kon het in 1981 alleen door aankoop op nieuw verworven worden. Een in Nederland gelukkig zeldzaam fenomeen. Het huisarchief bestaat in feite uit de archieven van twee families-bewoners, Ellents en Kymmell. In 1764 werd Mensinge gekocht door Coenraad Wolter Ellents, nadat het van 1485-1720 in bezit was geweest van het bekende Gro ningse geslacht Van Ewsum. Deze laatste familie heeft overigens in het archief vrijwel geen sporen nagelaten. In 1818 erfde Jan Wilmson Kymmell het huis van zijn oom Coenraad Wolter. Zowel leden van de familie Ellents als van de famili'e Kymmell oefenden belangrijke bestuurlijke en financiële ambten uit, waardoor het archief van groot belang is voor de geschiedenis van de pro vincie Drenthe. Deze archivalia vindt men uiteraard in de rubriek stukken van persoonlijke aard. Minder omvangrijk is de rubriek stukken van zakelijke aard. Omdat aan Mensinge geen heerlijke rechten waren verbonden - het huis miste zelfs een tijdlang het recht 'van havezate' - heeft deze rubriek betrekking op het beheer van eigendommen. Deze waren verspreid over de gehele provincie. Het zeer gedetailleerde inventarisschema, een serie genealogische tabellen en indices op persoonsnamen en geografische namen zullen veel zoekwerk voor komen. De inleiding is beknopt, maar bevat dan ook goed gedoseerde infor matie. Ook Drenthe verblijdt ons met een zeer verzorgd omslag, waarvan de zij- flap echter weinig functioneel lijkt. Omvang 277 blz. Prijs ƒ27,50. E. p. de booy, Inventaris van het archief van de familie De Beaufort 1556-1979. Utrecht, 1985. Utrechtse inventarisreeks 53. In deze inventaris heeft mevrouw De Booy de beschrijvingen samengebracht van diverse archiefonderdelen, die in gedeelten naar het Rijksarchief in Utrecht zijn overgebracht, maar zich door de onderlinge samenhang als een geheel la ten beschrijven. Het zo gevormde archief is een vrij volledige neerslag van de geschiedenis van de uit Frankrijk afkomstige familie, die zich in 1595 in Zeeuws- Vlaanderen vestigde en in de loop van de achttiende eeuw in het Utrechtse te recht kwam. De inventaris is volgens de inmiddels veelvuldig toegepaste orde ningscriteria opgebouwd; stukken van persoonlijke aard (waaronder die van 379

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 46