school geregeld, namelijk de opleiding van archief- assistenten, zij het dat uit de bewoordingen volgt dat de school tot deze taak niet verplicht is.37 13-3 Besluit examens hoger en middelbaar archiefambtenaar Artikel 39 van het Archiefbesluit verplicht de minister tot vaststelling van een examenreglement. Dit examenreglement is opgenomen in een, meer omvat tend, Besluit examens hoger en middelbaar archiefambtenaar en wel in de ar tikelen 6 tot en met 18. In dit besluit zijn tevens opgenomen de regelen om trent de werkwijze van de examencommissie, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van het Archiefbesluit en wel in de artikelen 2 tot en met 5. Voorts zijn in de artikelen 19 tot en met 25 van het Besluit examens hoger en middelbaar ar chiefambtenaar opgenomen de in artikel 41, vijfde lid, van het Archiefbesluit bedoelde nadere regelen omtrent de werkwijze van en de rechtsgang bij het curatorium in geval van een beroep van een kandidaat tegen een afwijzing door de examencommissie. De artikelen 20, tweede lid, tot en met 25 zijn ook toe passelijk op de behandeling van een beroep tegen een beschikking van de di recteur van de rijksarchiefschool: zie artikel 25, vijfde lid, van het Besluit rijks- archiefschool. In het Besluit examens hoger en middelbaar archiefambtenaar hebben de meeste bepalingen inzake de examens, die vroeger verspreid waren over het Archiefbesluit, de ministeriële Beschikking examens hoger en middelbaar ar chiefambtenaar en het door de examencommissie vastgestelde Reglement exa mens hoger en middelbaar archiefambtenaar, een plaats gevonden. Daarmee is aan overzichtelijkheid zeer gewonnen. Niet overgenomen zijn de bepalingen omtrent het verlenen van vrijstelling van het afleggen van examen, aangezien de mogelijkheid tot vrijstelling is ver vallen bij de herziening van hoofdstuk v van het Archiefbesluit. Voorts zijn vervallen de bepalingen inzake het schriftelijk afleggen van het onderdeel La tijnse paleografie, welk vak geen deel meer uitmaakt van het examen hoger archiefambtenaar, behalve wanneer de kandidaat ingevolge artikel 12 verzoekt om daarin geëxamineerd te worden. Tenslotte is vervallen de bepaling dat het jaarverslag van de examencommissie openbaar wordt gemaakt op door de mi nister te bepalen wijze. Tot en met 1974 maakte dit verslag deel uit van het jaarverslag van de rijksarchiefdienst. Sedert 1975 werd het gepubliceerd in het verslag van de rijksarchiefschool. Aangenomen mag worden dat de minister eigener beweging het hem, ingevolge artikel 5 uitgebrachte, verslag openbaar zal maken. Nieuw zijn de volgende bepalingen: a Artikel3 De bevoegdheden van de in artikel 36, tweede lid, van het Archief besluit genoemde twee ondervoorzitters worden overigens in het Besluit exa mens hoger en middelbaar archiefambtenaar niet geregeld; b Artikel 4 Een in dit artikel bedoelde vergadering van de examencommissie is een andere bijeenkomst dat de in artikel 9, eerste lid, bedoelde zitting ter afneming van een examen, zo volgt uit het verschil in quorum (tenminste de helft van het aantal leden van de examencommissie in een vergadering, ten minste drie leden bij het afnemen van een examen). Men vergelijke de over eenkomstige bepalingen inzake de Archiefraad in de artikelen 43, 44 en 46 van het Archiefbesluit; 336 a Artikel 17, tweede lid Voorheen maakte de voorzitter van de examencommissie slechts de uitslag bekend, op een door hem te bepalen wijze. Aangenomen mag worden dat, zoals voorheen gebruikelijk, de uitslag ook mondeling, direct na het examen, aan de kandidaat wordt medegedeeld. De beroepstermijn van der tig dagen, genoemd in artikel 41, eerste lid, van het Archiefbesluit, vangt ech ter pas aan na de datum waarop de afwijzing schriftelijk is medegedeeld; d Artikelen 19 tot en met 25 Aan de regeling in artikel 22 omtrent wraking en verschoning ontbreekt een bepaling als die in artikel 41, tweede lid, van het Wetboek van burgerlijke regtsvordering, waarin geregeld is wat te doen in dien, tengevolge van toegelaten wraking of van toegegeven reden van verscho ning, de leden van het rechterlijk college niet meer in genoegzame getale zijn om van het geschil kennis te nemen. Evenmin is geregeld hoe de beslissing van het curatorium bekend wordt gemaakt. Men mag aannemen dat de appellant een schriftelijke beschikking ontvangt en dat ook de examencommissie wordt ingelicht. Uit de woorden 'partijen' casu quo 'beide partijen' in de artikelen 21 tot en met 24 moet worden afgeleid dat, behalve de appellant, ook de exa mencommissie als partij wordt beschouwd. Hoewel daarover niets is bepaald, mag worden aangenomen dat de examencommissie in een beroepszaak wordt vertegenwoordigd door haar voorzitter. Of is het de bedoeling dat de leden van de examencommissie die het examen, dat geleid heeft tot de afwijzing waar tegen beroep wordt ingesteld, hebben afgenomen, als partijen worden aange merkt? Het beroep wordt behandeld in een openbare zitting van het curatori um. Wil deze openbaarheid zin hebben, dan zal de zitting ook openbaar moeten worden aangekondigd. In artikel 11eerste lid, en in artikel 14, eerste lid, is een fout geslopen in de be naming van de examenvakken. Volgens artikel 37 Juncto artikel 31tweede en derde lidvan het Archiefbesluit wordt onder meer examen afgenomen in de me thodiek van het historisch onderzoek. In het Besluit examens hoger en middel baar archiefambtenaar heet dit vak, als vroeger, methodiek van het archiefon derzoek De formulering van het in artikel 14, eerste lid, onder g, genoemde vak wijkt af van die in artikel 31, derde lid, onder van het Archiefbesluit. Het valt op dat in de artikelen 7, tweede lid, en 8, tweede lid, sprake is van overlegging van werkstuks, terwijl in artikel 39, tweede lid, onder d, van het Archiefbesluit sprake is van 'het overleggen van een werkstuk'. De artike len 35 (oud), onder b, en 38 (oud), eerste lid, onder b, van het Archiefbesluit regelden overlegging van 'het werkstuk of de werkstukken'. Aangenomen mag worden dat de mogelijkheid om tijdens de stage meer dan één werkstuk te ver vaardigen en voor het examen over te leggen, wordt gehandhaafd. Evenals voorheen kan de examencommissie gelegenheid geven tevens exa men af te leggen in een of meer andere dan de verplichte examenvakken. Vol gens de artikelen 36 (oud), derde lid, van het Archiefbesluit was deze moge lijkheid beperkt tot aan de rijksarchiefschool onderwezen vakken, niet zijnde examenvakken. Hoewel de tekst van de artikelen 12 en 15 van het Besluit exa mens hoger en middelbaar archiefambtenaar zou doen veronderstellen dat de kandidaat geheel vrij is in de keuze van de vakken waarin naast de verplichte vakken - examen wordt afgelegd, kan dit toch niet de bedoeling zijn. Afgesloten 1 augustus 1987 337

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 25