ning dan verwacht!). De volgende keer wordt het uitzendbureau verzocht de desbetreffende persoon opnieuw te sturen. Kengetallen moeten ook in relatie staan tot het doel van de organisatie. Hoewel interessant voor het transport van kleine archieven, is het niet nodig aan te geven over hoeveel auto's de mede werkers van een archief gezamenlijk beschikken. Kengetallen - ervaringsgegevens - zijn zo normaal dat wij er allemaal mee werken, meestal zonder dat wij ons daarvan bewust zijn. 'De archivaris zit bij de wethouder, hij komt waarschijnlijk om half vier terug.' 'Het halen van een doos uit depot drie duurt vijf minuten.' 2 Welke kengetallen 2-1 Ter introductie Kwantificering van gegevens is binnen vele archiefdiensten een gangbare prak tijk: we stellen aan de hand van instructies en ervaringsgegevens de jaarbegro ting, eventueel meerjarenbegrotingen op. We tellen aantallen onderzoekers en bezoeken, evenals het aantal verstrekte fotokopieën, het aantal gebonden boe ken en het aantal gereedgekomen inventarissen. Daarbij valt het op dat som mige gegevens zo moeilijk vergelijkbaar zijn, laat staan bij elkaar kunnen wor den opgeteld. Een voorbeeld. Twintig appels en twintig peren blijven bij elkaar opgeteld twintig appels en twintig peren. Voor een koper, bijvoorbeeld een archivaris die fruit koopt om de medewerkers te trakteren, is de uitkomst veertig stuks fruit, mogelijk een kist fruit. Met de kist fruit gaat hij naar het archief om daar de inhoud uit te delen. Voor de medewerkers die niet van appels houden is het van belang dat zij peren krijgen, voor degenen die van fruit houden maakt het niet uit wat zij krijgen. Appels en peren kunnen dus wel bij elkaar worden op geteld, net als knollen en citroenen (landbouwproducten). Het hangt er maar van af wat, waarom en hoe je telt. Vertaald naar de archiefpraktijk betekent dit dat je zou kunnen proberen 'noemers' te vinden voor bijvoorbeeld het aantal geïnventariseerde archiefstuk ken ongeacht de moeilijkheidsgraad (bijvoorbeeld: beschrijvingen) of de ge nealogen, historici, scholieren en dergelijke die naar studiezaal komen (bijvoor beeld: onderzoekers). Het zal vaak niet meevallen, want wij weten allemaal dat sommige typen beschrijvingen van bepaalde archiefstukken nu eenmaal meer tijd en meer deskundigheid vergen dan andere typen beschrijvingen van ande re archiefstukken. Wanneer we echter de aantallen geproduceerde beschrijvin gen van meer medewerkers van een dienst bij elkaar optellen of een langere periode nemen, dan zullen de gemiddelden ons waarschijnlijk vertrouwd voor komen. 2-2 Kengetallen De bij archiefdiensten kwantificeerbare gegevens kunnen in tenminste vier groe pen worden onderscheiden. materiële en personele eenheden (gebouw: oppervlakten en functies; perso neel: aantallen en niveaux; bestanden: aantallen, omvang, soort) financiële eenheden (kosten: huisvesting, personeel, overige; inkomsten: le ges, verkoop, overige) productie (aantallen behandelde archiefstukken: ontvangen, geïnventariseerd, gekopieerd, geraadpleegd, geconserveerd, verplaatst, vernietigd; aantallen diensten: inspecties, adviezen, rondleidingen, lezingen, tentoonstellingen, te lefoongesprekken, onderzoekers, inlichtingen enzovoort) per werksoort bestede tijd (aantallen uren besteed aan: inventarisatie, inspec tie, acquisitie, selectie, vernietiging, inlichtingen, conservering, restauratie enzo voort). Bij het kiezen van kengetallen is het van groot belang te bedenken dat de ken getallen 'natuurlijke' producten moeten zijn. Zij behoren zoveel mogelijk te resulteren uit normale, toch al verrichte, handelingen. Zo is het prima dat een fotograaf het aantal gemaakte afdrukken van tijd tot tijd eens telt. Doet hij het dagelijks, bijvoorbeeld voor het jaarverslag, dan kan een andere methode handiger en goedkoper zijn. De administratie kan bijvoorbeeld aan de hand van de rekeningen van de leverancier het aantal in dat jaar geleverde dozen papier noteren. Trek daarvan bijvoorbeeld 10% af voor proefstroken en mis drukken en het aantal afgedrukte foto's is voldoende nauwkeurig bekend. Als uitgangspunt zouden dus kunnen dienen bekende gegevens als: oppervlakten en functies personeel bestanden uitgaven inkomsten productie. Een andere mogelijkheid is het berekenen van de per werksoort bestede tijd, zoals voor2 management, interne en externe vergaderingen systeembeheer financieel beheer administratief beheer en secretariaat begeleiden van medewerkers inspectie en acquisitie archieven, inventarisatie archieven, indicering en transcriptie bibliotheek atlas, beelddocumentatie atlas, geluidsdocumentatie en bewegend beeld studiezaal correspondentie oriëntatie, ontwikkeling nieuwe technieken informatieoverdracht, educatieve taak tentoonstellingen publicaties fotografie, bijkomende werkzaamheden microverfilming, bijkomende werkzaamheden 244 245

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 24