ondernemingen. Binnen hun archieven is over het algemeen de volgende vier deling aan te brengen:12 stukken afkomstig van de directie, de raad van commissarissen en dergelijke, betreffende het beleid en het bestuur van de onderneming administratie, gevormd door de afdelingen boekhouding, in- en verkoop, de salarisadministratie etc. het personeelsarchief het technisch archief, waarin gegevens over productiemiddelen en -processen. Tevens treft men bij het archief vaak uitgebreide documentaire bestanden aan. Niet zelden bevinden zich bij het bedrijfsarchief archivalia van nauw met het bedrijf gelieerde organisaties als de personeelsvereniging, het pensioenfonds, de ondernemingsraad, de woningbouwvereniging en dergelijke, evenals stuk ken van of betreffende organisaties en bedrijven waarin de onderneming of haar directieleden een vooraanstaande rol hebben gespeeld. Afhankelijk van de processen van fusie, splitsing en overname ontstaan conglomeraten van (ge deponeerde) bedrijfsarchieven. Microselectie geeft antwoord op de vraag welke bestanddelen uit een bedrijfs archief voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Deze selectie heeft, in de woorden van Huijs, haar doel bereikt 'indien het archief zo veel mogelijk is uitgedund en tegelijkertijd het gevoerde beleid in alle bedrijfskundige en maat schappelijke facetten van het ondernemingsgebeuren uit de archiefbescheiden gekend kan worden en de onderzoeker erin een antwoord kan vinden op de vragen: wie deed wat, waar en wanneer, hoe, hoeveel en waarom'.13 De ex pertise inzake microselectie is groter dan die ten aanzien van macroselectie. Zowel inhoudelijk als procedureel is veel bruikbare ervaring opgedaan bij de schoning van overheidsarchieven, evenals in de bedrijven zelf. Kortheidshal ve wordt verwezen naar de hierover bestaande literatuur.14 De uitspraak lijkt gerechtvaardigd dat in nogal wat gevallen fragmenten van bedrijfsarchieven worden geacquireerd. Niet alleen omdat delen eenvoudig weg verloren zijn gegaan, ook omdat bedrijven delen (nog) niet willen afstaan. Dit geldt vaak voor de personeels- en technische archieven, maar ook directie archieven komen niet altijd in hun geheel over. Bovendien moeten archiefbe waarplaatsen zich ervoor hoeden niet als opslagplaats voor de massa van rou tinestukken te worden misbruikt. De acquisitie van zo compleet mogelijke, maar tevens zo veel mogelijk van hun vernietigbare ballast ontdane archieven moet centraal staan. Deze kwesties verdienen in de acquisitiepraktijk van alledag wellicht wat meer aandacht. 1 3 Het acquisitieplan Het openbaar archiefwezen heeft nog betrekkelijk weinig ervaring met ma croselectie, het beantwoorden van de vraag welke archieven voor permanente bewaring in aanmerking komen en welke niet. Door de werking van de Ar chiefwet doet het probleem zich ten aanzien van overheidsarchieven (nog?) niet voor. Acquisitie van particuliere archieven heeft zich lange tijd voornamelijk beperkt tot de sfeer van kerkelijke, persoonlijke, familie-, huis- en heerlijk heidsarchieven of andere archieven met een evident historisch belang. Impli- 110 ciet bestaat er ten aanzien van deze groep een consensus over de selectiecrite ria, waarbij het bovendien niet altijd noodzakelijk is om te kiezen gezien de hoge ouderdom of de relatief geringe omvang van de stukken. Bij vrijwel geen enkele andere categorie van particuliere archieven speelt de pure kwantiteit een zo overheersende rol als bij de bedrijfsarchieven. Acquisitie kan op incidentele en passieve wijze geschieden. Zonder een dui delijk en vooropgezet plan wordt dan ad hoe een selectie gemaakt uit het aan bod, dat tot stand komt via informele contacten van archiefambtenaren, of via spontane aanbiedingen van archiefeigenaren c.qcuratoren in een faillis sement). Zeker, op deze wijze zijn en worden belangrijke archieven gered, maar doordat het toeval een onevenredig grote rol speelt, ontstaat op den duur een onevenwichtig samengesteld bestand. Vrijwel automatisch komt de nadruk te liggen op verdwijnende bedrijfstakken. De archivaris neemt in ontvangst wat na een langdurig proces van 'natuurlijke' selectie, waarop hij zelf nauwelijks invloed heeft uitgeoefend, aan archief resteert. Systematisch acquisitie verdient de voorkeur.15 Deze vooronderstelt echter een acquisitieplan en derhalve ook kriteria voor macroselectie. Een acquisitie plan leidt niet alleen tot meer gefundeerde beslissingen bij incidentele en plot selinge aanbiedingen, het biedt ook de mogelijkheid tot actieve acquisitie over te gaan. Actieve acquisitie hoeft niet altijd te betekenen dat archieven ook met een daadwerkelijk moeten worden overgenomen. Men kan met bestaande be drijven afspraken maken over de bestemming van het archief op langere ter mijn of bij opheffing. Het opstellen van een acquisitieplan begint met het aanwijzen van bedrijfstak ken waarnaar de aandacht primair zou moeten uitgaan. Dan volgt een grondi ge analyse van het reeds geacquireerde bestand op lokaal, regionaal of natio naal niveau. Door vergelijking met de archieven in andere archiefbewaar plaatsen komt men lacunes in het eigen bestand op het spoor. Om blinde vlekken te voorkomen dient het bestand tevens gerelateerd te worden aan een bedrijfsc- lassificatie. De systematische bedrijfsindeling in bedrijfstakken, -klassen, - groepen en -subgroepen van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die sa men met de periodieke bedrijfstellingen in statistisch opzicht de structuur van het Nederlandse bedrijfsleven weerspiegelen, zijn hiervoor zeer geschikt.16 De geconstateerde lacunes kunnen pas worden omgezet in een concrete lijst van eventueel over te nemen archieven als men: 1 in staat is de lacunes op enigerlei wijze op hun historische betekenis te beoordelen 2 de beschikking heeft over een gedetailleerde en systematische registratie van vroegere en huidige archiefvormers en nog bij bedrijven berustende archieven. Dit is werkelijk een conditio sine qua non. 1-4 Selectiekriteria Het algemene kader waarbinnen de selectie voor bedrijfsarchieven moet plaats vinden is geformuleerd in de Nota archiefbeleid: 'Als richtsnoer bij de acqui sitie kan gelden, dat het beleid zich vooral richt op de verwerving van archie ven van personen of instellingen, waarvan verwacht mag worden, dat deze een aanvulling vormen op de door de overheid gevormde archieven, dat zij onder delen van de samenleving belichten die in overheidsarchieven niet of nauwelijks 111

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 8