Academische ziekenhuizen en de
Archiefwet
Lokt Van Herten uit tot een ambtsmisdrijf?
F. C. J. Ketelaar
sche gegevens in daartoe bestemde archiefbe
waarplaatsen zijn ondergebracht, zie artikel 5
en 7 Archiefwet. Zie over deze problematiek
onder andere j.p. wittop koning, 'Inzage in
medische rapportage binnen de overheid', in
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1986 nr 10,
85 en met name 89 en volgende.
15 Artikel 1 lid 1 a onder 1 spreekt van ontvangen
en opgemaakt enerzijds en bovendien van het
naar hun aard bestemd zijn om onder een
overheidsorgaan te berusten. Het opmaken en
de aard zijn kennelijk twee, evenwaardige,
zelfstandige eisen waaraan voldaan moet wor
den.
16 Artikel 2 lid 1 en lid 5 juncto artikel 1 Wet
bestrijding infectieziekten; Vergelijk bijvoor
beeld Beschikking van 24 augustus 1983 no
4130 Directie Musea etc., Stcrt., 1983, catego
rie Gezondheidszorg.
17 Artikel 29 leden jk en I Wet op de lijkbezor
ging en.artikel 5 juncto artikel 6, Wet uitoefe
ning geneeskunst.
18 ASSER-VAN DER grinten, 144 en volgende voor
enkele bijzondere wetten met betrekking tot
academische ziekenhuizen.
19 Zie artikel 35 lid 2 Wet wetenschappelijk on
derwijs juncto de artikelen 62 bis en volgende
van die wet.
20 Artikel 1 lid 2 boek 2 bw.
21 j.h.s. van herten, 'Eigendom en afgifte van
medische dossiers. Zeven rechterlijke uitspra
ken nader beschouwd', Medisch Contact 1983,
nr. 38, 660 en volgende; p. j.m. van wersch,
'Het recht van de patiënt (en zijn rechts
bijstandverlener) op inzage van de hem betref
fende medische gegevens', in Tijdschrift voor
Gezondheidsrecht 1984 nr. 8, 174 en volgende.
Een verkorte versie van het artikel van Van
Wersch is verschenen in het Advocatenblad
1985 nr. 65, 235 en volgende.
22 Dit onderwerp is in literatuur en rechtspraak
niet uitgekristalliseerd, vandaar een niet limita
tieve opsomming waarbij de instelling wel inza
ge zou kunnen worden verleend: bij vermoeden
van fouten en ongevallen, bij vermoeden van
strafbare feiten, bij vermoeden van het niet na
komen van jegens de patiënt aangegane ver
plichtingen waarbij het ziekenhuis aangespro
ken zou kunnen worden.
23 Het blote eigendomsrecht levert nog geen ver
nietigingsrecht op, zie onder andere van her
ten, Metamedica, 198 en volgende en de arti
kelen 1733 en volgende bw (bewaargeving).
24 Bewaargeving, de artikelen 1733 en volgende
bw, met name artikel 1743 bw.
25 a.minkenhof De Nederlandse Strafvordering
(4e druk, Alphen aan den Rijn, 1981) 30 en
volgende. Vergelijk artikel 167 lid 2 Wetboek
van Strafvordering.
26 Artikel 40 Wetboek van Strafrecht.
27 Men denke aan concentratiekampsyndromen
en vragen om medische informatie van Duit
sers die in de laatste Wereldoorlog gewond zijn
geraakt; met name komt dit laatste nog voor.
als de militairen zijn verpleegd in een zieken
huis dat destijds in een frontgebied lag. Zie
hierover onder meer t.kappelhof en r.wolf
'Patiëntendossiers: een verwaarloosde categorie
van archiefstukken', in: Nederlands Archieven
blad 1985, 169-180.
28 De Gemeenteziekenhuizen vallen in die visie
ook onder de vigeur van de Archiefwet, zie
hierover kappelhof, 176.
29 j.h.s. van herten 'Medische dossiers in alge
mene ziekenhuizen. Proeve van een reglement',
in: Medisch Contact 1980 nr. 35, 221 en vol
gende. Tevens gepubliceerd in Nederlandse lite
ratuur over Toetsing 1980 (Uitgave Centraal
Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale
Toetsing cbo, Utrecht 1980) 40 en volgende.
30 Besluit eisen en erkenningen ziekenhuizen van
26 november 1984, Stcrt. 234, 1984.
31 Vergelijk Besluit normen en algemene voor
waarden voor erkenning van regionale instellin
gen voor ambulante geestelijke gezondheids
zorg van 7 juni 1984, Stcrt. 137, 1984.
32 j.h.s. van herten 'Bewaartermijnen voor me
dische gegevens en dossiers' in: Nederlands Ar
chievenblad 90 (1986) 303-310.
150
De hiervoor opgenomen bijdrage 'De archiefwet en academische ziekenhui
zen' mag niet onweersproken blijven. Immers, de stelling van Van Herten 'dat
medische gegevens binnen aan rijksuniversiteiten verbonden academische zie
kenhuizen nimmer onder de werking van de Archiefwet 1962 vallen' is volstrekt
onjuist. De auteur is misleid door het woordje 'aard' in de definitie van ar
chiefbescheiden: 'naar hun aard bestemd' om onder de overheidsorganen te
berusten. Dit 'aard' is bij Van Herten gelijk aan 'aard van het vastgelegde ge
geven' of 'doel'; 'De aard is hulpmiddel te zijn bij diagnostiek en therapie'.
Anders dan Van Herten, die de wetsgeschiedenis meent te kunnen samen
vatten, citeer ik de memorie van antwoord op het voorlopig verslag van de
Tweede Kamer inzake de ontwerp-archiefwet liever letterlijk: Het kenmerk van
archiefbescheiden in de zin van deze wet is, dat zij bescheiden zijn, welke
bestemd zijn onder een overheidsorgaan te berusten, hetzij omdat het door
dat orgaan ontvangen bescheiden zijn, waarvan de inhoud zich uitdrukkelijk
en terecht hiertoe richt en voor zover zij niet worden terug- of doorgezonden,
hetzij omdat het bescheiden zijn, welke door het orgaan zijn opgemaakt om
voor zichzelf te dienen als schriftelijke neerslag van zijn handelingen.1
Duidelijker dan in deze memorie van antwoord - die om de kern van de
kwestie, de bewijsfunctie, heengaat ,2 is de toelichting in de Nederlandse ar
chiefterminologie: De woorden 'naar hun aard'zijn toegevoegd om buiten twij
fel te stellen, dat de bestemming tot archiefbescheiden objectief moet zijn be
paald en dat men dus geen stuk voor plaatsing in een archief kan bestemmen,
als die bestemming niet uit de aard van het stuk zelf voortvloeit. De geaard
heid, waardoor bescheiden tot archiefbescheiden worden bestemd, is hierin
gelegen, dat het de originele bewijsstukken zijn van specifieke handelingen van
degene, die het archief vormt: uit dien hoofde moeten zij immers bestemd wor
den geacht om uitsluitend te berusten onder degene, die ze heeft ontvangen
of opgemaakt?
De door een ziekenhuis opgemaakte archiefbescheiden-ook de medische
dossiers vormen de schriftelijke neerslag van de handelingen van het zieken
huis en zijn functionarissen. Het zijn 'de originele bewijsstukken van specifie-
151